15 Opzeggingstermijn: arbeiders

Paritair (sub-)Comité nr.:
109.00.00-00.00

Bijwerking: 12/12/2014
Geldig vanaf: 30/09/2014

Opzeggingstermijnen arbeiders voor de anciënniteit op 31/12/2013 (kliksysteem).

1. Algemeen

De berekening van een opzeggingstermijn of van een opzeggingsvergoeding voor een ontslag na 1 januari 2014 en voor een werknemer wiens arbeidsovereenkomst een aanvang heeft genomen voor 1 januari 2014, gebeurt in 2 onderscheiden stappen. De resultaten van de 2 stappen worden vervolgens opgeteld. Dit is de toepassing van het « klik » systeem dat er voor zorgt dat de opzeggingstermijnen verworven voor 1 januari 2014 gewaarborgd blijven.

De 1ste stap betreft de dienstanciënniteit verworven op 31 december 2013.

Voor de op 31 december 2013 zogenaamde arbeiders zijn, afhankelijk van de sector, de wettelijke opzeggingstermijnen, de sectorale opzeggingstermijnen of de CAO nr. 75 van toepassing. Er moet voor de bepaling van de termijnen ook rekening gehouden worden met de arbeidsovereenkomsten die aangevangen zijn voor of na 1 januari 2012.

De 2de stap betreft de dienstanciënniteit verworven vanaf 1 januari 2014 (wettelijke termijnen, niet sectorale).

2. PC 109

2.1. Opzegging om een einde te maken aan de overeenkomst tot einde maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikt (of om een ander motief dan brugpensioen)

Anciënniteit van de arbeider in de onderneming Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werkgever Opzeggingstermijnen te respecteren door de werknemer
Minder dan 6 maanden (1) 7 kalenderdagen (2) 3 kalenderdagen (2)
6 maanden tot minder dan 20 jaar (3) 32 kalenderdagen (2) 14 kalenderdagen (2)
20 jaar en meer (3) 64 kalenderdagen (2) 28 kalenderdagen (2)

2.2. Opzegging in geval van brugpensioen of om een einde te maken aan de overeenkomst vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikt

Anciënniteit van de arbeider in de onderneming

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werkgever

Minder dan 6 maanden (1)

 7 kalenderdagen (2)

Tussen 6 maanden en minder dan 20 jaar (3)

28 kalenderdagen (2)

20 jaar en meer (3)

56 kalenderdagen (2)

Opmerking :  de opzeggingen betekend vóór 1 januari 2012 blijven hun gevolgen behouden.

(1) De verkorte opzegtermijn van 7 en 3 kalenderdagen kan slechts worden toegepast op voorwaarde dat hij uitdrukkelijk werd vastgesteld in de individuele arbeidsovereenkomst en/of in het arbeidsreglement. In de individuele arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement kan men eveneens bepalen dat de opzeggingstermijn ingaat de dag volgend op de dag van de betekening. Indien deze bepaling niet uitdrukkelijk is ingeschreven, is de algemene regel van toepassing en gaat de opzeggingstermijn in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.

(2) Kalenderdagen, dit is met inbegrip van zon- en feestdagen.

(3) De opzegtermijnen gaan in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend; de kennisgeving van de opzegging moet geschieden ten laatste drie werkdagen vóór de aanvang van de opzeggingstermijn.

Voorbeeld 1: een werknemer aangeworven op 01/01/2000 wordt door zijn werkgever ontslagen door middel van een aangetekend schrijven op 05/11/2014.

De opzeggingstermijnen die de werkgever dient te voorzien zijn als volgt:

- Voor de periode 01/01/2000 — 31/12/2013 heeft de werknemer, op basis van de opzeggingstermijnen die op 31/12/2013 van toepassing waren binnen het paritair comité voor het kleding- en confectiebedrijf, recht op een opzeggingstermijn ten belope van 32 kalenderdagen;

- Voor de periode 01/01/2014 — 10/11/2014 (ogenbiik waarop de opzeg ingaat, conform artikel 37/4 van de Arbeidsovereenkomstenwet) heeft de werknemer een anciënniteit verworven die gelegen is tussen negen maanden en minder dan twaalf maanden.

Conform de opzeggingstermijnen omschreven in artikel 37/2 van de Arbeidsovereenkomstenwet heeft de werknemer recht op een opzeggingstermijn ten belope van 7 weken.
De totale opzeggingstermijn, ten laste van de werkgever, bedraagt dus 32 kalenderdagen + 7 weken.

Voorbeeld 2: een werknemer aangeworven op 06/01/2014 wordt door zijn werkgever ontslagen door middel van een aangetekend schrijven op 05/11/2014.

De opzeggingstermijn die de werkgever dient te voorzien is als volgt:
Voor de periode 06/01/2014 — 10/11/2014 heeft de werknemer een anciënniteit verworven die gelegen is tussen negen maanden en minder dan 12 maanden.
De werkgever dient een opzeggingstermijn ten belope van 7 weken te voorzien.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
30/09/2014
Registratienr
124301
Geldig van
30/09/2014
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
27/10/2014
Registratiedatum
24/11/2014
Onderwerp
opzeggingstermijnen en verklarend commentaar
BS Bericht van neerlegging
03/12/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
28/04/2015
Gepubliceerd in het B.St. van
24/06/2015
Keywords
OPZEGGING/ONTSLAG, HARMONISERING STATUUT ARBEIDERS/BEDIENDEN

Historiek
30/09/2014 31/12/2999 15 Opzeggingstermijn: arbeiders
01/01/2014 29/09/2014 15 02 Opzegtermijnen
01/01/2012 31/12/2013 15 02 Opzegtermijnen
01/01/2010 31/12/2011 15 02 Opzegtermijnen
01/10/2007 31/12/2009 15 02 Opzegtermijnen
01/01/2002 30/09/2007 15 02 Opzegtermijnen
01/04/1994 31/12/2001 15 02 Beperking van het ontslagrecht