Protocol van sectoraal akkoord 2023-2024

06/10/2023

In het Paritair comité voor de bedienden van de non-ferro metalen werd op 28 augustus 2023 een protocol van sectoraal akkoord 2023-2024 gesloten.  

We geven u hierna de grote lijnen van dit akkoord.

1. Koopkrachtpremie (consumptiecheque)

In deze sector wordt een koopkrachtpremie voorzien en opting-out is mogelijk.

Uiterlijk op 31 december 2023, kennen de ondernemingen die aan de voorwaarden voldoen een eenmalige koopkrachtpremie toe onder de vorm zoals bedoeld in artikel 19quinquies, § S, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

Voorwaarden :

  • Koopkrachtpremie wordt toegekend aan de werknemers van de ondernemingen die op basis van de jaarrekening afgesloten in 2022 een positief bedrijfsresultaat (code 9901) behaald hebben.
  • Het bedrag van de koopkrachtpremie wordt bepaald door het resultaat van de vergelijking tussen de operationele bedrijfswinst (code 9901) van de jaarrekening afgesloten in 2022 en het gemiddelde van de operationele bedrijfswinst (code 9901) over de jaren 2019-2020-2021. Afhankelijk van het resultaat van deze vergelijking wordt onderstaande koopkrachtpremie toegekend:
    • kleiner dan 5 % : 250 € ;
    • vanaf 5 % en kleiner dan 10 %: 300 € ;
    • vanaf 10 % en kleiner dan 20 %: 500 € ;
    • vanaf 20 % en kleiner dan 30 %: 600 €;
    • gelijk aan of groter dan 30 %: 750 €.
  • De koopkrachtpremie wordt toegekend aan de bedienden die met een arbeidsovereenkomst verbonden zijn op het ogenblik van betaling van de koopkrachtpremie, pro rata de gewogen gemiddelde tewerkstelling over de periode van 1 november 2022 tot en met 31 oktober 2023.

De gewogen gemiddelde tewerkstelling wordt bepaald op basis van de dagen die in aanmerking komen voor de berekening van de jaarlijkse vakantie.

  • Ondernemingen die na 1 mei 2023 een regeling voorzien hebben tot toekenning van een premie gerelateerd aan winst (buiten de toepassing van de sectorale ROCE premie) kunnen deze verrekenen.

Opting-out

Ondernemingen die een andere berekeningswijze, andere bedragen of een ander criterium voor de toekenning van de koopkrachtpremie wensen te hanteren, kunnen via een opting-out formule in een CAO gesloten op het niveau van de onderneming voorzien in een bedrijfsspecifiek voordeel.

Deze ondernemings-CAO moet uiterlijk op 31 oktober 2023 gesloten worden en volgende elementen bevatten:

  • een omschrijving van de goede resultaten waarop de toekenning van het bedrijfsspecifieke voordeel gebaseerd is;
  • de bedragen ;
  • de toekenningsmodaliteiten.

Als er op 31 oktober 2023 nog geen ondernemings-CAO is gesloten, is de sectorale regeling van toepassing.

2. Harmonisatiepremie en alternatieve invulling

ln ondernemingen waar de harmonisatie van anciënniteitsdagen niet leidt tot een effectieve verhoging van het aantal dagen of waar de harmonisatiepremie nog niet is omgezet, wordt deze premie van 110 € betaald in november 2023.

Deze harmonisatiepremie wordt in 2024 geïndexeerd en moet ten laatste tegen 31 december 2024 een alternatieve invulling krijgen.

3. Ecocheques

Ondernemingen die ertoe gehouden zijn ecocheques toe te kennen op basis van de CAO van 20 december 2021 betreffende ecocheques kunnen kiezen voor een andere en equivalente besteding van onbepaalde duur van de ecocheques, volgens dezelfde principes als het vorige sectoraal akkoord opgenomen in de CAO “Budget” van 25 november 2021.

Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt tegen 31 oktober 2023, dan blijven de bestaande ecocheques (250 €/bediende/jaar) van toepassing.

4. Resultaatsgebonden voordelen – variabele bonus (ROCE)

De CAO van 16 april 2008 over de variabele bonus (ROCE) is gewijzigd: Ondernemingen die wegens hun specificiteit (moeder-dochterondernemingen,.....) geen correcte en aan de (economische) realiteit beantwoordende invulling kunnen maken van het begrip ROCE, zullen, samen met hun syndicale afvaardiging, een CAO afsluiten in functie van de eigenheden van de onderneming of de groep waartoe deze behoort, ten einde een correcte toepassing van de ROCE-premie in hun onderneming mogelijk te maken.

De onderneming legt de bedrijfs-cao neer ter Griffie van de FOD WASO uiterlijk voor het verstrijken van één derde van de lopende referteperiode en bezorgt een kopie ervan aan de voorzitter van het PC.

5. Verhoging van het sectoraal minimumloon en de sectorale weddeschaal

Op 1 januari 2024 wordt de gewaarborgde minimumwedde verhoogd naar 2.390,47 €.

6. Eindejaarspremie

Vanaf de berekening van de eindejaarspremie 2023 zullen alle vormen van tijdelijke werkloosheid die zich voordoen tijdens de desbetreffende referteperiode worden gelijkgesteld.

Partijen engageren zich om de CAO van 20 december 2021 met betrekking tot de omzetting van de eindejaarspremie in vrije dagen aan te vullen met de optie om deze volledig of gedeeltelijk aan te wenden voor fietslease.

 7. Bestaanszekerheid

Verlenging van de CAO van 20 december 2021 betreffende het sectoraal stelsel van bestaanszekerheid met inbegrip van het artikel dat bepaalt dat bij tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen de teller niet terug op nul wordt gezet op 1 januari tenzij de bediende in een periode van 9 maanden geen economische werkloosheid heeft gehad.

8. SWT en tijdskrediet

  • Regelingen van SWT en tijdskrediet einde loopbaan worden verlengd tot 30 juni 2025.
  • Het recht op tijdskrediet met motief in een voltijdse of halftijdse opnamevorm gedurende 51 maanden wordt voor onbepaalde duur verlengd.

9. Verloven

  • Anciënniteitsverlof -> vanaf 1 januari 2024 heeft elke bediende recht op:

    • 1 dag verlof na 5 jaar anciënniteit;
    • 2 dagen verlof na 10 jaar anciënniteit;
    • 3 dagen verlof na 20 jaar anciënniteit;
    • en 4 dagen verlof na 25 jaar anciënniteit.
  • Loopbaanverlof -> vanaf 1 januari 2024 wordt de bestaande regeling rond loopbaanverlof gewijzigd als volgt:
    • vanaf  54 jaar: 1 dag;
    • vanaf 57 jaar: 2 dagen;
    • vanaf 60 jaar: 3 dagen;
    • 4 dagen in het laatste jaar in de aanloop naar SWT of naar vervroegd of wettelijk pensioen.

10. Deconnectie

Partijen engageren zich om uiterlijk op 31 oktober 2023 een suppletieve collectieve arbeidsovereenkomst over deconnectie te bespreken.

11. Opleiding

  • De bijdrage voor de tewerkstelling en opleiding van risicogroepen blijft vastgesteld op 0,10 %.
  • Elke voltijdse bediende heeft een individueel opleidingsrecht:
    • van 4 dagen in 2023;
    • van 5 dagen vanaf 2024.

De bedienden met statuut van uitzendkracht die minstens 6 maanden ononderbroken in de onderneming hebben gewerkt, genieten een gelijkwaardig opleidingsrecht als de vaste werknemers.

12. Mobiliteit

  • Openbaar vervoer -> De werkgeverstussenkomst bedraagt 80 % waardoor toepassing gemaakt dient te worden van de derdebetalersregeling daar waar mogelijk vanaf 1 januari 2024.
  • Fiets -> Vanaf 1 januari 2024 worden de volgende vergoedingen voorzien:
    • 0,48 €/km voor afstanden van 1 tot en met 3 km ;
    • 0,36 €/km voor afstanden van 4 tot en met 5 km ;
    • 0,30 €/km voor een afstand van 6 km;
    • 0,27 €/km voor een afstand vanaf 7 km.  

13. Klein Verlet

De dag klein verlet op de dag van de begrafenis kan worden opgenomen op een dag waarop een wake plaats vindt, de dag van het gebruikelijke afscheidsritueel van een van de in België erkende afscheidsrituelen.

De feitelijk samenwonende partner wordt gelijk gesteld met de echtgenoot/echtgenote.

Het afleggen van de verklaring van wettelijk samenwonen wordt gelijkgesteld met het huwelijk.

Halfbroer en halfzus worden gelijkgesteld met broer en zus.

 

Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 01 van de sectorale documentatie.