1903 4802 Vorming en tewerkstelling - risicogroepen

Paritair (sub-)Comité nr.:
107.00.00-00.00

Bijwerking: 10/01/2014
Geldig vanaf: 01/01/2013
Geldig tot: 31/12/2014

In het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters werd een collectieve arbeidsovereenkomst van  3 december 2013 gesloten betreffende de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor risicogroepen. Deze CAO werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 20 décembre 2013 onder het nr. 118588/CO/107. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 18 februari 2014.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever, de werklieden en werksters met inbegrip van de huisarbeiders van de ondernemingen ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de meesterkleermakers, de kleermaaksters en naaisters, P.C. 107 (K.B. 29.01.1991 - B.S. 08.02.1991).

Artikel 2

De ondernemingen die ressorteren onder hogervermeld paritair comité storten aan het "Gemeenschappelijk Fonds voor maatkleding en snijwerk dames" met ingang van 1 januari 2013 en voor de jaren 2013 en 2014 een bijdrage van 0,10 pet. berekend op grond van het volledig loon van hun arbeiders (sters), zoals bepaald in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet.

Artikel 3

De opbrengst van de in voormeld artikel 2 geïnde bijdrage wordt aangewend voor het uitwerken en stimuleren van opleidingsplannen en de uitwerking van een alternatief systeem van opleiding voor risicogroepen.

Artikel 4

Het Fonds heeft tot doel om vormings- en tewerkstellingsactiviteiten te bevorderen ten voordele van risicogroepen.
Onder risicogroepen wordt verstaan:

  • De werknemers waarvan de kwalificatie niet is aangepast of dreigt te zijn aan de vereisten van de nieuwe technologieën, en die maximaal een diploma Hoger Secundair Onderwijs bezitten.
  • De langdurige werkzoekenden en werkzoekenden jonger dan 30 jaar en ouder dan 50 jaar.
  • De werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief ontslag of een sluiting van onderneming.

Artikel 5

Tenminste 0.05% van de loonmassa dient te worden voorbehouden aan één of meerdere van volgende risicogroepen :
1° de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken;
2° de werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en bedreigd zijn met ontslag:
a)hetzij doordat hun arbeidsovereenkomst werd opgezegd en de opzeggingstermijn loopt;
b) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming die erkend is ais onderneming in moeilijkheden of in herstructurering;
c) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming waar een collectief ontslag werd aangekondigd;
3° de niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding. Onder niet-werkenden wordt verstaan:
a) de langdurig werkzoekenden, zijnde de personen in het bezit zijn van een werkkaart, bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden;
b)de uitkeringsgerechtigde werklozen;
c) de werkzoekenden die laaggeschoold of erg-laaggeschoold zijn in de zin van artikel 24 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de tewerkstelling;
d)de herintreders, zijnde de personen die zich na een onderbreking van minstens één jaar terug op de arbeidsmarkt begeven;
e) de personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie in toepassing van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke hulp in toepassing van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
f) de werknemers die in het bezit zijn van een verminderingskaart herstructureringen in de zin van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen;
g) de werkzoekenden die niet de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie bezitten, of van wie minstens één van de ouders deze nationaliteit niet bezit of niet bezat bij overlijden, of van wie minstens twee van de grootouders deze nationaliteit niet bezitten of niet bezaten bij overlijden;
4° de personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid, namelijk:
- de personen die voldoen aan de voorwaarden om ingeschreven te worden in een regionaal agentschap voor personen met een handicap;
- de personen met een definitieve arbeidsongeschiktheid van minstens 33 %;
- de personen die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te hebben op een inkomens vervangende of een integratie-tegemoetkoming ingevolge de wet van 27 februari 1987 op de tegemoetkomingen aan personen met é en handicap;
- de personen die ais doelgroep werknemer tewerkgesteld zijn of waren bij een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor de beschutte en de sociale werkplaatsen;
- de gehandicapte die het recht op verhoogde kinderbijslag opent op basis van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66 %;
- de personen die in het bezit zijn van een attest afgeleverd door de Algemene Directie Personen met een Handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale
en fiscale voordelen;
- de persoon met een invaliditeitsuitkering of een uitkering voor arbeidsongevallen of beroepsziekten in het kader van programmas tot werkhervatting;

5° de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van een individuele beroepsopleiding in een onderneming, bedoeld in artikel 27, 6°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, hetzij in het kader van een instap-stage, bedoeld in artikel 36quater van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991.

Artikel 6

Van de in artikel 5 bedoelde inspanning van 0,05 % van de loonmassa moet minstens de helft, zijnde 0,025 % besteed worden aan initiatieven ton voordele van één of meerdere van de volgende groepen :
a)de in hoger vermeld artikel 5, 5° bedoelde jongeren
b)de in hoger vermeld artikel 5, 3° en 4°, bedoelde personen die nog geen 26 jaar zijn.

Artikel 7

De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe, voor de duur van deze Collectieve Arbeidsovereenkomst, de nodige acties te ontwikkelen gericht naar de vorming en de tewerkstelling. Hierbij zal, voor de verdeling van de financiële middelen, rekening gehouden worden met een gelijkwaardige verdeling tussen projecten voor vorming en projecten voor tewerkstelling.

Artikel 6

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2014.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
03/12/2013
Registratienr
118588
Geldig van
01/01/2013
Geldig tot
31/12/2014
Neerleggingsdatum
06/12/2013
Registratiedatum
20/12/2013
Onderwerp
tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen
BS Bericht van neerlegging
18/02/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
09/10/2014
Gepubliceerd in het B.St. van
28/11/2014
Keywords
RISICOGROEPEN

Historiek
01/01/2023 31/12/2024 1903 Risicogroepen
01/01/2021 31/12/2022 1903 Risicogroepen
01/01/2019 31/12/2020 1903 Risicogroepen
01/01/2017 31/12/2018 1903 4802 Vorming en tewerkstelling - risicogroepen
01/01/2015 31/12/2016 1903 4802 Vorming en tewerkstelling - risicogroepen
01/01/2013 31/12/2014 1903 4802 Vorming en tewerkstelling - risicogroepen
01/01/2011 31/12/2012 1903 4802 Vorming en tewerkstelling - risicogroepen
01/09/1995 31/12/1996 1903 Risicogroepen