1201 Dienstverplaatsingen woon-werkverkeer en overplaatsingen
Paritair (sub-)Comité nr.:
326.00.00-00.00
Bijwerking: 14/03/2024
Geldig vanaf: 01/01/2016
Sedentaire werknemers
- Openbaar vervoer: derdebetalersovereenkomst (tussenkomst 80%).
- Privé-vervoer: gemiddeld 60% van het maandelijks treinabonnement 2de klasse van de NMBS.
- Fiets: 0,35 EUR/km (01/01/2024) of een vergoeding voor de verplaatsing met een privé-voertuig.
Ambulante werknemers en dienstverplaatsingen
- Openbaar vervoer: 100% van de treinkaart 2de klasse;
- Privé-vervoer: 0,4265 EUR/km (01/04/2024).
Mobiliteitstoelage: toegekend aan alle werknemers die hun dagtaak/opdracht ambulant vervullen en hierdoor hun arbeidsweg buiten de diensturen afleggen, door middel van een privé-voertuig, een dienstvoertuig of het openbaar vervoer.
Overplaatsingsvergoeding: indien de meerafstand tussen de woonplaats en respectievelijk de oude en de nieuwe standplaats minstens 5 km, heen en terug bedraagt, wordt een overplaatsingsvergoeding toegekend.
In het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf werd op 28 mei 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de dienstverplaatsingen woon-werk verkeer en overplaatsingen (nr. 93498/CO/326).
Deze CAO werd gewijzigd door de:
- CAO van 3 mei 2012 (nr. 109798/CO/326): fietsvergoeding 0,21 EUR vanaf 1 januari 2012;
- CAO van 6 december 2012 (nr. 112633/CO/326): ;omniumverzekering;
- CAO van 4 januari 2016 (nr. 132289/CO/326): fietsvergoeding 0,22 EUR vanaf 1 januari 2016;
- CAO van 1 maart 2018 (nr. 145213/CO/326): fietsvergoeding 0,23 EUR vanaf 1 januari 2018;
- CAO van 13 januari 2020 (nr. 157440/CO/326): fietsvergoeding 0,24 EUR vanaf 1 januari 2020;
- CAO van 21 december 2024 (nr. 185597/CO/326): fietsvergoeding 0,35 EUR vanaf 1 januari 2024.
1. Definities
1.1. Type van werknemer
Een sédentaire werknemer is een werknemer die zijn werkzaamheden uitoefent op zijn standplaats.
Een ambulante werknemer is een werknemer die, alhoewel hij een standplaats heeft in toepassing van de sociale wetgeving, zijn werkzaamheden uitoefent op verschillende tijdelijke tewerkstellingsplaatsen. Een sédentaire werknemer, die op een andere plaats dan zijn standplaats, een opdracht vervult, wordt gedurende deze dagen beschouwd als ambulante werknemer.
1.2. Arbeidsweg
Onder "de weg naar en van het werk", wordt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van de wet van 10 april 1971 betreffende de arbeidsongevallen, verstaan: het normale traject dat de werknemer moet afleggen om zich van zijn verblijfplaats te begeven naar de plaats waar hij werkt, en omgekeerd. Het traject blijft normaal indien de werknemer de nodige en redelijkerwijze te verantwoorden omwegen maakt.
Voor de sédentaire werknemers is de arbeidsweg, de weg die wordt afgelegd tussen de woonplaats en de standplaats (heen en terug). Er wordt rekening gehouden met de snelste weg.
Voor de ambulante werknemers is de reisweg, de weg die wordt afgelegd tussen de woonplaats en de eerste tijdelijke tewerkstellingsplaats (werf-klant-andere site) en tussen de laatste tijdelijke tewerkstellingsplaats (werf-klant-andere site) en de woonplaats.
De verplaatsingen tussen de eerste en de laatste tijdelijke tewerkstellingsplaats gebeuren tijdens de diensturen.
2. Vergoeding arbeidsweg
2.1. Sédentaire werknemers
2.1.1. Principes
Voor de sédentaire werknemers wordt de arbeidsweg vergoed -conform de wettelijke bepalingen houdende vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage- door de tegemoetkoming van de werkgever in de treinkaart van de Nationale Maatschappij van de Belgische Spoorwegen, voor alle gebruikte vervoermiddelen, behalve de fiets.
Deze vergoedingen worden toegekend op voorwaarde dat het personeelslid minstens éénmaal per maand de verplaatsing woonplaats-standplaats doet.
Indien een afwezigheid, om welke reden ook, een volledige kalendermaand omvat, is de vergoeding niet verschuldigd.
2.1.2. Verplaatsing met het openbaar vervoer
Het systeem van de derde betaler, met een tegemoetkoming van de werkgever van 80 %, wordt toegepast zolang de regeringsmaatregelen geldig blijven. De tegemoetkoming van de werkgever blijft in elk geval beperkt tot 80 %.
Vanaf 1 september 2005 komt de werkgever eveneens voor maximum 80 % tegemoet in de abonnementen van ander openbaar vervoer - bus, tram, metro.
Bovenstaande abonnementen mogen gecumuleerd worden maar er is geen cumul met elke andere terugbetaling van het traject thuis-werkplaats.
Het systeem betreft enkel de jaarlijkse abonnementen. Nochtans, worden uitzonderlijke gevallen zoals overplaatsingen gunstig in overweging genomen door de ondernemingen.
2.1.3. Verplaatsing met de fiets
Indien de afstand woonplaats - standplaats wordt afgelegd met de fiets, wordt een fietsvergoeding toegekend ten belope van 0,35 EUR/km met een plafon van 2.500,00 EUR per kalenderjaar of naar keuze van de werknemer een vergoeding voor de verplaatsing woon-werk met privé-voertuig.
2.1.4. Privé-voertuig
De werkgeverstussenkomst wordt in de verplaatsing woon-werk met een privé-voertuig bepaald in toepassing van de tabel in bijlage 1 die per verplaatsingsafstand de percentages van de werkgevertussenkomst herneemt op basis van de tarieven van het maandelijks treinabonnement 2de klasse.
Commentaar: zie de bijlage van de CAO van 03.05.2012 om de hierboven vermelde tabel te raadplegen.
De werkgeverstussenkomst blijft in het vervoer van de werknemers met een privé voertuig behouden op gemiddeld 60% op basis van de tarieven van het officieel maandelijks treinabonnement 2de klasse.
2.2. Ambulante werknemers
De arbeidsweg wordt vergoed door de regeling dienstverplaatsingen (zie punt 3.4.).
3. Dienstverplaatsingen
3.1. Definities
Alle verplaatsingen, zowel met bedrijfsvoertuig als privé-voertuig als openbaar vervoer tijdens of buiten de diensturen in het raam van dienstnoodwendigheden worden beschouwd als dienstverplaatsingen.
Indien aan een sédentaire werknemer gevraagd wordt om dienstverplaatsingen te doen buiten de diensturen, wordt op die dag de vergoeding, zoals omschreven in punt 3.4. toegekend.
3.2. Vorming en opleiding
De organisatoren van vormings- en opleidingsprogramma's spannen zich in voor aangepaste uurroosters teneinde verplaatsingen buiten de diensturen maximaal te vermijden. Indien de verplaatsingen naar en van opleidingscentra toch buiten de diensturen zouden plaatsvinden, worden deze verplaatsingen vergoed zoals bepaald in punt 3.4.
3.3. Bepaling van de afstand
Voor de ambulante werknemers wordt rekening gehouden met de effectief afgelegde afstand van en naar de woonplaats, tenzij de werknemer bij de aanvang en/of het einde van de werkdag de standplaats aandoet. In dit geval wordt de afgelegde afstand vanuit de woonplaats verminderd met de arbeidsweg, enkel of heen en terug.
Voor de sédentaire werknemers aan wie uitzonderlijk gevraagd wordt hun persoonlijk voertuig te gebruiken, wordt de volledige afstand woonplaats-tijdelijke tewerkstellingsplaats(en)- woonplaats in rekening gebracht voor het bepalen van de km-vergoeding.
3.4. Vergoedingen
3.4.1. Gebruik van het privé-voertuig
De effectief gereden kilometers worden vergoed volgens het staatsbarema inzake reiskosten. Dit bedrag volgt de evolutie van de vergoeding van de federale ambtenaren zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Bedrag (01/10/2023): 0,4259 EUR/km.
Historiek:
Periode | Bedrag per kilometer |
01/07/2019-30/06/2020 | 0,3653 EUR |
01/07/2020-30/06/2021 | 0,3542 EUR |
01/07/2021-28/02/2022 | 0,3707 EUR |
01/03/2022-30/06/2022 | 0,4020 EUR |
01/07/2022-30/09/2022 | 0,4170 EUR |
01/10/2022-31/12/2022 | 0,4201 EUR |
01/01/2023-31/03/2023 | 0,4259 EUR |
01/04/2023-30/06/2023 | 0,4246 EUR |
01/07/2023-30/09/2023 | 0,4237 EUR |
01/10/2023-31/12/2023 | 0,4259 EUR |
01/01/2024 - 31/03/2024 | 0,4269 EUR |
01/04/2024 - 30/06/2024 | 0,4265 EUR |
Indien aan de gestelde voorwaarden, zoals bepaald in punt 3.4.5., voldaan is, wordt eveneens een mobiliteitstoelage toegekend.
3.4.2. Omniumverzekeringen
De mogelijkheid wordt geboden om aan te sluiten bij een omniumverzekering 24 uren op 24 volgens de volgende voorwaarden.
Voorwaarden van toepassing voor de omniumverzekering 24/24u:
- ouderdom wagen: max. 10 jaar;
- Elk personeelslid dat minstens 2000 professionele km per jaar rijdt, al niet vergoede overplaatsingskilometers en zendingen inbegrepen, krijgt de mogelijkheid om zich aan te sluiten bij een polis mits het betalen van een jaarlijkse persoonlijke bijdrage. Deze persoonlijke bijdrage kan vanaf 01.01.2013, na overleg met de syndicale delegatie of, bij ontstentenis, met de representatieve werknemersorganisaties, jaarlijks worden geïndexeerd volgens de evolutie van het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex van de maand december. De equivalente of gunstigere lokale akkoorden blijven van toepassing (CAO van 06.12.2012);
- elk personeelslid dat minstens 1000 professionele km per jaar rijdt, al dan niet vergoede overplaatsingskilometers en zendingen inbegrepen, krijgt de mogelijkheid om aan te sluiten bij een polis mits het betalen van een jaarlijkse persoonlijke bijdrage van het dubbele van hetgeen hierboven vermeld staat;
- de andere personeelsleden krijgen de mogelijkheid om via het aanbod "Ethias Affinity" aan te sluiten bij een omniumverzekering 24 uren op 24.
Geldende voorwaarden omniumverzekering dienstverplaatsingen
- ouderdom wagen: maximum 15 jaar;
- de omniumverzekering voor dienstverplaatsingen valt ten laste van de werkgever.
3.4.3. Gebruik van het openbaar vervoer
De tickets 2de klasse worden volledig terugbetaald. Indien aan de gestelde voorwaarden, zoals bepaald in apunt 3.4.5., voldaan is, wordt eveneens een mobiliteitstoelage toegekend.
3.4.4. Gebruik van een dienstvoertuig
Indien aan de gestelde voorwaarden, zoals bepaald in punt 3.4.5. voldaan is wordt eveneens een mobiliteitstoelage toegekend.
3.4.5. Mobiliteitstoelage
A. Bedrag
Aan alle werknemers die hun dagtaak/opdracht ambulant vervullen en hierdoor hun arbeidsweg buiten de diensturen afleggen, wordt een mobiliteitstoelage toegekend.
Indien de totale afstand tussen de woonplaats-werf/tijdelijke tewerkstellingsplaats-woonplaats niet meer dan 40km is, bedraagt deze mobiliteitstoelage 6,25 EUR per dag, geïndexeerd op 1 juli van elk jaar.
Van zodra de totale afstand tussen de woonplaats-werf / tijdelijke tewerkstellingsplaats-woonplaats meer dan 40 km en niet meer dan 130 km is, wordt de mobiliteitstoelage per gereden km verhoogd met 0,23 EUR, geïndexeerd op 1 juli van elk jaar.
Indien de totale afstand tussen de woonplaats-werf/tijdelijke tewerkstellingsplaats-woonplaats meer dan 130 km en niet meer dan 200 km is, dan geeft de bijkomende afstand aanleiding tot een tijdsvergoeding naar rata van 50 km per uur, volgens het normale uurloon van de werknemer. De verplaatsingstijd wordt niet geïmputeerd op de arbeidstijd.
Indien de totale afstand tussen de woonplaats-werf / tijdelijke tewerkstellingsplaats-woonplaats meer dan 200km is, wordt vanaf de 201e km de verplaatsingstijd geïmputeerd op de arbeidstijd. Deze tijd wordt dus ook in normale uren betaald.
Afstand heen en terug tussen woonplaats en werf/tijdelijke tewerkstellingsplaats |
Bedragen |
||||||||
01/07/2022 | 01/07/2021 | 01/07/2020 |
01/07/2019 |
01/07/2018 |
01/07/2017 |
01/07/2016 |
01/07/2015 |
01/07/2014 |
|
< 40 km |
8,99 EUR/dag. | 8,3127 EUR/dag | 8,2477 EUR/dag |
8,1651 EUR/dag |
8,0092 EUR/dag |
7,8953 EUR/dag |
7,7638 EUR/dag |
7,6957 EUR/dag |
7,6812 EUR/dag |
> 40 km et < 130 km |
8,99 EUR/dag + 0,3308 EUR/km | 8,3127 EUR/dag + 0,3059 EUR/km | 8,2477 EUR/dag + 0,3035 EUR/km |
8,1651 EUR/dag + 0,3005 EUR/km |
8,0092 EUR/dag + 0,2947 EUR/km |
7,8953 EUR/dag + 0,2905 EUR/km |
7,7638 EUR/dag + 0,2857 EUR/km |
7,6957 EUR/dag + 0,2832 EUR/km |
7,6812 EUR/dag + 0,2827 EUR/km |
> 130 km et < 200 km |
Tijdsvergoeding naar rata van 50 km per uur, volgens het normale uurloon van de werknemer. De verplaatsingstijd wordt niet geïmputeerd op de arbeidstijd. |
||||||||
> 200 km |
Verplaatsingstijd wordt geïmputeerd op de arbeidstijd, betaald in normale uren betaald. |
B. Sociaal en fiscaal statuut van de mobiliteitstoelage
Een mobilteitspremie is niet onderworpen aan de RSZ als zij voldoet aan de volgende voorwaarden :
- de forfaitaire regeling van terugbetaling en de vergoedingen die zij vaststelt moeten worden omschreven bij sectorale CAO algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit;
- het bedrag van de vergoeding mag de som van 0,1316 EUR per kilometer afstand tussen de woonplaats en de werkplaats, te berekenen op de afstand heen en terug, niet overschrijden.
Elke vergoeding die voor een bepaalde verplaatsing het bedrag van 0,1316 EUR (al dan niet bepaald bij CAO) overschrijdt, wordt integraal als loon beschouwd.
Diezelfde mobiliteitspremie is maar voor de helft belastbaar (met steeds een minimum onbelastbaar bedrag van 12,39 EUR per effectief gepresteerde maand) onder dezelfde voorwaarden als de voorwaarden die de RSZ stelt.
In het PC 326 moeten de volgende mobiliteitsvergoedingen betaald worden:
- Indien de totale afstand tussen de woonplaats - werf / tijdelijke tewerkstellingsplaats - woonplaats niet meer dan 40 km is, bedraagt deze mobiliteitstoelage 8,1651 EUR/dag (bedrag op 01.07.2019) (Dat komt dus neer op minimum 8,1651/40 = 0,200 EUR/km)
- Van zodra de totale afstand tussen de woonplaats - werf / tijdelijke tewerkstellingsplaats - woonplaats meer dan 40 km en niet meer dan 130 km is, wordt de mobiliteitstoelage per gereden km verhoogd met 0,3005 EUR/km (bedrag op 01/07/2019).
De bedragen zijn voorzien door een CAO waardoor voorwaarde 1 vervuld is. De bedragen overschrijden wel 0,1316 EUR per kilometer.
Conclusie : er moet RSZ + BV aan 100% op berekend worden.
3.4.6. Chauffeurstoelage
De personeelsleden die momenteel genieten van een chauffeurspremie, dit wil zeggen gedurende minstens 100 dagen een chauffeurspremie ontvangen hebben in 2003, worden nominatief opgelijst op 31 december 2003. Zij krijgen vanaf 1 januari 2004, ten persoonlijke titel, een chauffeurstoelage, waarvan het bedrag bevroren wordt op 3 EUR per dag die recht geeft op deze chaufferstoelage.
4. Zendingen
Een "zendingsopdracht" is een opdracht die tijdelijk op een andere tewerkstellingsplaats wordt uitgeoefend dan de standplaats. Na deze tijdelijke opdracht wordt de werknemer opnieuw tewerkgesteld op zijn standplaats. De zending maakt steeds het voorwerp uit van een voorafgaand overleg en gesprek met het betrokken personeelslid, evenueel bijgestaan door zijn syndicale afgevaardiging, en wordt steeds schriftelijk bevestigd met vermelding van de vermoedelijke duur, de gevolgen op de kwalificatie en het te volgen uurrrooster.
Een dergelijke zendig is gebaseerd op een onderling akkoord. Ingeval van betwisting, wordt deze voorgelegd aan een commissie ad hoc op het niveau van de onderneming.
Een zending, in principe minimum 3 maanden, is steeds een tijdelijk fenomeen. Er wordt telkens gestreefd naar een maximale duur van 1 jaar. Deze duur kan maximaal verlengd worden met 6 maanden, tenzij in zeer uitzonderlijke omstandigheden.
Bij verlenging van de vermoedelijke duur, van maximum 1 jaar, vindt opnieuw een voorafgaand overleg en gesprek met het personeelslid plaats.
De verlenging wordt ook steeds schriftelijk bevestigd.
Het personeelslid in zending blijft verder ressorteren onder zijn technische bedrijfseenheid vermeld in zijn arbeidsovereenkomst en geniet derhalve dus van de lokale voordelen van de technische bedrijfseenheid.
Tijdens deze zending gelden tevens de vergoedingen voor dienstverplaatsingen ongeacht het gebruikte vervoermiddel.
5. Overplaatsingen
5.1. Definities
Er is sprake van een "overplaatsing" indien een personeelslid een andere standplaats wordt toegewezen. Indien de meerafstand tussen de woonplaats en respectievelijk de oude en de nieuwe standplaats minstens 5 km, heen en terug bedraagt, wordt een overplaatsingsvergoeding toegekend.
5.2. Principes
Wanneer personeelsleden beschikbaar worden, kunnen overplaatsingen naar een andere entiteit / standplaats of naar een andere onderneming van de bedrijfstak plaatsvinden.
De syndicale organisaties verbinden zich ertoe het akkoord van de werknemers te bekomen indien deze tengevolge van een reorganisatie zonder job zouden vallen.
De ondernemingen verbinden zich ertoe zich in te spannen om alle andere maatregelen ter voorkoming van overplaatsingen te onderzoeken, bijvoorbeeld herscholing.
De overplaatsing van een individueel personeelslid gebeurt na voorafgaande informatie over de omstandigheden die deze overplaatsing noodzakelijk maken en over de voorwaarden die eraan verbonden zijn.
Tijdens dit overleg kan het betrokken personeelslid zich op zijn verzoek laten bijstaan door een syndicaal afgevaardigde.
Na dit overleg, wordt aan betrokkene zijn akkoord gevraagd.
De overplaatsing van groepen van personeelsleden ten gevolge van ondermeer wijzigingen in de organisatie, sluiting van een centrale, exploitatiezetel of verlies van een activiteit, waardoor deze groepen van personeelsleden beschikbaar worden, moet worden voorafgegaan door enerzijds een informatie van de betrokken ondernemingsraden of, indien er geen ondernemingsraad bestaat, van de betrokken syndicale afvaardiging en anderzijds overleg met de syndicale afvaardiging. Dit overleg kan geen betrekking hebben op de bepalingen voorzien in punt 5.4.
Aangezien de stabiliteit van de tewerkstelling slechts mogelijk is door een redelijke mobiliteit van de werknemers, spannen de syndicale organisaties zich in om het akkoord van de betrokken personeelsleden te bekomen telkens wanneer overplaatsingen zowel inidividueel als in groep plaatsvinden. Zij verbinden zich ertoe het akkoord van de personeelsleden te bekomen indien deze ten gevolge van een reorganisatie zonder job zouden vallen.
De ondernemingen spannen zich in om alle maatregelen ter voorkoming van overplaatsingen te onderzoeken, bijvoorbeeld herscholing.
Indien het personeelslid aangesteld wordt in een functie van mindere kwalificatie tengevolge van een reorganisatie, sluiting van een centrale, enz... behoudt het personeelslid, ten persoonlijke titel, de vroegere baremische curve.
Redelijke mobiliteit
Bij het beoordelen van "redelijke mobiliteit" wordt ondermeer rekening gehouden met factoren zoals afstanden, opeenvolgende overplaatsingen, taalregime, familiale omstandigheden, bijvoorbeeld zorg voor gehandicapte kinderen.
Bij iedere vacature in de oorspronkelijke standplaats, wordt voorrang verleend aan de overgeplaatste personeelsleden voor zover zij over de nodige competenties beschikken of deze kunnen verwerven na een redelijke en overeengekomen periode.
Spontane kandidatuur
Er worden geen overplaatsingsvergoedingen toegekend ingeval van een spontane kandidatuurstelling, behoudens bij reorganisatie, sluiting centrale, enz, aangekondigd in de ondernemingsraad en na overleg met de syndicale afvaardiging.
Toekenning van de overplaatsingsvergoedingen
De overplaatsingsvergoedingen worden per dag en effectief traject toegekend, tenzij dit traject reeds aanleiding geeft tot een andere vergoeding i.c. dienstverplaatsing. Er kan immers geen cumul zijn van verschillende vergoedingen voor eenzelfde traject.
Overplaatsing van een ambulante werknemer
Een ambulante werknemer, die administratief werd overgeplaatst, wordt vergoed conform de regeling dienstverplaatsingen telkens hij de verplaatsing woonplaats-nieuwe standplaats moet doen.
Hij wordt slechts geografisch overgeplaatst op het ogenblik dat hij sedentair wordt. Op dat ogenblik wordt de hierboven vermelde procedure zoals voorzien in punt 5.4. opgestart en de voorziene overplaatsingsvergoedingen uitbetaald.
5.3. Afstand
Er wordt rekening gehouden met de effectief gereden afstand woonplaats-nieuwe standplaats, waarvan de afstand woonplaats-eerste standplaats bij aanwerving waarvoor op het ogenblik van de overplaatsing een sociaal abonnement wordt uitbetaald, overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, afgetrokken wordt. Er wordt rekening gehouden met het snelste traject.
In geval de enkele meerafstand meer is dan 80 km, moet het personeelslid uitdrukkelijk akkoord gaan. Deze overplaatsingen moeten uitzonderlijk zijn.
In geval van opeenvolgende overplaatsingen binnen een tijdsbestek van respectievelijk 4, 5 of 6 jaar wordt rekening gehouden met de effectief gereden afstand woonplaats-nieuwe standplaats, waarvan de afstand die vergoed wordt door het sociaal abonnement, overeenkomstig de bepalingen van punt 2, op het ogenblik van de eerste overplaatsing in mindering wordt gebracht.
In geval van opeenvolgende overplaatsingen buiten een tijdsbestek van respectievelijk 4, 5 of 6 jaar waarbij de meerafstand groter is dan 19km, enkele afstand, ten opzichte van de laatste standplaats wordt rekening gehouden met de effectief gereden afstand woonplaats-nieuwe standplaats, waarvan de afstand die vergoed wordt door het sociaal abonnement, overeenkomstig de bepalingen van punt 2 op het ogenblik van de eerste overplaatsing in mindering wordt gebracht.
In geval van opeenvolgende overplaatsingen buiten een tijdbestek van respectievelijk 4, 5 of 6 jaar waarbij de meerafstand kleiner is dan 20 km, enkele afstand, ten opzichte van de laatste standplaats wordt rekening gehouden met de effectief gereden afstand woonplaats-nieuwe standplaats, waarvan de afstand die vergoed wordt door het sociaal abonnement, overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, op het ogenblik van de eerste overplaatsing en de afstand die vergoed wordt door het treinabonnement in mindering worden gebracht.
In geval van opeenvolgende overplaatsingen, mag de totaal effectief gereden afstand woonplaats-nieuwe standplaats niet meer bedragen dan 80 km enkelvoudig, tenzij in uitzonderlijke gevallen. In dit geval moet het personeelslid uitdrukkelijk akkoord gaan.
5.4. Vergoedingen
5.4.1. Gebruik van het privé-voertuig
Bij een enkele meerafstand van 2,5 tot 50 km wordt gedurende 4 jaar na de overplaatsingsdatum het staatsbarema toegepast. Na 4 jaar wordt de treinkaart 2e klasse volledig terugbetaald, voor de volledige afstand woonplaats-standplaats.
Bij een enkele meerafstand van meer dan 50 km en minder dan of gelijk aan 80 km wordt gedurende 5 jaar na de overplaatsingsdatum het staatsbarema toegepast. Na 5 jaar wordt de treinkaart 2e klasse aan volledig terugbetaald, voor de volledige afstand woonplaats-standplaats.
Bij een enkele meerafstand van meer dan 80km wordt gedurende 6 jaar na de overplaatsingsdatum het staatsbarema toegepast. Na 6 jaar wordt de treinkaart 2e klasse volledig terugbetaald, voor de volledige afstand woonplaats-standplaats.
5.4.2. Gebruik van het openbaar vervoer
De treinkaart 2e klasse wordt volledig terugbetaald zonder tijdsbeperking en voor de volledige afstand woonplaats-nieuwe standplaats.
Op basis van bewijsstukken worden de eventuele parkeerkosten aan stations terugbetaald.
5.4.3. Algemeen
Indien een personeelslid normaal zijn overplaatsingstraject aflegt met een privé voertuig en uitzonderlijk - omwille van zijn comfort - het openbare vervoer wenst te gebruiken, er kan dus geen abonnement of treinkaart voorgelegd worden, zullen de voorgelegde ticketten 2e klasse integraal terugbetaald worden, voor de volledig afgelegde afstand.
Verhuizingen: indien de afstand woonplaats-nieuwe standplaats herleid wordt tot maximum 20 km, enkelvoudig tengevolge van een verhuizing binnen respectievelijk 4, 5 en 6 jaar na de overplaatsing worden bovenop de eigenlijke verhuiskosten; te weten, verhuiswagen en normale heraansluitingskosten of standaardaansluiting inzake openbare nutsvoorzieningen, telefoon, elektriciteit, gas, water, internetaansluiting, de kosten verbonden aan aanpassingswerken ten belope van maximaal 2479 EUR terugbetaald, na voorlegging van bewijsstukken.
In geval van tegemoetkoming voor verhuizing, wordt de overplaatsingsvergoeding nog gedurende één jaar verder uitbetaald. Na dit jaar wordt de vergoeding woonplaats-standplaats berekend op de afstand nieuwe woonplaats-standplaats.
Indien een verhuizing geen aanleiding geeft tot een tegemoetkoming, blijft de overplaatsingsvergoeding, van toepassing voor de verhuizing, verder lopen. Ingeval de nieuwe afstand woonplaats-standplaats korter geworden is, volgt een herberekening.
Promoties worden niet in mindering gebracht van de overplaatsingsvergoeding.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
13/01/2020 |
Registratienr
157440 |
Geldig van
01/01/2019 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
15/01/2020 |
Registratiedatum
03/03/2020 |
||
Onderwerp
Sociale programmatie. |
|||
BS Bericht van neerlegging
30/03/2020 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/12/2020 |
Gepubliceerd in het B.St. van
02/02/2021 |
||
Keywords
LONEN, ALTERNATIEF VOORDEEL/BELONINGSWIJZE (EXCL. PREMIE, CHEQUE, BONUS), AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), RISICOGROEPEN, SYNDICALE VORMING, SYNDICALE PREMIE, SOCIALE VREDE |
Datum CAO
01/03/2018 |
Registratienr
145213 |
Geldig van
01/01/2017 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
05/03/2018 |
Registratiedatum
09/03/2018 |
||
Onderwerp
sociale programmatie |
|||
BS Bericht van neerlegging
20/03/2018 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
07/10/2018 |
Gepubliceerd in het B.St. van
25/10/2018 |
||
Keywords
LONEN, ALTERNATIEF VOORDEEL/BELONINGSWIJZE (EXCL. PREMIE, CHEQUE, BONUS), VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, RISICOGROEPEN, SYNDICALE VORMING, SYNDICALE PREMIE, WERKING PARITAIR COMITÉ, SOCIALE VREDE |
Datum CAO
04/01/2016 |
Registratienr
132289 |
Geldig van
01/01/2015 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
07/01/2016 |
Registratiedatum
18/03/2016 |
||
Onderwerp
sociale programmatie |
|||
BS Bericht van neerlegging
13/04/2016 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
12/12/2016 |
Gepubliceerd in het B.St. van
26/01/2017 |
||
Keywords
LONEN, MAALTIJDCHEQUES, ALTERNATIEF VOORDEEL/BELONINGSWIJZE (EXCL. PREMIE, CHEQUE, BONUS), VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, RISICOGROEPEN, STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT), SYNDICALE PREMIE, SOCIALE VREDE |
Datum CAO
06/12/2012 |
Registratienr
112633 |
Geldig van
01/01/2012 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
10/12/2012 |
Registratiedatum
02/01/2013 |
||
Onderwerp
dienstverplaatsingen en overplaatsingen |
|||
BS Bericht van neerlegging
22/01/2013 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
23/05/2013 |
Gepubliceerd in het B.St. van
02/12/2013 |
||
Keywords
LONEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN |
Datum CAO
03/05/2012 |
Registratienr
109798 |
Geldig van
01/01/2011 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
04/05/2012 |
Registratiedatum
08/06/2012 |
||
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden |
|||
BS Bericht van neerlegging
19/06/2012 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/03/2013 |
Gepubliceerd in het B.St. van
10/04/2013 |
||
Keywords
LONEN, ALTERNATIEF VOORDEEL/BELONINGSWIJZE (EXCL. PREMIE, CHEQUE, BONUS), AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, RISICOGROEPEN, SYNDICALE PREMIE, SOCIALE VREDE |
Datum CAO
28/05/2009 |
Registratienr
93498 |
Geldig van
01/01/2004 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
09/06/2009 |
Registratiedatum
06/08/2009 |
||
Onderwerp
tussenkomst in dienstverplaatsingen woon-werk verkeer en overplaatsingen |
|||
BS Bericht van neerlegging
14/08/2009 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
04/03/2010 |
Gepubliceerd in het B.St. van
17/06/2010 |
||
Keywords
VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN |
Datum CAO
21/12/2023 |
Registratienr
185597 |
Geldig van
01/01/2023 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
22/12/2023 |
Registratiedatum
25/01/2024 |
||
Reikwijdte
gebaremiseerde werknemers |
|||
Onderwerp
Sociale Programmatie 2023 - 2024 |
|||
BS Bericht van neerlegging
07/02/2024 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
- |
Gepubliceerd in het B.St. van
- |
||
Keywords
- |
|||
Tekst aangepast op
27/01/2024 |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2016 | 31/12/2999 | 1201 Dienstverplaatsingen woon-werkverkeer en overplaatsingen |
01/01/2012 | 31/12/2015 | 1201 Dienstverplaatsingen woon-werkverkeer en overplaatsingen |
01/01/2012 | 31/12/2011 | 1201 Dienstverplaatsingen woon-werkverkeer en overplaatsingen |
01/01/2004 | 31/12/2011 | 1201 Dienstverplaatsingen woon-werkverkeer en overplaatsingen |
01/01/1997 | 31/12/2003 | 1201 12 Verplaatsingen |