306 Sectorakkoord 2017-2018

25/04/2018

In het Paritair Comité van de verzekeringsondernemingen werd op 5 februari 2018 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende het sectorakkoord 2017-2018.

We houden eraan uw aandacht te vestigen op volgende voordelen die in het kader van dit akkoord aan de werknemers toegekend moeten worden:

1. KOOPKRACHT

De werknemers ontvangen een netto niet-recurrent voordeel van 400 euro:

  • Toegekend aan de werknemers aanwezig op het ogenblik van de betaling en/of aan de werknemers die een maandloon ontvangen op het ogenblik van de betaling (ook aan de werknemers in zwangerschapsverlof of in vaderschapsverlof op het ogenblik van de betaling).

  • Geproratiseerd op basis van de regels eigen aan het/de gekozen voordeel(en) of de regels toegepast in de onderneming. Bij gebreke aan dergelijke regels, in functie van het toepasselijke arbeidsregime op het moment van de betaling.

  • De betaling gebeurt uiterlijk op 31 mei 2018, tenzij deze datum wegens technische redenen moet gewijzigd worden.

  • De werkgever kiest vrij het/de voordeel(en) via welke het bedrag van 400 euro netto wordt betaald. Om het bedrag te kunnen storten in een tweede pensioenpijler is echter het akkoord van de vakbondsafvaardiging noodzakelijk. De werkgever moet voor 31 mei 2018 het/de voordeel(en) gekozen en gecommuniceerd hebben en, indien nodig, de modaliteiten van het/de voordeel(en) onderhandeld hebben.

Wij geven u enkele mogelijkheden van omzetting van dit bedrag:

  • toekenning van een éénmalige premie gelijk aan 400 € netto. In dat geval moet er voor elke werknemer individueel een netto naar bruto berekening gemaakt worden om zo het overeenstemmend brutobedrag van de aan elke werknemer te betalen premie te bepalen.
  • storting van een premie in de groepsverzekering. Vergeet niet dat u op dergelijke premie 8,86 % sociale werkgeversbijdrage en 4,4 % verzekeringstaks verschuldigd bent. Om het bedrag te kunnen storten in een tweede pensioenpijler is het akkoord van de vakbondsafvaardiging noodzakelijk.
  • een tijdelijke verhoging van het werkgeversaandeel in de maaltijdcheques. Om sociaal en fiscaal vrijgesteld te zijn, mag het werkgeversaandeel niet meer dan  6,91 EUR bedragen per maaltijdcheque.
  • een tijdelijke verhoging van ecocheques. Om sociaal en fiscaal vrijgesteld te zijn, mag het bedrag van 250 €/jaar niet worden overschreden. Voor de ondernemingen die reeds ecocheques van 190€ toekennen op basis van de CAO van 10 oktober 2011, zal de verhoging dus tot 60 €/jaar/werknemer beperkt zijn.

Naargelang van het gekozen voordeel moeten eventuele specifieke procedures die eigen zijn aan het gekozen voordeel worden gevolgd. Het bedrag van 400 € omvat de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling die voor 2017-2018 werd ingesteld (1,1 % voor de periode van twee jaar). Er is dus geen onderhandelingsmarge meer voor 2017-2018.

Geldigheidsduur: van 1 januari 2017 tot 31 december 2018

2. VASTHEID VAN BETREKKING

Van 1 januari 2018 tot 31 december 2019 zullen de werkgevers die willen ontslaan om technische redenen van arbeidsorganisatie vóór die ontslagen met de sociale partners onderhandelen om te zoeken naar gepaste oplossingen om de werkgelegenheid van de betrokken werknemers zoveel mogelijk te vrijwaren of hun kansen op heroriëntering te vergroten.

Indien geen overeenkomst kan worden bereikt, zullen bovenop de ontslagvergoedingen, sancties betreffende de vastheid van betrekking van toepassing zijn.

Geldigheidsduur: van 1 januari 2018 tot 31 december 2019

3. OPLEIDINGSINSPANNINGEN

Volgende bepalingen worden verlengd:

  • het opleidingskrediet van 4 dagen;
  • de procedure voor verzoek en toegang tot opleiding;
  • de financiering van het Fonds voor de vorming van risicogroepen, FOPAS, voor de jaren 2017 en 2018.

De ondertekenende partijen voorzien daarnaast in een groeitraject door een kredietlijn op te nemen voor opleidingen binnen de onderneming.

Geldigheidsduur: van 1 januari 2017 tot 31 december 2018

4. INZETBAARHEID

Het reeds ingevoerde specifieke mechanisme betreffende de onderlinge verdeling en veralgemening van het sectorale outplacement voor alle ontslagen werknemers wordt verlengd voor twee jaar.

Geldigheidsduur: van 1 januari 2018 tot 31 december 2019

5. FLEXIBILITEIT

De ondernemingen mogen op ondernemingsniveau de bepalingen betreffende de grote flexibiliteit toepassen met inachtneming van de voorwaarden van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen en van de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen.

Geldigheidsduur: onbepaalde duur

6. TIJDSKREDIET

Het tijdskrediet voor zorgmotieven wordt gebracht op een totale duur van maximaal 51 maanden.

Het tijdskrediet voor opleiding wordt beperkt tot een totale maximale duur van 36 maanden.

Geldigheidsduur: onbepaalde duur

Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 01 van de sectorale documentatie.