Vanaf 1 januari 2016 wijzigt het referentiejaar dat gebruikt wordt om aan te tonen dat een onderneming in moeilijkheden is om zich te kunnen beroepen op de regeling van economische werkloosheid voor bedienden. Voortaan zullen naast 2008, ook de twee kalenderjaren die de aanvraag van de regeling van economische werkloosheid voorafgaan, kunnen gebruikt worden om aan te tonen dat de onderneming in moeilijkheden is.
Enkel ondernemingen in moeilijkheden kunnen zich beroepen op de regeling van tijdelijke volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van bedienden ingevolge werkgebrek.
Om als onderneming in moeilijkheden te worden beschouwd, moet de onderneming kunnen aantonen dat ze een daling van de omzet, van de productie of van de bestellingen heeft gekend van minimum 10% in één van de vier kwartalen voorafgaand aan de aanvraag tot invoering van de regeling economische werkloosheid, vergeleken met hetzelfde kwartaal van 2008.
Vanaf 1 januari 2016 kunnen ondernemingen deze vergelijking maken met ofwel het jaar 2008, ofwel één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaat om de regeling van economische werkloosheid voor bedienden aan te vragen.
Is ook een onderneming in moeilijkheden, de onderneming die tijdens het kwartaal dat voorafgaat aan de aangetekende verzending van het formulier C106A aan de RVA waarmee de onderneming bewijst dat ze in moeilijkheden is, geconfronteerd wordt met een tijdelijke werkloosheid ingevolge economische redenen voor arbeiders van ten minste 10% van het globaal aantal (zowel arbeiders als bedienden) aan de RSZ aangegeven dagen. Deze regel blijft behouden.