1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels

Paritair (sub-)Comité nr.:
217.00.00-00.00

Bijwerking: 10/01/2024
Geldig vanaf: 01/03/1991

Openbaar vervoer:

  • Trein: barema NAR
  • Andere: barema NAR

Privévervoer:

  • Loonplafond: ja (22.310,42 EUR)
  • Minimale afstand: ja (5 km)
  • Bedrag: 50 % van de prijs van de treinkaart

Fiets (bij gebrek aan een collectieve bedrijfsovereenkomst die voorziet in andere voorwaarden):

  • Maximale afstand: 20 km per enkel traject
  • Bedrag: 0,28 EUR/km (01/01/2024)

In het Paritair Comité voor de casinobedienden werd op 25 november 1991 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de bijdrage van de werkgever in de vervoerskosten van de werknemers (nr. 29130/CO/217).

Openbaar vervoer en privévervoer

De bepalingen zijn van toepassing op de werkgevers en bedienden wier jaarlijjks brutobezoldiging gelijk is aan of lager dan 900 000 BEF - 22.310,42 EUR.
 

Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer

Wat het door de NMBS georganiseerde vervoer betreft, zal de tussenkomst van de werkgever berekend worden op basis van de forfaitaire bedragen van de NAR.

Gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer

De bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen zal berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten:

a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, is de bijdrage van de werkgever gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een overeenstemmende afstand, zonder evenwel 75% van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden.

b) wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 71,8% van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een afstand van 7 km te overschrijden.

Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer

Ingeval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - zal de bijdrage van de werkgever gelijk zijn aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement.

In elk ander geval wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend: nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel waarvan de werknemer gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen.

Privévervoer

Voor de bedienden die hun eigen vervoermiddel gebruiken om zich te verplaatsen over een afstand gelijk aan of groter dan 5 km, zijn de modaliteiten van de tussenkomst van de werkgevers als volgt bepaald:

a) bedoelde bedienden leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk aan of groter dan 5 km een ander dan gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; zij delen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede;
b) de werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

De bijdrage van de werkgevers is gelijk aan 50% van de prijs van een treinkaart geldig voor 1 maand van de NMBS in 2e klas voor het overeenstemmend aantal kilometers vermeld in de verklaring.

Door ondernemingen met de financiële deelneming van de bedienden georganiseerd vervoer of door de ondernemingen voor een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten georganiseerd vervoer

Ingeval het transport is georganiseerd door de werkgever, met de financiële deelneming van de bedienden, of indien de werkgever een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten heeft georganiseerd, dient, wat zijn bijdrage in de kosten van vervoer der werknemers betreft, een oplossing te worden gezocht die is ingegeven door de bepalingen van onderhavige overeenkomst.

Fiets

In deze sector is geen CAO afgesloten die voorziet in een specifieke fietsvergoeding voor woon-werkverkeer.

Indien hierover op ondernemingsniveau geen cao is afgesloten, gelden vanaf 1 mei 2023 onderstaande regels.

Een vergoeding wordt toegekend aan de werknemer die de verplaatsingen tussen zijn woonplaats en zijn plaats van tewerkstelling regelmatig met de fiets verricht.

Onder "fiets wordt verstaan ": een rijwiel, een gemotoriseerd rijwiel of een speed pedelec, zoals gedefinieerd in het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, in die zin dat de gemotoriseerde rijwielen en de speed pedelecs enkel in aanmerking komen wanneer ze elektrisch worden aangedreven.

Indien de werknemer voor die verplaatsingen gebruik maakt van verschillende vervoerswijzen, waaronder de fiets, heeft hij de mogelijkheid om voor elk daarvan een vergoeding van zijn werkgever te ontvangen, op voorwaarde dat die verschillende vergoedingen betrekking hebben op:

  • hetzij verschillende gedeelten van het woon-werktraject;
  • hetzij hetzelfde traject (of hetzelfde gedeelte daarvan) dat in verschillende perioden van het jaar wordt afgelegd.

Eenzelfde afstand die op hetzelfde tijdstip is afgelegd, kan niet in aanmerking komen voor meerdere vergoedingen door de werkgever.

Het basisbedrag van de vergoeding is 0,145 EUR per met de fiets afgelegde kilometer. Dit bedrag zal jaarlijks geïndexeerd worden:

  • 2023 : 0,27 EUR/km
  • 2024 : 0,28 EUR/km

De toekenning van de vergoeding wordt geplafonneerd op een afstand van maximum 20 kilometer per enkel traject.

Om het bedrag van de tegemoetkoming van de werkgever te bepalen, dient de werknemer een verklaring op erewoord in te vullen en te ondertekenen waarin hij het aantal kilometers vermeldt dat hij met de fiets aflegt tussen zijn woonplaats en de plaats van tewerkstelling, evenals het betrokken aantal dagen in die maand.

De frequentie van de verklaring en de modaliteiten voor de controle van de in die verklaring vermelde gegevens moeten door de werkgever worden vastgesteld.

Terugbetalingstijdstip

De bijdrage van de werkgevers in de door de bediende gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden.

Modaliteiten van terugbetaling

De bedienden leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; bovendien preciseren zij, indien mogelijk, het aantal effectief gereden kilometers. Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede te delen.
De werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

Wat het gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft zal de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten betaald worden op voorlegging van de vervoerbewijzen, uitgereikt door de NMBS en/of de andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer.
Voor de bedienden die geen gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruiken, wordt de bijdrage enkel betaald voor de aanwezige werkdagen zonder andere modaliteiten.

Historiek
01/03/1991 31/12/2050 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels