Tewerkstelling van buitenlandse werknemers: nieuwigheden op komst … nog een beetje geduld!

Van 
92188

Er werden drie nieuwe wetten aangenomen betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. De inwerkingtreding ervan is afhankelijk van de goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 dat het beleid inzake de toekenning van arbeids- en verblijfsvergunningen tussen de regios coördineert. We geven u hierna de stand van zaken.

 

Zoals aangekondigd in ons artikel van 28 maart ll. werd op 2 februari 2018 ingevolge de regionalisering van het migratiebeleid een samenwerkingsakkoord tussen de regio’s gesloten met betrekking tot de coördinatie tussen het beleid inzake de arbeidsvergunningen  en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling en het verblijf van buitenlandse arbeidskrachten.  Meer dan 10 jaar later zet dit akkoord eindelijk twee Europese richtlijnen (gedeeltelijk) om:

  1. Richtlijn 2009/52/EG tot vaststelling van minimumnormen inzake sancties en maatregelen tegen werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.
  2. Richtlijn 2011/98/EU betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven.

Dit heeft aanleiding geven tot de stemming van drie wetten op 9 mei 2018 voor het gedeelte van de regels die een federale bevoegdheid zijn gebleven. Deze wetten zullen pas in werking treden als alle betrokken regio’s het samenwerkingsakkoord hebben goedgekeurd. Voor het ogenblik is dit nog niet het geval.

We overlopen hierna de nieuwigheden die op komst zijn.

1. Single permit

De voornaamste nieuwigheid op het gebied van tewerkstelling van buitenlandse werknemers is de invoering van één procedure voor  de toekenning van de verblijfs-  en  arbeidsvergunning voor elke aanvraag van een verblijfsvergunning om te komen werken voor een periode van meer dan 90 dagen. Dit is de zogenaamde "single permit".

De wetgever heeft een tweevoudig doel. In de eerste plaats hoopt hij zo de administratieve procedure te vereenvoudigen die tegelijkertijd de aanvraag van een verblijfs- en een arbeidsvergunning inhoudt. In de tweede plaats wenst hij een einde te stellen aan het verschil in behandeling tussen Europese en niet-Europese onderdanen.

Voor iemand die in België wenst te werken, is de procedure momenteel in twee delen opgesplitst. Hij moet namelijk eerst over een geldige verblijfsvergunning beschikken. Hiertoe moet hij zich richten tot de Dienst Vreemdelingenzaken. Daarna, om te kunnen werken, moet hij zich richten tot de bevoegde regionale instellingen (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) die een arbeidskaart zullen afleveren.

De single permit bestaat uit een verblijfsdocument dat eveneens toegang tot de arbeidsmarkt verleent. Concreet betekent dit dat men zich tot één loket moet richten dat door de bevoegde regionale overheid  (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) zal worden ingericht. Vervolgens beslissen de regionale overheid en de Dienst Vreemdelingenzaken elk van hun kant respectievelijk over de arbeids- en  verblijfsvergunning. Als beide beslissingen positief zijn, worden ze opgenomen  in één administratieve beslissing. Deze beslissing wordt daarna aan de werknemer meegedeeld en de werkgever wordt hierover geïnformeerd.

Beide beslissingen  zijn in ieder geval met elkaar verbonden aangezien de verblijfsvergunning van een onderdaan van een derde land die geen toestemming meer heeft om te werken, van rechtswege eindigt negentig dagen na het einde van de toelating om te werken.

Arbeidsvergunningen die voor de inwerkingtreding van de single permit werden afgeleverd, zullen geldig blijven tot hun einddatum. De verlenging ervan zal echter wel onderworpen zijn aan de nieuwe bepalingen.

Als gevolg van de zesde staatshervorming zijn de gewesten bevoegd geworden voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, met uitzondering van de regels  betreffende de arbeidskaart uitgereikt in functie van de bijzondere verblijfssituatie (momenteel arbeidskaart C) en voor jonge au pairs.

  • Buitenlandse onderdanen die zich in een specifieke verblijfssituatie bevinden (namelijk buitenlandse onderdanen van wie het hoofddoel van hun aankomst op het Belgisch grondgebied niet arbeid was en van wie het verblijf, voor de meesten onder hen, beperkt, precair of voorlopig is), zijn uitgesloten van deze nieuwe regeling. Hun verblijfsvergunning zal vermelden of ze het recht hebben om te werken. Er moet dan ook geen arbeidsvergunning meer worden gevraagd.
  • Jonge au pairs die geen Europese onderdanen zijn, blijven onderworpen aan de huidige bepalingen van de wet van 30 april 1999.

Zodra de wet in kwestie van kracht is, zullen we niet nalaten u meer bijzonderheden te geven over de nieuwe procedure van de single permit.

2. Sancties in geval van illegale tewerkstelling van buitenlandse werknemers

De sociale inspectie is bevoegd om alle overtredingen van de bestaande bepalingen inzake tewerkstelling van buitenlandse werknemers te bestraffen. Deze sancties zijn hernomen in artikel 175 van het Sociaal Strafwetboek.

De wet van 9 mei 2018 voegt een nieuwe bepaling toe: artikel 175/1. Dit artikel voorziet in sancties van  niveau 3 of 4 en is enkel van toepassing ingeval van miskenning van de  federale regels .

3. Uitbreiding van het personeel toepassingsgebied van vrijwilligerswerk

De derde wet van 9 mei 2018 wijzigt de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers en stelt dat buitenlandse onderdanen die geldig verblijven evenals bepaalde begunstigden van de opvang vrijwilligerswerk kunnen uitoefenen zonder dat hun verblijfsvergunning moet vermelden dat ze toegang tot de arbeidsmarkt hebben.

De datum van inwerkingtreding van deze nieuwe bepalingen is nog niet gekend omdat zij  afhankelijk zijn  van de goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 door alle regio’s. Deze laatsten moeten bovendien uitvoeringsbesluiten nemen om de toepassing van voornoemd akkoord te concretiseren. In theorie zou de gecombineerde procedure tegen november operationeel moeten zijn. We houden u ervan op de hoogte.