1502 Opzegtermijnen

Paritair (sub-)Comité nr.:
107.00.00-00.00

Bijwerking: 10/05/2012
Geldig vanaf: 01/04/2012
Geldig tot: 31/12/2013

K.B. 22/04/2012; B.S. 10/05/2012 (geldigheid: vanaf 01/04/2012) 

ook van toepassing voor de arbeidsovereenkomsten waarvan de uitvoering vóór 1 januari 2012 is aangevangen

I. Ontslag om een ander motief dan brugpensioen

Anciënniteit

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werkgever (2)

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werknemer (2)

Minder dan 6 maanden (1)

7 kalenderdagen/28 kalenderdagen

3 kalenderdagen/14 kalenderdagen

Van 6 maanden tot minder dan 5 jaar

37 kalenderdagen

14 kalenderdagen

Van 5 jaar tot minder dan 10 jaar

45 kalenderdagen

14 kalenderdagen

Van 10 jaar tot minder dan 15 jaar

60 kalenderdagen

14 kalenderdagen

Van 15 jaar tot minder dan 20 jaar

90 kalenderdagen

14 kalenderdagen

20 jaar en meer

120 kalenderdagen

28 kalenderdagen

 

II. Ontslag met het oog op brugpensioen (of om een einde aan de arbeidsovereenkomst te maken vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikt)

Anciënniteit 

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werkgever (2)

Minder dan 6 maanden (1)

7 kalenderdagen

Van 6 maand tot minder dan 20 jaar

28 kalenderdagen

20 jaar en meer

56 kalenderdagen

 De opzeggingen betekend vóór 1 april 2012 blijven al hun gevolgen behouden.


(1)   De verkorte opzeggingstermijn van 7 of 3 kalenderdagen kan slechts worden toegepast op voorwaarde dat hij uitdruk­kelijk werd vastgesteld in de individuele arbeidsovereenkomst en/of in het arbeidsreglement.  In de individuele arbeids­overeen­komst of in het arbeidsreglement kan men eveneens bepalen dat de opzeggingstermijn ingaat de dag volgend op de dag van de betekening.  Indien deze bepaling niet uitdrukkelijk is ingeschreven, is de algemene regel van toepassing en gaat de opzeggingstermijn in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.

(2)  Kalenderdagen, dit is met inbegrip van zon- en feestdagen.

 De opzeggingstermijn gaat in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.

In artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt bepaald welke opzeg­gingstermijnen men dient in acht te nemen om een einde te stellen aan een arbeidsovereenkomst voor werk­lieden. 
In artikel 61 van dezelfde wet is echter voorzien dat de koning, op voorstel van het Paritair Comité of van de Nationale Arbeidsraad, de opzeggingstermijnen kan wijzigen in het belang van bepaalde bijzondere categorieën van werknemers of voor de opzeggingen die om sociale of economische redenen zijn gedaan.

Voor de ondernemingen die in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters ressorteren, werden afwijkende opzeggingstermijnen vastgesteld in een koninklijk besluit van 22 april 2012 dat werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 10 mei 2012. 

Dit koninklijk besluit treedt in werking op 1 april 2012 voor een onbepaalde duur


Historiek
01/04/2012 31/12/2013 1502 Opzegtermijnen
01/01/2012 31/03/2012 1502 Opzegtermijnen
01/01/2000 31/12/2011 1502 Opzegtermijnen