1203 Mobiliteitsvergoeding - mobiele werknemers van de tentenbedrijven

In het Paritair Comité voor het kleding-en confectiebedrijf werd een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende een regeling voor de mobiele werknemers van de tentenbedrjiven.

Deze CAO werd opgeheven door een beslissing van de sociale partners. Deze werd geregistreerd op 6 juli 2017 onder het nr. 140175/DO/109.

De opheffing heeft alleen gevolgen voor de werknemers die indienst treden na 12 september 2017. De werknemers die reeds in dienst zijn op het moment van opheffing, blijven recht hebben op de mobiliteitsvergoeding. Het betreft een verworven recht ingevolge  de individuele arbeidsovereenkomst. De mobiliteitsvergoeding zal voortaan echter onderworpen worden aan RSZ-bijdragen en bedrijfsvoorheffing, bij gebrek aan een collectieve arbeidsovereenkomst.

Rechthebbenden:

• Van toepassing op de ondernemingen die tenten vervaardigen, behandelen, herstellen, onderhouden, verhuren, vervoeren en plaatsen of er handel in drijven en op de werknemers die zij tewerkstellen.

• Van toepassing op de werknemers die als hoofdactiviteit hebben het opbouwen, opstellen, monteren, afbouwen, demonteren en verwijderen van tenten en andere hiermee vergelijkbare tijdelijke en geprefabriceerde constructies en die uit hoofde daarvan in hoofdzaak hun activiteiten verrichten op een andere plaats dan op een zetel van de werkgever die hen tewerk stelt.

Mobiliteit:

• Voor de verplaatsingen tussen de woonplaats van de werknemer en de vaste zetel van de werkgever of  een ophaalplaats (woon-werkverkeer) zal de werkgever minimaal tussenkomen volgens de regels voorzien in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst betreffende tussenkomst in de verplaatsingkosten van de werknemer.

• Voor verplaatsingen tussen de vaste zetel van de werkgever of een ophaalplaats enerzijds en de werf anderzijds zal de werkgever de mobiliteitsvergoeding aan de werknemer toekennen.

• Indien de reisduur de normale reisduur voor het traject naar de werf overtreft door ongewoon en onvoorzien oponthoud buiten de wil van de werknemers zoals bijvoorbeeld ernstige ongevallen en, defecten aan het gebruikte voertuig, dan dient de werkgever een compensatie te voorzien die ruimer dient te zijn dan enkel de mobiliteitsvergoeding.

• Verplaatsingen tussen werven worden beschouwd als arbeidstijd en vergoed volgens het afgesproken loon.

Mobiliteitsvergoeding:

0,1316 EUR per kilometer, te berekenen op de afstand heen en terug.