040101 Loonvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
224.00.00-00.00

Bijwerking: 22/02/2016
Geldig vanaf: 01/01/2010
Geldig tot: 31/12/2010

In het Paritair Comité voor de bedienden in de non-ferro metalen werd op 17 december 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de functieclassificatie van de bedienden. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 14 november 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 december 2002.

Deze werd het laatst gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2009 betreffende het sectoraal barema. Deze CAO werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 4 november 2009 onder het nr. 95489/CO/224. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 30 november 2009. Artikelen 32 tot 34 van de CAO van 17 december 2001 werd gewijzigd en de wijziging treedt in werking op 1 juli 2009.

In hetzelfde paritair comité werd op 25 oktober 2010 een CAO gesloten tot verlenging van de CAO van 19 juni 2009 aangaande het sectoraal barema en tot aanpassing van artikel 32 § 2 van de CAO van 17 december 2001 houdende de functieclassificatie. Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 25 november 2010 onder het nr. 102420/CO/224; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 6 december 2010.

Deze CAO werd verlengd:

Wij geven u hierna de bepalingen van deze CAO's betreffende de loonvoorwaarden.

Bij wijze van overgang tot 31 december 2009 wordt de bestaande sectorale weddeschaal op basis van leeftijd, zoals vastgesteld in artikel 32 van de CAO van 17 december 2001 houdende de functieclassificatie, vanaf 1 juli 2009 vervangen door een nieuwe sectorale weddeschaal op basis van de beroepsloopbaan.

Dit overgangsbarema zal vanaf 1 januari 2010 vervangen worden door een nieuwe regeling. De partijen bij deze CAO zullen besprekingen voeren tijdens de duurtijd van deze CAO teneinde te komen tot een definitieve en duurzame oplossing die moet ingaan vanaf 1 juli 2009, waarbij de sociale en budgettaire neutraliteit zal gerespecteerd worden.

De ondememingen die nog een bedrijfseigen barema gebaseerd op het leeftijdscriterium hanteren kunnen op him niveau de omzetting hiervan naar een barema gebaseerd op een nietleeftijdsgebonden criterium aanvatten of verderzetten. Zo kan op ondernemingsvlak een barema worden ontwikkeld waarbij ook rekening wordt gehouden met persoonlijke vaardigheden en competenties.

Commentaar: de overgangsmaatregel voor de invoering van een nieuwe nationale minimum weddeschaal en ondernemingsbarema's wordt verlengd tot 1 juli 2017.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, evenals op de mannelijke en vrouwelijke bedienden die de door deze collectieve arbeidsovereenkomst geclassificeerde referentiefuncties uitoefenen of waarvan de uitgeoefende functie werd geclassificeerd naar analogie van deze referentiefuncties volgens de procedure vastgelegd bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst coördineert de bepalingen van:

Zij voorziet in een sectoraal classificatiesysteem en –procedure, evenals in een sectorale minimumweddeschaal voor de functies bedoeld in artikel 1.

(...)

Artikel 32

§1. De minimummaandwedden per categorie, gebaseerd op het aantal jaren beroepsloopbaan, zijn hierna vastgesteld:

Commentaar: voor de minimumwedden en voor de evolutie van deze minimumwedden verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

§2. Onder beroepservaring wordt verstaan de periode van effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties bij de werkgever waar de bediende in dienst is, evenals de periodes van effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties die de bediende voor de indiensttreding verworven heeft als werknemer, zelfstandige of als statutair ambtenaar.

Voor de bepaling van de periode van beroepservaring worden deeltijdse prestaties gelijkgesteld met voltijdse prestaties.

De hierna bepaalde periodes van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst worden met effectieve beroepsprestaties gelijkgesteld:

Alle periodes van uitkeringsgerechtigde werkloosheid worden eveneens gelijkgesteld met effectieve beroepsprestaties met een maximum van 3 jaar.

Indien de werkgever diplomavereisten stelt voor het invullen van een vacature, zullen de jaren studie die normaal nodig zijn om dit diploma te kunnen bereiken na de leeftijd van 16 jaar (weddeschaal A), 18 jaar (weddeschaal B,C) of 21 jaar (weddeschaal D, E, F) gelijkgesteld worden met effectieve beroepsprestaties.

§3. De nuttige beroepsloopbaan voor de functies opgenomen in de sectorale weddeschaal begint te lopen vanaf de leeftijd van 16 jaar.

§4. Het aantal jaren beroepsloopbaan waarop pas afgestudeerden de volwaardige functiewedde kunnen genieten, rekening gehouden met de te verwerven gemiddelde ervaringstijd nodig voor de normale uitoefening van de geclassificeerde functies, is per categorie aangegeven met een plusteken (+).

§5. Op het vlak van de ondernemingen kan een "huisweddenschaal" worden vastgesteld. In voorkomend geval geschiedt dit in overleg met de syndicale afvaardiging.

Artikel 33

Bedienden die worden aangeworven met minder beroepsloopbaanjaren dan deze bedoeld in artikel 32 §4, worden tijdens de inloopperiode bezoldigd volgens de weddeschaal van de betrokken klasse, op de trap overeenstemmend met hun beroepsloopbaanjaren, verminderd met het nog te verwerven aantal jaren functie-ervaring.

De toepassing van deze degressiviteit kan niet voor gevolg hebben dat deze bedienden op een trap worden geplaatst lager dan de trap overeenstemmend met de laagste beroepsloopbaanjaren van de overeenstemmende weddeschaal.

Per nadien verworven jaar functie-ervaring, wordt één trap degressiviteit afgebouwd.

Artikel 34

Bedienden die worden aangeworven met meer beroepsloopbaanjaren dan deze bedoeld in artikel 32 §4, worden tijdens de inloopperiode bezoldigd volgens de weddeschaal van de betrokken klasse, met toepassing van een degressiviteit van 2,5% per jaar nog te verwerven functie-ervaring, met een maximum van 3 jaar.

Per nadien verworven jaar functie-ervaring, wordt één trap van 2,5% degressiviteit afgebouwd.

Artikel 35

Bij promotie wordt de bediende tijdens de inloopperiode bezoldigd volgens de weddeschaal van de nieuwe functie, met een degressiviteit van 2,5% per klasse die hij promoveert.

De degressiviteit wordt per jaar met 2,5% afgebouwd.

Artikel 36

Bedienden waarvan de functie bij de invoering van de classificatie of bij de in artikel 30 voorziene herziening in een hogere of lagere categorie wordt geclassificeerd, worden onmiddellijk bezoldigd volgens de weddeschaal overeenstemmend met de nieuwe betrokken categorie.

Wanneer de functie echter in een lagere categorie wordt ondergebracht, wordt het verschil tussen de oude en de nieuwe van toepassing zijnde wedde vastgelegd en bovenop de nieuwe weddeschaal bijbetaald onder de vorm van een bijslagwedde.

De bijslagwedde wordt aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en de bij collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde algemene weddeverhogingen.

Artikel 37

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd met een opzegging van drie maanden. De opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekenende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de ondertekenende organisaties.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 3 april 1992, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 21 februari 1994, van 17 november 1994 en van 17 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, houdende de functieclassificatie voor de bedienden.

Zij vervangt eveneens de bepalingen van hoofdstuk III, afdeling 3, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het sectoraal akkoord 2001-2002.

Artikel 38

De vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 april 1992 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen houdende de functieclassificatie voor bedienden door huidige collectieve arbeidsovereenkomst houdt in dat in iedere collectieve arbeidsovereenkomst de verwijzing naar de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 april 1992 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, houdende de functieclassificatie voor bedienden moet worden gelezen als verwijzing naar huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
25/10/2010
Registratienr
102420
Geldig van
01/01/2010
Geldig tot
31/12/2010
Neerleggingsdatum
26/10/2010
Registratiedatum
25/11/2010
Onderwerp
barema en functieclassificatie
BS Bericht van neerlegging
06/12/2010
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
03/08/2012
Gepubliceerd in het B.St. van
06/11/2012
Keywords
FUNCTIECLASSIFICATIE

Historiek
01/01/2021 31/12/2022 040101 Loonvoorwaarden
01/01/2010 01/07/2017 040101 Loonvoorwaarden
01/01/2010 31/12/2010 040101 Loonvoorwaarden
01/07/2009 31/12/2009 040101 Loonvoorwaarden
01/01/2009 30/06/2009 040101 Loonvoorwaarden
01/05/2005 31/12/2008 040101 Loonvoorwaarden
01/05/2003 30/04/2005 040101 Loonvoorwaarden
01/07/2001 30/04/2003 040101 0401 Loonvoorwaarden