1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels

Paritair (sub-)Comité nr.:
315.02.00-00.00

Bijwerking: 14/03/2024
Geldig vanaf: 01/09/2023

In het Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen werd op 15 september 2023 een collectieve arbeidsovereenkomst (nr 182605/CO/315.02) gesloten tot vaststelling van de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers (nr 4668/CO/315.02), gewijzigd door de CAO's van 14 oktober 2003 (nr 69022/CO/315.02), 1 juli 2009 (nr 95253/CO/315.02), 25 november 2019 (nr 156818/CO/315.02) en 17 december 2021 (nr 172530/CO/315.02).

1. Toepassingsgebied

Werkgevers en  werknemers, die vallen onder het toepassingsgebied van het Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen andere dan SABENA.

Niet van toepassing op de werknemers die reeds een gelijkwaardige vergoeding of voordeel genieten, dat betrekking heeft op vervoer en/of mobiliteit, zoals een brandstofkaart, een vergoeding voor kosten eigen aan de werkgever, of gelijkwaardig.

2. Vervoer per spoor

In het kader van het woon- werkverkeer en voor wat betreft het door de NMBS georganiseerd vervoer, wordt de bijdrage van de werkgevers in de kosten van een treinkaart 2de klasse vastgelegd op 80% van de kostprijs. De resterende 20% wordt door de overheid bijgepast, zodat de werknemer gratis de verplaatsing tussen de woonplaats en het werk kan maken.

3. Gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, wordt de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld volgens de hierna vastgestelde modaliteiten vanaf 1 juli 2020 :

• wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, wordt de bijdrage van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend op basis van de tabel met forfaitaire bedragen 'trein', zonder evenwel 75 % van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden ;
• wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 71,8 % van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeversbijdrage berekend op basis van de tabel met forfaitaire bedragen 'trein' voor een afstand van 7 km te overschrijden.

4. Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer

4.1.  De afstand kan worden gecontroleerd

Ingeval de werknemer meer dan één openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel gebruikt waarvan de met het stedelijk en/of voorstedelijk openbaar gemeenschappelijk vervoer afgelegde afstand kan worden nagegaan, is de bijdrage van de werkgevers in het totaal van de vervoerskosten gelijk aan 50 % van de prijs van het sociale abonnement van de NMBS in 2de klas voor het aantal kilometers dat overeenkomt met het totaal van de kilometers vermeld op de onderscheiden vervoerbewijzen.

4.2. De afstand kan niet worden gecontroleerd

Ingeval de werknemer meer dan één openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel gebruikt, de met een stedelijk en/of voorstedelijk openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel afgelegde afstand niet kan worden nagegaan en de afgelegde afstand dus niet kan worden opgeteld, wordt er tewerk gegaan zoals in hierboven wordt beschreven en wordt de bijdrage van de werkgevers, voor de met het stedelijk en/of voorstedelijk openbaar vervoer afgelegde afstand, forfaitair vastgesteld⁽¹⁾.

_{(1) wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgevers forfaitair vastgesteld op 75 % van de prijs van het abonnement of van de ritkaarten}

5. Privaat vervoer

De bijdrage in de kosten van privaat vervoer wordt beperkt tot een afstand minder dan of gelijk aan 75 km (enkele reis).

Deze bijdrage wordt berekend alsof de afstand per spoor wordt afgelegd, en is gelijk aan gemiddeld 70% van de prijs van de treinkaart van de N.M.B.S. in 2de klas voor een overeenstemmend aantal kilometers. Tot en met 31 december 2022 wordt voor de prijs van de treinkaart de tabel van 2019 in Bijlage I gehanteerd.

Vanaf 1 januari 2023 zal de werkgever steeds de actuele prijstabel van de N.M.B.S. moeten hanteren voor de prijs van de treinkaart. Louter indicatieve voorbeelden verduidelijking:

• wanneer de N.M.B.S. op 1 februari 2023 een nieuwe prijstabel zou publiceren, dient deze vanaf die datum te worden toegepast;
• wanneer de N.M.B.S. vervolgens op 1 februari 2024 een nieuwe prijstabel zou publiceren, dient deze vanaf die datum te worden toegepast.

De bijdrage in de kosten van privaat vervoer kunnen met deze voor het gemeenschappelijk vervoer worden gecumuleerd.

Deze bijdrage in de prijs van het privaat vervoer wordt toegekend aan de werknemers die een jaarlijkse brutobezoldiging genieten van minder dan of gelijk aan 56.020,70 EUR⁽²⁾.

_{(2)gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen}

 

5.1. Professionele verplaatsingen met privévervoer

Werknemers die werkverplaatsingen met de eigen wagen (of ander privévervoer) verrichten, ontvangen het wettelijk tarief per afgelegde kilometer zoals bepaald in de driemaandelijkse omzendbrief van de FOD Beleid en Ondersteuning tot aanpassing van het bedrag van de kilometervergoeding.

Periode	Bedrag per kilometer
01/07/2019-30/06/2020	0,3653 EUR
01/07/2020-30/06/2021	0,3542 EUR
01/07/2021-28/02/2022	0,3707 EUR
01/03/2022-30/06/2022	0,4020 EUR
01/07/2022-30/09/2022	0,4170 EUR
01/10/2022-31/12/2022	0,4201 EUR
01/01/2023-31/03/2023	0,4259 EUR
01/04/2023-30/06/2023	0,4246 EUR
01/07/2023-30/09/2023	0,4237 EUR
01/10/2023-31/12/2023	0,4259 EUR
01/01/2024 - 31/03/2024	0,4269 EUR
01/04/2024 - 30/06/2024	0,4265 EUR

6. Fiets

Vanaf 1 januari 2022 wordt een fietsvergoeding per fiets afgelegde kilometer ingevoerd.

Het bedrag is gekoppeld aan het van belasting vrijgestelde bedrag voor elke per fiets afgelegde kilometer in het woon-werkverkeer. Wanneer dit van belasting vrijgestelde bedrag in de toekomst zou wijzigen, dient het bedrag hier automatisch aan te worden aangepast vanaf de eerste werkdag van de daaropvolgende maand.

De modaliteiten van deze fietsvergoeding dienen door de werkgever te worden uitgewerkt op ondernemingsvlak.

7. Terugbetaling

De bijdrage van de werkgevers in de door de werknemers gedragen vervoerskosten wordt minstens maandelijks betaald.

8. Historische van bedragen

• 01/01/2009 : 40.723,36 EUR ;
• 01/01/2011 : 41.537,83 EUR ;
• 01/07/2011 : 42.368,59 EUR ;
• 01/03/2012 : 43.215,96 EUR ;
• 01/06/2013 : 44.080,28 EUR ;
• 01/08/2016 : 44.961,88 EUR ;
• 01/08/2017 : 45.456,46 EUR ;
• 01/01/2018 : 46.365,59 EUR ;
• 01/12/2018 : 47.292,90 EUR ;
• 01/08/2019 : 47.813,12 EUR ;
• 01/07/2020 : 48.769,38 EUR ;
• 01/11/2021 : 49.744,77 EUR ;
• 01/02/2022 : 50.739,67 EUR ;
• 01/03/2022 : 51.754,46 EUR ;
• 01/06/2022 : 52.789,55 EUR ;
• 01/09/2022 : 53.845,34 EUR ;
• 01/11/2022 : 54.922,25 EUR;
• 01/01/2023: 56.020,70 EUR.

****************************************************

9. CAO van 5 augustus 1977

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers, die vallen onder het toepassingsgebied van het Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen andere dan SABENA.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die reeds een gelijkwaardige vergoeding of voordeel genieten, dat betrekking heeft op vervoer en/of mobiliteit, zoals een brandstofkaart, een vergoeding voor kosten eigen aan de werkgever, of gelijkwaardig.

Onderstaande regeling is van toepassing onverminderd gunstigere regelingen van kracht op bedrijfsvlak.

HOOFDSTUK II - Vervoer per spoor

Artikel 2

Wat het door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (hierna NMBS) georganiseerde vervoer betreft, wordt de bijdrage van de werkgevers in de prijs van het sociale abonnement berekend op basis van de tabellen overgenomen als bijlage van het koninklijk besluit, getroffen in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de NMBS ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden.

HOOFDSTUK III - Vervoer per buurtspoorwegen

Artikel 3

Wat het door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen (hierna NMVB), georganiseerde vervoer betreft, is de bijdrage van de werkgevers in de prijs van de weekabonnementen en van de gewone abonnementen, voor de verplaatsingen vanaf 5 km berekend vanaf de vertrekhalte, gelijk aan 50 % van het sociale abonnement van de NMBS in 2de klas, voor het overeenstemmende aantal kilometers of secties.

Het aantal kilometers of secties staat op de door de NMVB afgeleverde vervoerbewijzen vermeld.

HOOFDSTUK IV - Stedelijk en voorstedelijk openbaar gemeenschappelijk vervoer

Artikel 4

Wat het gemeenschappelijk vervoer betreft (buurtspoorwegen, geconcedeerde autobussen, stadstramwegen), worden de modaliteiten van bijdrage van de werkgevers ten gunste van de werknemers die dit type van vervoer over een afstand gelijk aan of groter dan 5 km benutten, als volgt bepaald:

§1. a) de werknemers leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin wordt verzekerd dat zij geregeld over een afstand gelijk aan of groter dan 5 km een stedelijk en voorstedelijk gemeenschappelijk vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar hun werkplaats en omgekeerd te begeven;

b) de werkgever mag elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

§2. a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, is de bijdrage van de werkgevers gelijk aan 50 % van de prijs van het sociaal abonnement van de NMBS in 2de klas, voor een overeenstemmende afstand;

b) wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgevers forfaitair vastgesteld op 50 % van de prijs van het abonnement of van de ritkaarten.

HOOFDSTUK V - Vervoer verricht door de NMBS, de NMVB en/of de stedelijke en voorstedelijke openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen.

Artikel 5

Ingeval de werknemer meer dan één openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel gebruikt waarvan de met het stedelijk en/of voorstedelijk openbaar gemeenschappelijk vervoer afgelegde afstand kan worden nagegaan, is de bijdrage van de werkgevers in het totaal van de vervoerskosten gelijk aan 50 % van de prijs van het sociale abonnement van de NMBS in 2de klas voor het aantal kilometers dat overeenkomt met het totaal van de kilometers vermeld op de onderscheiden vervoerbewijzen.

Artikel 6

Ingeval de werknemer meer dan één openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel gebruikt, de met een stedelijk en/of voorstedelijk openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel afgelegde afstand niet kan worden nagegaan en de afgelegde afstand dus niet kan worden opgeteld, wordt er tewerk gegaan zoals in het voorgaande artikel wordt beschreven en wordt de bijdrage van de werkgevers, voor de met het stedelijk en/of voorstedelijk openbaar vervoer afgelegde afstand, forfaitair vastgesteld, zoals gepreciseerd in artikel 4, §2, lid b).

HOOFDSTUK VI - Privaat vervoer

Artikel 7

De bijdrage in de kosten van privaat vervoer wordt beperkt tot een afstand gelijk aan of groter dan 5 km en minder dan of gelijk aan 50 km (enkele reis).

Deze bijdrage wordt berekend alsof de afstand per spoor wordt afgelegd, en is gelijk aan gemiddeld 70 % van de prijs van de treinkaart van de NMBS in 2de klas voor een overeenstemmend aantal kilometers.

Voor de prijs van de treinkaart wordt de tabel 2014 in Bijlage I gehanteerd. De bedragen uit bijgevoegde tabel worden niet gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

De bijdrage in de kosten van privaat vervoer kunnen met deze voor het gemeenschappelijk vervoer worden gecumuleerd.

Deze bijdrage in de prijs van het privaat vervoer wordt toegekend aan de werknemers die een jaarlijkse brutobezoldiging genieten van minder dan of gelijk aan 47.813,12 EUR, gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Bovenstaande bepalingen kunnen geen gunstigere bedrijfsbepalingen vervangen.

HOOFDSTUK VII - Tijdstip en modaliteiten van terugbetaling

Artikel 8

De bijdrage van de werkgevers in de door de werknemers gedragen vervoerskosten wordt minstens maandelijks betaald.

Artikel 9

De bijdrage van de werkgever in de kosten van vervoer per spoor wordt betaald tegen voorlegging van het speciaal getuigschrift, afgeleverd door de NMBS voor de sociale abonnementen.

De bijdrage van de werkgevers in de kosten van vervoer per buurtspoorweg wordt betaald tegen voorlegging van het vervoerbewijs afgeleverd door de NMVB.

De bijdrage van de werkgevers in de kosten van stedelijk en/of voorstedelijk openbaar gemeenschappelijk vervoer wordt betaald tegen voorlegging van het vervoerbewijs afgeleverd door de maatschappijen welke het stedelijk en/of voorstedelijk openbaar gemeenschappelijk vervoer organiseren.

De bijdrage van de werkgevers in de kosten van het privaat vervoer wordt afhandelijk gemaakt van de overhandiging, éénmaal per jaar of bij elke wijziging, van een verklaring op eer van het aantal kilometers afgelegd met een privaat rijtuig (enkel traject) tussen de gewone verblijfplaats en de werkplaats.

De werkgever mag op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

HOOFDSTUK VIII - Geldigheid

Artikel 10

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1977. 

Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd, mits een opzegging van zes maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handelsluchtvaart.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO 17/12/2021	Registratienr 172530	Geldig van 01/01/2022	Geldig tot -
Neerleggingsdatum 04/02/2022		Registratiedatum 09/05/2022
Onderwerp Financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers
BS Bericht van neerlegging 20/05/2022		Algemeen verbindend verklaring Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van 16/10/2022		Gepubliceerd in het B.St. van 15/03/2023
Keywords LONEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, INDEXERINGSBEPALINGEN, ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN / VERHUISVERGOEDING
Tekst aangepast op 11/05/2022

Datum CAO 17/12/2021	Registratienr 172531	Geldig van 01/01/2022	Geldig tot -
Neerleggingsdatum 04/02/2022		Registratiedatum 09/05/2022
Onderwerp Fietsvergoeding
BS Bericht van neerlegging 20/05/2022		Algemeen verbindend verklaring Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van 16/10/2022		Gepubliceerd in het B.St. van 15/03/2023
Keywords VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN / VERHUISVERGOEDING
Tekst aangepast op 11/05/2022

Datum CAO 15/09/2023	Registratienr 182605	Geldig van 01/09/2023	Geldig tot -
Neerleggingsdatum 18/09/2023		Registratiedatum 21/09/2023
Onderwerp Financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers
BS Bericht van neerlegging 23/10/2023		Algemeen verbindend verklaring Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van 26/03/2024		Gepubliceerd in het B.St. van 25/04/2024
Keywords LONEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, SOCIALE VREDE, INDEXERINGSBEPALINGEN, SOCIALE VREDE, ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN / VERHUISVERGOEDING
Tekst aangepast op 23/09/2023

Historiek
01/09/2023	31/12/2050	1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/01/2022	31/08/2023	1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/01/2004	31/12/2021	1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/07/1977	31/12/2003	1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten