19 Fonds voor bestaanszekerheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
304.00.00-00.00

Bijwerking: 23/01/2007
Geldig vanaf: 01/01/2001
Geldig tot: 30/06/2004

In het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf werd op 14 december 2000 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor de podiumkunstensector van de Vlaamse Gemeenschap en tot vaststelling van zijn statuten. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 22 juni 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 13 oktober 2003.

Deze CAO werd laatst gewijzigd door de CAO van 25 september 2001, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 25 april 2004 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 juni 2004.

Wij geven u hierna de gewijzigde tekst.

U kan de CAO van 25 september 2001 consulteren door te klikken op het registratienummer.

Tekst CAO

A. Oprichting

Oprichting

Artikel 1.

Bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958), inzonderheid artikel 2, richt het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf een fonds voor bestaanszekerheid op, waarvan de statuten hierna worden vastgesteld.

Toepassingsgebied

Artikel 2.

Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de verenigingen en de instellingen van openbaar nut die zijn opgericht overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk en die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf voorzover zij aan één van de volgende voorwaarden voldoen :- een verenigingof een instelling van openbaar nut zijn waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaams Gewest;- een vereniging of een instelling van openbaar nut zijn waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die ingeschreven is bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid op de Nederlandse taalrol.De aanvragen tot inschrijving op een taalrol worden overgezonden aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, evenals aan de beheersorganen van het fonds opgericht binnen het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf.Wanneer een organisatie de aansluiting bij dit fonds zou betwisten, op grond van de vorige leden van dit artikel 2, onderwerpt zij haar betwisting aan een commissie die paritair is samengesteld, zoals beschreven in artikel 18, opdat deze een advies over het onderwerp zou uitbrengen.Deze commissie is ook belast met het onderzoeken van de situatie van de federale en bi-communautaire organisaties die wensen bij te dragen aan het fonds in verhouding tot het aantal werknemers per taalrol.Onder "werknemers" wordt verstaan : mannelijke en vrouwelijke werklieden en bedienden.

Duur van de overeenkomst en opzeggingsmodaliteiten

Artikel 3.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.Zij kan door elk der partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van drie maanden die loopt vanaf de betekening van de opzegging. De opzegging dient betekend te worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, waarvan deze laatste een kopie aan elk der ondertekenende partijen laat geworden.

B. Statuten

HOOFDSTUK I. - Benaming en maatschappelijke zetel

Benaming en maatschappelijke zetel

Artikel 4.

Met ingang van 1 januari 2001 wordt er een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Sociaal Fonds voor de Podiumkunsten van de Vlaamse Gemeenschap" en waarvan de zetel gevestigd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Sainctelettesquare 19, 1000 Brussel.Deze zetel kan bij beslissing van het paritair beheerscomité voorzien bij artikel 12, elders overgeplaatst worden.

"Sociaal Fonds Podiumkunsten" v.z.w.

Artikel 5.

Het fonds volgt op in de rechten en plichten en neemt het actief en het passief over van het "Sociaal Fonds Podiumkunsten", opgericht op 13 december 1993, door de v.z.w. "Vlaamse Directies voor Podiumkunsten", enerzijds, en "ACOD-cultuur" en "ACV-cultuur" anderzijds, waarvan de statuten gepubliceerd werden in het Belgisch Staatsblad van 17 maart 1994, identificatienummer 5040/94.

HOOFDSTUK II. - Doel

Doel en taakstelling van het fonds

Artikel 6.

Het fonds heeft tot doel alle vormings-, tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven in de sector van de podiumkunsten te stimuleren, meer in het bijzonder, heeft het tot doel de financiering van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven in de sector van de podiumkunsten onder meer ten behoeve van risicogroepen zoals bedoeld bij de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 9 januari 1991).Het mag tevens alle activiteiten ondernemen die dit doel kunnen bevorderen.Het fonds heeft inzonderheid als taak de daartoe door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geïnde bijdragen te ontvangen, te beheren en toe te wijzen aan de doeleinden waarvoor ze bestemd zijn.

HOOFDSTUK III. - Financiering

Inkomsten van het fonds

Artikel 7.

De geldmiddelen van het fonds bestaan uit bijdragen gestort door de werkgevers voor de werknemers die onder de bevoegdheid van hoger genoemd paritair comité ressorteren zoals bepaald in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, uit alle middelen die ter beschikking gesteld worden van het fonds evenals uit de eventuele intrestopbrengst van deze gekapitaliseerde bijdragen en middelen.

Bedrag van de bijdragen

Artikel 8.

§ 1. Het bedrag van de bijdragen wordt bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf in functie van de opdrachten die het paritair comité aan het sociaal fonds wil toevertrouwen.Bij ontstentenis van een dergelijke collectieve arbeidsovereenkomst gelden de bedragen van de bijdragen zoals die door of krachtens wet werden vastgesteld op grond van de artikelen 137 tot en met 139 van de programmawet van 30 december 1988.§ 2. (geschrapt)

Inning van de bijdragen

Artikel 9.

De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

In afwijking van artikel 9 §1, worden de bijdragen voor het jaar 2001 geïnd en ingevorderd door het Sociaal Fonds voor de Podiumkunsten van de Vlaamse Gemeenschap.

Administratiekosten

Artikel 10.

De administratiekosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door het paritair beheerscomité voorzien bij artikel 12.Deze kosten worden in eerste instantie gedekt door de renten van de kapitalen voortkomend van de storting van de bijdragen, en, eventueel, bijkomend door een afhouding op de voorziene bijdragen en waarvan het bedrag vastgelegd is door het voornoemd beheerscomité.

HOOFDSTUK IV. - Rechthebbenden


Toekenning en vereffening van de voordelen

Artikel 11.

De werknemers van de organisaties werkzaam in de sector van de podiumkunsten zoals bepaald bij artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst, hebben recht op de sociale voordelen waarvan het bedrag, de aard en de toekenningsvoorwaarden worden bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf.

HOOFDSTUK V. - Beheer

Samenstelling van het beheerscomité

Artikel 12.

Het fonds wordt beheerd door een paritair beheerscomité, zoals voorzien in artikel 3 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, bestaande uit ten minste 4 effectieve leden-beheerders.Deze leden worden aangeduid door en onder de leden van het betrokken paritair comité voor de helft op voordracht van de beroepsorganisaties van de werkgevers, en voor de andere helft op voordracht van de werknemersorganisaties.De leden van het beheerscomité worden aangesteld voor een periode van vier jaar. Bij tussentijdse verkiezingen eindigt het mandaat van de nieuw verkozene op het moment dat het mandaat van de andere beheerders vervalt. Zo door vrijwillig ontslag, afzetting of overlijden het aantal beheerders is teruggevallen, dan blijven de andere beheerders in functie tot dat regelmatig in hun vervanging is voorzien.Het mandaat van lid van de raad van beheer vervalt door ontslag, overlijden of wegens ontslag gegeven door de organisatie die hem voorgedragen heeft.De leden van het beheerscomité ontvangen geen presentiegeld.

Verantwoordelijkheden van de beheerders

Artikel 13.

De beheerders van het fonds gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen van het fonds.Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van het mandaat van beheer dat zij ontvangen hebben.


Functies in het beheerscomité

Artikel 14.

Het beheerscomité kiest om de vier jaar een voorzitter, een ondervoorzitter, een secretaris en een penningmeester onder zijn leden, met dien verstande dat de voorzitter en penningmeester, enerzijds, en de ondervoorzitter en de secretaris, anderzijds, steeds tot de andere "bank" behoren.Het duidt eveneens de personen aan die met het secretariaat worden belast.

Bevoegdheden van het beheerscomité

Artikel 15.

Het beheerscomité beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het fonds, binnen de limieten gesteld door de wet of deze statuten.Tenzij anders luidende beslissing van het beheerscomité treedt dit laatste in al zijn handelingen op en handelt het in rechte via de voorzitter en de secretaris gezamenlijk, elk desgevallend vervangen door een afgevaardigde-beheerder, door het beheerscomité daartoe aangesteld.Het beheerscomité heeft onder meer als opdracht :1. over te gaan tot de eventuele aanwerving en ontslag van het personeel van het fonds;2. controle te doen en alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van deze statuten;3. de administratiekosten alsmede het aandeel van de jaarlijkse inkomsten die deze dekken, vast te stellen;4. tijdens de maand mei van elk jaar schriftelijk verslag over te maken aan het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf betreffende de vervulling van zijn opdracht;5. het opstellen van een huishoudelijk reglement.

Werking van het beheerscomité

Artikel 16.

Het beheerscomité vergadert minstens eenmaal per semester ter zetel van het fonds, hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van ten minste de helft der leden van het beheerscomité, hetzij op vraag van één der organisaties vertegenwoordigd in het paritair comité.De uitnodigingen moeten de agenda bevatten. De notulen worden opgemaakt door de secretaris, aangewezen door het beheerscomité, en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten.Uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter en de ondervoorzitter ondertekend.

Geldigheid van de beslissingen en wijze van beraadslaging

Artikel 17.

Het beheerscomité kan slechts geldig vergaderen en beslissen indien minstens de helft zowel van de leden van de werknemersafvaardiging als van de leden van de werkgeversafvaardiging aanwezig is.De beslissingen van het beheerscomité worden in beginsel getroffen bij eenparigheid van stemmen van de aanwezige leden, behoudens anders luidende bepalingen in het huishoudelijk reglement.

Paritaire Commissie

Artikel 18.

De commissie waarvan sprake in artikel 2, § 1, derde lid, wordt paritair samengesteld uit twee vertegenwoordigers van de werknemersafgevaardigden en twee van de werkgeversafgevaardigden, zetelend in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf.De adviezen worden bij eenparigheid uitgebracht door deze commissie en worden meegedeeld aan het paritair comité en aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

HOOFDSTUK VI. - Controle

Expert-boekhouder


Artikel 19.

Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1971, duidt het paritair comité minstens één expert-boekhouder aan ter controle van het beheer van het fonds.Deze moet minstens eenmaal per jaar verslag uitbrengen bij het paritair comité.Bovendien licht hij het beheerscomité regelmatig in over de resultaten van zijn onderzoekingen en doet de aanbevelingen die hij nodig acht.

HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen

Boekjaar

Artikel 20.

Elk jaar wordt op 31 december de balans en rekeningen van het verlopen dienstjaar afgesloten.

HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening

Ontbinding van het fonds en bestemming van de middelen

Artikel 21.


Het fonds wordt ontbonden door het paritair comité ingevolge een gebeurlijke vooropzeg, zoals voorzien door artikel 3.


Voornoemd paritair comité beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na betaling van het passief.


Deze bestemming moet in overeenstemming zijn met het doel waartoe het fonds werd opgericht.


Het paritair comité duidt de vereffenaars aan onder de leden van het beheerscomité.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
25/09/2001
Registratienr
62491
Geldig van
01/01/2001
Geldig tot
31/01/2008
Neerleggingsdatum
25/10/2001
Registratiedatum
14/05/2002
Onderwerp
wijziging van de statuten van een fonds voor bestaanszekerheid
BS Bericht van neerlegging
24/05/2002
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
25/04/2004
Gepubliceerd in het B.St. van
16/06/2004
Keywords
FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
31/01/2008 31/12/2999 19 Fonds voor bestaanszekerheid
16/01/2023 31/12/2050 19 Fonds voor bestaanszekerheid (Vlaamse Gemeenschap)
28/03/2019 15/01/2023 19 Fonds voor bestaanszekerheid (Vlaamse Gemeenschap)
20/06/2018 27/03/2019 19 Fonds voor bestaanszekerheid (Vlaamse Gemeenschap)
31/01/2008 19/06/2018 19 01 Fonds voor bestaanszekerheid
01/01/2001 30/06/2004 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/01/2001 31/12/2000 19 Fonds voor bestaanszekerheid