0504 Eindejaarspremie - Vlaamse geregionaliseerde sectoren

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.20-00.00

Bijwerking: 15/01/2024
Geldig vanaf: 01/01/2018

Bedrag 2023:

  • geïndexeerd forfaitair deel: 1202,31 EUR;
  • procentueel deel: 3,03% van het geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer.

Toekenningsvoorwaarden:

  • volledig bedrag toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode;
  • iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de referentieperiode geeft recht op 1/9e van de toegekende eindejaarspremie.

Referentieperiode: van 01/01 t.e.m. 30/09 van het betrokken kalenderjaar van uitbetaling.

Betalingsdatum: wordt in één maal uitbetaald in de loop van de maand december of in de maand van uitdiensttreding.

Prorata en gelijkstellingen:  ja

Uitsluitingen:

  • om dringende reden ontslagen werknemers;
  • tijdens de proefperiode ontslagen werknemers;
  • studenten;
  • vervangers, voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer de eindejaarpremie ontvangt;
  • werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de premie;
  • werknemers die reeds een dergelijke eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze premie.

In het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten werd op 12 november 2018 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de eindejaarspremie (nr.150635/CO/330). Het artikel 5 wordt door de cao van 12 december 2020 aangevuld (nr. 162309/CO/330).

De bepalingen van dit hoofdstuk zijn enkel van toepassing op de bij de laatste staatshervorming geregionaliseerde PC 330-zorgsectoren die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie vallen (zie Artikel 1 van de CAO).

 

1. Toepassingsgebied

Werkgevers en werknemers die ressorteren onder het paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, en die behoren tot de onderstaande sectoren onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:

  • de categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend beschikt over een G-dienst (revalidatie van geriatrische patiënten) en/of een Sp-dienst (gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie) als vermeld in artikel 5, §1, I, eerste lid, 3° en 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen);
  • de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de dagverzorgingscentra, de assistentiewoningen (serviceflats/dienstencentra die verzorging verlenen ten gunste van bejaarden), de centra voor kortverblijf voor bejaarden;
  • de psychiatrische verzorgingstehuizen;
  • de initiatieven voor beschut wonen;
  • de revalidatiecentra met uitsluiting van de instellingen waarmee het Verzekeringscomité van het Riziv op voorstel van het College van geneesheren directeurs, in uitvoering van artikel 22, 6° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, een overeenkomst heeft gesloten en die niet vallen onder de toepassing van artikel 5, § l, I, 5° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen.

2. Eindejaarspremie

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord ("VIA 5") van 8 juni 2018, hoofdstuk 1.1.2.B., waarin wordt bepaald dat vanaf het kalenderjaar 2018 de eindejaarspremie en de attractiviteitspremie worden samengevoegd tot één stelsel van eindejaarspremie en het toepassingsgebied wordt uitgebreid met de werknemers in de assistentiewoningen en hun bestaande eindejaarspremie en twee niet-geïndexeerde herfstpremies hierin worden geïntegreerd.

De eerste uitbetaling van de eindejaarspremie, zoals bepaald in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, vindt plaats in en met betrekking tot het kalenderjaar 2018.

3. Bedrag

Het bedrag van de eindejaarspremie bestaat uit een geïndexeerd forfaitair deel, verhoogd met een procentueel deel van het geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer.

Het geïndexeerd forfaitair deel van de eindejaarspremie van het betrokken kalenderjaar van uitbetaling wordt berekend door het forfaitair deel, toegekend in het voorgaande kalenderjaar van uitbetaling, te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van het betrokken kalenderjaar van uitbetaling te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober van het voorgaande kalenderjaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen en afgerond volgens de wiskundige regels.

Voor de berekening van het geïndexeerd forfaitair deel van het kalenderjaar 2018 van uitbetaling geldt het bedrag van 990,72 EUR, te verhogen met een percentage dat bekomen wordt door het indexcijfer dat van kracht is in oktober 2018 te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober 2017. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen en afgerond volgens de wiskundige regels.

Vanaf het betrokken kalenderjaar 2019 van uitbetaling wordt het bedrag van het geïndexeerd forfaitair deel telkenmale berekend zoals bepaald in punt hierboven.

Het procentueel deel van van de eindejaarspremie bedraagt 3,03 percent van het geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer(1). Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen en afgerond volgens de wiskundige regels.

(1) de uitkomst van de vermenigvuldiging met 12 van het geïndexeerd baremieke brutoloon, aan de betrokken werknemer verschuldigd voor de maand oktober in het betrokken kalenderjaar van uitbetaling, in voorkomend geval met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen.

4. Modaliteiten

Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand(2) tijdens de referentieperiode geeft recht op 1/9e van de toegekende eindejaarspremie.

Het volledig bedrag van de eindejaarspremie wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.

(2)elke verbintenis die is aangegaan voor de zestiende kalenderdag van de lopende maand

5. Referteperiode

De referentieperiode is de periode van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken kalenderjaar van uitbetaling.

6. Betalingsdatum

De eindejaarspremie wordt in één maal uitbetaald in de loop van de maand december van het betrokken kalenderjaar van uitbetaling of in de maand waarin de werknemer uit dienst treedt.

7. Gelijkstelling

De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze, bedoeld in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders.

Voor de berekening van de eindejaarspremie voor het jaar 2020 worden eveneens als gelijkgestelde prestaties beschouwd de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de pandemie, veroorzaakt door hef coronavirus, voor de 'werknemers die een erkenning van de tijdelijke werkloosheid genoten hebben in de periode van 1 februari 2020 tot en met 30 september 2020.

8. Pro rata

Als de werknemer de gehele eindejaarspremie niet kan genieten in het raam van volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag van de eindejaarspremie vastgesteld naar rata van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties.

Het bedrag van de eindejaarspremie voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de contractuele arbeidsprestaties die de werknemer in de loop van de referentieperiode heeft of zou hebben gepresteerd.

9. Uitsluitingen

De eindejaarspremie is niet verschuldigd aan om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn verricht tijdens een proefperiode waaraan een einde werd gemaakt, noch voor arbeidsprestaties, verricht in het raam van een studentencontract, of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer de eindejaarpremie ontvangt.

De werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de premie van het in aanmerking genomen jaar, hebben geen recht op de premie.

10. Opmerking

Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan reeds voordeligere regelingen inzake de eindejaarspremie, of attractiviteitspremie, samen de eindejaarstoelage, waar deze in voorkomend geval op ondernemingsvlak bestaan of toekomstig zouden worden ingesteld.

In dat geval zal onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst niet van toepassing zijn op de werknemers die reeds een dergelijke eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst.

11. Historische van geïndexeerd forfaitair deel

  • 2018: 1009,74 EUR;
  • 2019: 1021,35 EUR;
  • 2020: 1031,97 EUR;
  • 2021: 1057,56 EUR;
  • 2022: 1169,45 EUR;
  • 2023: 1202,31 EUR.

12. Praktische schikkingen

Wij vestigen de aandacht van de werkgevers aangesloten bij Group S - Sociaal Secretariaat vzw op het feit dat op de voorbereide prestatieopgaven, opgesteld voor de betaling van de eindejaarspremie, slechts de werknemers vermeld worden die in dienst zijn.

Desgevallend dienen zij de werknemers toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de eindejaarspremie.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
12/10/2020
Registratienr
162309
Geldig van
01/03/2020
Geldig tot
31/12/2020
Neerleggingsdatum
24/11/2020
Registratiedatum
10/12/2020
Reikwijdte
Categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend beschikt over een G-dienst (revalidatie van geriatrische patiënten) en/of een Sp-dienst die behoren onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de dagverzorgingscentra, de assistentiewoningen (serviceflats/ dienstencentra die verzorging verlenen ten gunste van bejaarden), de centra voor kortverblijf voor bejaarden, die behoren tot onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Psychiatrische verzorgingstehuizen die behoren onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Initiatieven voor beschut wonen die behoren onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Revalidatiecentra met uitsluiting van de instellingen waarmee het Verzekeringscomité van het Riziv ... en die behoren onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
Onderwerp
Eindejaarspremie
BS Bericht van neerlegging
23/12/2020
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
02/04/2021
Gepubliceerd in het B.St. van
14/05/2021
Keywords
EINDEJAARSPREMIE

Datum CAO
12/11/2018
Registratienr
150635
Geldig van
01/01/2018
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
23/11/2018
Registratiedatum
20/02/2019
Onderwerp
eindejaarspremie
BS Bericht van neerlegging
07/03/2019
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
02/06/2019
Gepubliceerd in het B.St. van
05/07/2019
Keywords
EINDEJAARSPREMIE

Historiek
01/01/2018 31/12/2050 0504 Eindejaarspremie - Vlaamse geregionaliseerde sectoren