4802 Opleiding risicogroepen

Paritair (sub-)Comité nr.:
211.00.00-00.00

Bijwerking: 19/04/2016
Geldig vanaf: 01/01/2013
Geldig tot: 31/12/2014

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel werd op 24 oktober 2013 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de jaren 2013-2014. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 5 december 2013 onder het nr 118.288/CO/211. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 7 januari 2014.

Wij geven U hierna de bepalingen betreffende de opleiding van de risicogroepen.

Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel ressorteren.

Onder "bedienden" worden hierna de bedienden van het mannelijk en het vrouwelijk geslacht verstaan.

Eveneens gebruikt in deze overeenkomst en met een zelfde betekenis is de term `werknemer'.

Onder "CAO" wordt verstaan : de collectieve arbeidsovereenkomst.

(...)

HOOFDSTUK XIII. OPLEIDING RISICOGROEPEN

Artikel 41

Voor de ganse petroleumsector wordt een fonds voorzien, met paritair beheer en dito controle, gespijsd door de opbrengst van bijdragen geheven op de ganse loonmassa van alle werknemers (arbeiders en bedienden).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is afgestolen in toepassing van 

  • titel XIII, hoofdstuck VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen;
  • KB van 19 februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, lid 4 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen. 

Voor de periode 2013-2014 blijft de inspanning gehandhaafd op 0,20 pct. van de ganse loonmassa van alle werknemers (arbeiders en bedienden), te innen door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (de inning gebeurt onder de vorm van 0,4 pct. per trimester voor 2014).

In het bijzondere wordt in deze bijdrage inbegrepen een insoanning van 0,05% voor alle categorïe van risicogroepen opgesomd in artikel 1 van KB van 19 februari 2013 hierboven. Daarbij wordt van deze inspanning 0,05% de helft voorbehouden voor initiatieven ten voordele van alle groepen voorzien in artikel 2, alinea 1 van hetzelfde KB.

Hiermee zal in de ondernemingen een opleiding verstrekt worden aan kansarme en/of langdurig werklozen (arbeiders of bedienden) over een periode van 2 jaar.

Deze opleiding gebeurt tegen een forfaitair maandelijkse vergoeding aan de betrokkene (en de daaruit volgende terugbetaling aan de werkgever) en geeft gebeurlijk aanleiding tot de lastenverlichting voor langdurig werklozen. Bestaande voordelen uit de CAO en uit bedrijfsakkoorden worden dienovereenkomstig aangepast en verlengd.

Deze maandelijkse vergoeding bedraagt minimaal 1.952,75 EUR (geïndexeerd volgens de bepalingen van hoofdstuk IV).

Deze bedragen zijn tevens de bedragen op basis waarvan de terugstortingen aan de bedrijven zullen gebeuren (te verhogen met de eventuele afscheidspremie en de patronale sociale zekerheidsbijdragen).

Bijkomende stimuleringsinitiatieven zullen worden uitgewerkt binnen de raad van beheer van het Fonds van Bestaanzekerheid.

Aan de Raad van Beheer wordt de bevoegdheid gegeven

  • om opleidingsinstituten en -projecten te erkennen waarvoor ook terugbetaling vanuit het Fonds van Bestaanszekerheid mogelijk wordt - dit is reeds zo voor opleidingen via ACTA, VDAB, FOREM en Bruxelles-Formation.

  • om in het kader van opleidingen ook andere terugbetalingen van kosten aan de Werkgevers goed te keuren (ten opzichte van hetgeen vandaag van toepassing is).

Verhogen van de participatiegraad: de Raad van Bestuur FBZ wordt opdracht gegeven de nodige stimuli te ontwikkelen om de participatiegraad te verhogen.

Bij het begin van de opleiding wordt een vormings- en opleidingsprogramma opgesteld door de werkgever in samenspraak met de werknemersvertegenwoordigers. Een vormingsverantwoordelijke wordt aangeduid.

De minimumduurtijd van een dergelijk opleidings- en vormingscontract bedraagt 6 maanden, de maximumduur 1 jaar, behoudens lokale afwijking.

Er wordt aan de Raad van Beheer bevoegdheid gegeven om op eigen initiatief andere maatregelen te treffen voor zelfde doelstelling te realiseren.

Voor zover bij het einde van een minimale contractsduur van 1 jaar geen arbeidsovereenkomst in de sector aangeboden wordt, wordt een éénmalige afscheidspremie van 1.061,21 EUR toegekend.

Over de modaliteiten inzake opleiding, waaronder verdeling van deze opleidingsinspanning onder de bedrijven van de sector, alsmede het paritair beheer van dit Fonds, zullen de nodige schikkingen afgesproken worden.

De controle gebeurt via de ondernemingsraad of bij ontstentenis door de syndicale delegatie.

De federatie dringt er bij haar leden op aan de vereiste informatie regelmatig en tijdig ter beschikking te stellen, teneinde een zinvolle evaluatie door het Beheerscomité van het Fonds mogelijk te maken.

Ondernemingen die een tussenkomst voor het FBZ indienen, zullen een terugbetaling van de werkgevers bijdrage genieten ter hoogte van 0,04 pct. van de totale jaarlijkse loonkost van de onderneming zoals aangegeven in de sociale balans, bovenop de gebruikelijke terugbetaling door het FBZ - de uitvoeringsmodaliteiten zullen op het niveau van de RvB FBZ besproken worden, zonder het principe zelf in het gedrang te brengen.

(...)

HOOFDSTUK XXIII. Geldigheidsduur

Artikel 54

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013 en treedt buiten werking op 31 december 2014 (...).

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
24/10/2013
Registratienr
118288
Geldig van
01/01/2013
Geldig tot
31/12/2014
Neerleggingsdatum
24/10/2013
Registratiedatum
05/12/2013
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
07/01/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
09/10/2014
Gepubliceerd in het B.St. van
18/12/2014
Keywords
LONEN, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, ARBEIDSDUUR IN UREN, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, KLEIN VERLET, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), RISICOGROEPEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), OPZEGGING/ONTSLAG, SYNDICALE PREMIE

Historiek
01/01/2017 31/12/2018 4802 Opleiding risicogroepen
01/01/2015 31/12/2016 4802 Opleiding risicogroepen
01/01/2013 31/12/2014 4802 Opleiding risicogroepen
01/01/2011 31/12/2012 4802 Opleiding risicogroepen
01/01/2009 31/12/2010 4802 Opleiding risicogroepen
01/01/2007 31/12/2008 4802 Opleiding risicogroepen
01/01/2005 31/12/2006 4802 Opleiding risicogroepen