Ouderschapsverlof: uitbreiding van het begrip gehandicapt kind

Van 
92845

Het begrip gehandicapt kind in het kader van ouderschapsverlof wordt uitgebreid teneinde de handicap in al zijn dimensies in aanmerking te nemen.

Inzake ouderschapsverlof wordt de leeftijdsgrens opgetrokken wanneer het kind voor ten minste 66% getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag. De leeftijdsgrens wordt dan meer bepaald vastgesteld op 21 jaar ( in plaats van 12 jaar).

Deze notie houdt dus slechts rekening met de invaliditeit van het kind.

Om rekening te houden met de handicap van het kind in al zijn dimensies, namelijk zowel met zijn lichamelijke en geestelijke capaciteiten, als met zijn autonomie, alsook met de gevolgen voor zijn gezinsleden, werd de notie “kind met een handicap” uitgebreid tot kinderen met een aandoening die leidt tot erkenning van minstens 9 punten in alle drie de pijlers van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving met betrekking tot de kinderbijslag.

Ter herinnering: het begrip werd ook uitgebreid in het kader van het recht op tijdskrediet met motief (zie ons artikel van 21 juni 2018).

Deze uitbreiding heeft dus betrekking op ouderschapsverlof en de basisprincipes is opgenomen in een wet die op 31 december 2018 in werking treedt.

Deze maatregel is vanaf 31 december 2018 van toepassing op de verlofaanvragen die vanaf deze datum bij de werkgever worden ingediend.

Bron: Wet van 14 december 2018 houdende diverse arbeidsbepalingen, BS 21 december 2018, art. 3 tot 5.