40 Deeltijdse werk

Paritair (sub-)Comité nr.:
107.00.00-00.00

Bijwerking: 17/09/2001
Geldig vanaf: 01/01/1997

In het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters werd op 22 april 1997 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het deeltijds werk. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 26 april 1999 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 9 december 1999.

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, zoals omschreven in het koninklijk besluit van 29 januari 1991 (Belgisch Staatsblad van 8 februari 1991).

Artikel 2

§1. De werklieden en werksters bedoeld in artikel 1 hiervoor en die voltijds worden tewerkgesteld, kunnen in gemeenschappelijk akkoord met de werkgever overstappen naar een deeltijdse betrekking die minimaal overeenstemt met een halftijdse betrekking. Zij bepalen eveneens de datum van de overstap in gemeenschappelijk akkoord.

§2. Wanneer de overeengekomen overstap van de werknemer naar deeltijdse arbeid voor de werkgever ernstige organisatorische problemen met zich meebrengt, kan de overstap tijdelijk uitgesteld worden.

§3. Overeenkomstig artikel 11 bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt de overeenkomst voor deeltijdse arbeid schriftelijk vastgesteld, met vermelding van het overeengekomen arbeidsregime en werkrooster en dit uiterlijk op het tijdstip van de overstap.

Artikel 3

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder :

-        "de tewerkstellingspremie" : de vermindering van de werkgeversbijdrage van maximum 37.500 fr. per kwartaal ingevolge de indienstneming van een bijkomende werknemer tot opvulling van het vrijgekomen arbeidsvolume in uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst en in het raam van Titel III, hoofdstuk IV - Tewerkstellingsakkoorden, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen ;

-        "de premie" : het gedeelte van de hierboven vermelde tewerkstellingspremie die als tegemoetkoming voor de overstap naar deeltijdse arbeid aan ieder van de betrokken werknemers wordt uitbetaald.

Artikel 4

Aan de werknemers die in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst overstappen naar een deeltijdse betrekking die minimaal overeenstemt met een halftijdse betrekking, wordt een premie betaald gedurende het of de kwartalen dat de werkgever ingevolge de aanwerving van één of meer bijkomende werknemers tot opvulling van het vrijgekomen arbeidsvolume, de tewerkstellingspremie geniet.

Artikel 5

De werkgever dient slechts tot aanwerving van een bijkomende werknemer over te gaan wanneer het vrijgekomen arbeidsvolume overeenstemt met een voltijdse betrekking.

Artikel 6

De premie wordt uitbetaald bij de definitieve afrekening van de eerste maand van het kwartaal volgend op dat waarop de premie betrekking heeft.

 

Artikel 7

Het gedeelte van de tewerkstellingspremie bedoeld in artikel 3 hiervoor, dat als premie aan de werknemers wordt toegekend, bedraagt 9.000 fr.

Per tewerkstellingspremie, die de werkgever in uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst geniet, wordt een bedrag van 9.000 fr. als premie onder de betrokken werknemers verdeeld.

Artikel 8

Per werknemer bedraagt de in artikel 7 hiervoor bedoelde premie maximum 4.500 fr.

Artikel 9

§1. Wanneer het vrijgekomen arbeidsvolume ingevolge de overstap naar deeltijdse arbeid overeenstemt met één of meer voltijdse betrekkingen, gebeurt de verdeling van het bedrag van 9.000 fr. per tewerkstellingspremie, in verhouding tot het volume van de vermindering van de arbeidsprestaties van iedere werknemer volgens de formule :            9.000 x X/39, waarbij X gelijk is aan het gemiddeld aantal uren per week waarmee het arbeidsvolume verminderd wordt.

§2. Wanneer het vrijgekomen arbeidsvolume ingevolge de overstap naar deeltijdse arbeid niet volledig overeenstemt met één of meerdere voltijdse betrekkingen, gebeurt de verdeling van het bedrag van 9.000 fr. per tewerkstellingspremie, over alle betrokken werknemers in verhouding tot het volume van de respectievelijke vermindering van hun arbeidsprestaties, zonder dat het bedrag van 9.000 fr. per tewerkstellingspremie in totaliteit overschreden wordt. De verdeling gebeurt dan volgens de formule :        (9.000 fr. x X/39) : A/B, waarbij A gelijk is aan het aantal voltijdse equivalenten en B gelijk is aan het effectieve equivalent van het vrijgekomen arbeidsvolume.

Artikel 10

Deze overeenkomst is gesloten in toepassing van titel III, hoofdstuk IV - Tewerkstellingsakkoorden, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, en eveneens in uitvoering van hoofdstuk X - Tewerkstellingsakkoorden van de nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 1997 van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, §2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Artikel 11

Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.


Historiek
01/01/1997 31/12/2999 40 Deeltijdse werk