24 Syndicale vorming

Paritair (sub-)Comité nr.:
326.00.00-00.00

Bijwerking: 12/09/2022
Geldig vanaf: 17/06/1989

In het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf werd op 2 maart 1989 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende het statuut der syndicale afvaardigingen van de personeelsleden van de gas- en elektriciteitsbedrijven (nr. 22408/CO/326).

Een nationaal paritair akkoord werd op 20 januari 1972 gesloten (cursussen voor algemene of bijzondere opleiding georganiseerd door de vakorganisaties).

1. Krediet

1.1. Syndicale afvaardiging

Onverminderd de dienstfaciliteiten door deze overeenkomst aan de leden van de syndicale afvaardiging toegekend, wordt aan de leden van de syndicale afvaardiging die aangewezen worden voor het bijwonen van de zittingen, die hun vakbond voor hun opleiding bestemt, het nodig verlof verleend, ten belope van maximaal tien dagen per jaar per effectief mandaat.

1.2. Leden van de ondernemingsraden en van het CPBW

Maximaal vijf dagen per jaar worden toegekend per effectieve mandaat.

1.3. Globalisatie van de kredieten

Voor elk paritair orgaan : syndicale afvaardiging, ondernemingsraad, CPBW, wordt aan de vertegenwoordigers van de vakverenigingen een globaal krediet aan dagen verleend voor het bijwonen van seminaries en studiedagen.

Dit krediet is afhankelijk van het aantal effectieve leden, vertegenwoordigers van het personeel in elk van de drie bovenvermelde organen:

• voor de syndicale afvaardiging bedraagt het tien dagen per mandaat,
• voor de ondernemingsraad en het CPBW bedraagt het vijf dagen per mandaat.

Binnen de grenzen van het aldus bepaalde krediet, mogen de vakorganisaties een effectief lid en een plaatsvervangend lid aanwijzen voor een
seminarie of voor studiedagen. De per paritair orgaan verleende kredieten mogen niet worden gecumuleerd.

Ze vormen drie verschillende budgetten die overeenkomstig het volgende voorbeeld kunnen worden benut:

• syndicale afvaardiging 10 mandaten x 10 dagen = 100 d.
• ondernemingsraad 10 mandaten x 5 dagen = 50 d.
• CPBW 10 mandaten x 5 dagen = 50 d.

Dit betekent niet een totaal van 200 dagen voor de gezamenlijke mandaten, maar wel respectievelijk 100, 50 en 50 dagen voor de effectieve of plaatsvervangende leden, respectievelijk van de syndicale afvaardiging, de ondernemingsraad en het CPBW.

2. Procedure

De vakorganisatie geeft de betrokken directies drie weken vooraf kennis van de aanvangsdatum en de duur van de cursussen, alsmede van de namen, voornamen en woonplaatsen van de syndicale afgevaardigden die er zullen aan deelnemen, rekening houdend dienaangaande met de behoeften van de dienst.

3. Betaling van het loon

Dit verlof gaat gepaard met handhaving door de onderneming van de normale maandwedde, onder beding van aftrek van de subsidie die de Staat eventueel aan de vakbond verleent voor ieder lid van de ondernemingsraad en/of van het CPBW en/of de syndicale favaardiging dat aan de cursussen deelneemt.

Historiek
17/06/1989	31/12/2050	24 Syndicale vorming