5201 Invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel

Paritair (sub-)Comité nr.:
207.00.00-00.00

Bijwerking: 06/10/2016
Geldig vanaf: 01/01/2016
Geldig tot: 01/01/2016

In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 5 augustus 2010 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige nijverheid. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koniklijk besluit van 13 maart 2011 en gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 4 april 2011.

Zij werd gewijzigd door:

  • een CAO van 6 december 2011 tot wijziging van artikel 4.5. van het Reglement van het aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de scheikundige nijverheid gevoegd als bijiage 1 bij de CAO van 5 augustus 2010 tot invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige nijverheid (nr. 107572);
  • een CAO van 18 april 2012 tot wijziging van artikel 6 van het Reglement van het aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de scheikundige nijverheid gevoegd als bijiage 1 bij de CAO van 5 augustus 2010 tot invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige nijverheid (nr. 109445);
  • een CAO van 17 februari 2016 tot wijziging van artikel 8.1. van de cao van 5 augustus 2010 tot invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid (101256/CO/207) en van het artikel 4.1. van het reglement van het aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de scheikundige nijverheid gevoegd als bijlage 1 bij de cao van 5 augustus 2010 tot invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid (101256/CO/207).

Wij geven u hierna de tekst van deze CAO.

Artikel 1 - Definities

Voor de toepassing van deze CAO wordt verstaan onder:

  1. Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel: het pensioenstelsel dat door deze CAO wordt ingevoerd.
  2. Bedienden: de mannelijke en vrouwelijke bedienden van de Werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité nr. 207 voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.
  3. CAO: collectieve arbeidsovereenkomst.
  4. FBZ: het Fonds voor bestaanszekerheid voor het sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige nijverheid, met zetel te 1030 Brussel, Auguste Reyerslaan 80, 2de verdieping.
  5. KSZ: de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.
  6. Onderneming: juridische entiteit.
  7. Ondernemingspensioenstelsel: het aanvullend pensioenstelsel dat op ondernemingsniveau binnen de Werkgever van toepassing is.
  8. PC: het paritair comité nr. 207 voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.
  9. Reglement: het Reglement van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel voor de scheikundige nijverheid dat als bijlage bij deze CAO wordt gevoegd en er integraal deel van uit maakt.
  10. RSZ: Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
  11. WAP: de Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.
  12. Werkgever: werkgever die ressorteert onder het PC. De notie Werkgever verwijst naar de juridische entiteit en niet naar de technische bedrijfseenheid.

Artikel 2 - Toepassingsgebied

2.1. Deze CAO is van toepassing op de Werkgevers en de Bedienden met uitzondering van de Werkgevers en de Bedienden waarvan sprake in de artikelen 2.2. en 2.3. hieronder.

2.2. Deze CAO is niet van toepassing op de Werkgevers en hun Bedienden die op de in artikel 3 van deze CAO voorziene wijze aantonen dat op 1 januari 2011 alle Bedienden die geviseerd worden door het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel, onderworpen zijn aan één of meerdere Ondernemingspensioenstelsels die gelijkwaardig of beter zijn dan het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel.

De gelijkwaardigheid wordt als volgt getoetst:

  • De gelijkwaardigheid wordt getoetst per Onderneming.
  • De gelijkwaardigheid wordt getoetst op het niveau van het pensioenreglement.
  • De gelijkwaardigheid wordt getoetst door voor een voltijds tewerkgestelde aangeslotene.
    • de verwachte verworven reserves van het Ondernemingspensioenstelsel na 15 jaar aansluiting te vergelijken met de verwachte verworven reserves van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel rekening houdend met een bijdrage van 57,41 euro per kwartaal, een rendement van 3,25% per jaar en de in het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel aangerkende beheerskosten, en
    • het verwachte pensioenkapitaal van het Ondernemingspensioenstelsel op eindleeftijd te vergelijken met het verwachte pensioenkapitaal van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel rekening houdend met een bijdrage van 57,41 euro per kwartaal, een rendement van 3,25% per jaar en de in het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel aangerkende beheerskosten.

De gelijkwaardigheid wordt uitsluitend getoetst aan de hand van de hierboven gedefinieerde criteria, met uitsluiting van alle andere mogelijke toetsingsgronden (zoals bijvoorbeeld verschillen wat betreft minimale aansluitingsleeftijd, minimale duur voor het verkrijgen van verworven rechten, ...).

2.3. Deze CAO is ook niet van toepassing op Werkgevers:

  • die na 1 november 2010 worden opgericht als (gezamenlijke) dochtervennootschap of ontstaan ten gevolge van herstructureringen, fusies, splitsingen of overnames, en waarbij een onderdeel of een zusteronderneming reeds voor dit evenement niet onder het toepassingsgebied van de CAO viel (voor de toepassing van dit artikel worden de termen "herstructureringen, fusies, splitsingen of overnames" ruim geïnterpreteerd); en,
  • die op de in artikel 3 van deze CAO voorziene wijze aantonen dat alle Bedienden die geviseerd worden door het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel, onderworpen zijn aan één of meerdere Ondernemingspensioenstelsels die gelijkwaardig of beter zijn dan het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel.

De gelijkwaardigheid wordt getoetst op dezelfde wijze als onder artikel 2.2.

Artikel 3 - Verklaring en Attest

3.1. De Werkgever waarvan sprake in artikel 2.2. die buiten het toepassingsgebied van deze CAO wenst te blijven en die aldus vrijgesteld wenst te worden van deelname aan het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel, stuurt vóór 1 november 2010 per aangetekend schrijven een verklaring en attest volgens bijgevoegd model naar het FBZ per adres: Auguste Reyerslaan 80, 2e verdieping te 1030 Brussel. De datum van de poststempel geldt als bewijs.

3.2. De Werkgever waarvan sprake in artikel 2.3. die buiten het toepassingsgebied van deze CAO wenst te blijven en die aldus vrijgesteld wenst te worden van deelname aan het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel, stuurt binnen de 3 maanden volgende op het evenement, per aangetekend schrijven een verklaring en attest volgens bijgevoegd model naar het FBZ per adres: Auguste Reyerslaan 80, 2de verdieping te 1030 Brussel. De datum van de poststempel geldt als bewijs.

3.3. Deze verklaring en dit attest moeten correct en volledig ingevuld, gedagtekend en ondertekend zijn door respectievelijk de Werkgever en de aangeduide actuaris van de pensioeninstelling van de Werkgever.

Bij gebrek aan tijdig overmaken van deze verklaring en dit attest volgens de modaliteiten hierboven, wordt de Werkgever verondersteld definitief gekozen te hebben om deel te nemen aan het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel.

De Werkgever zal op eenvoudig verzoek van het FBZ alle gegevens overmaken die het FBZ moet toelaten de juistheid van de geattesteerde gegevens te controleren.

Artikel 4 - Doel

4.1. Deze CAO wordt gesloten in uitvoering van artikel 6 van de binnen het PC op 1 april 2009 gesloten CAO betreffende het Nationaal Akkoord 2009 - 2010. De Partijen erkennen dat deze CAO een correcte en volledige uitvoering van artikel 6 van de CAO van 1 april 2009 inhoudt.

4.2. Deze CAO heeft als enige doel het invoeren van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel en de regels vast te leggen.

4.3. De aanspraken op het aanvullend pensioen worden bepaald overeenkomstig het Reglement.

Artikel 5 - Opting out is niet voorzien

Het PC maakt geen gebruik van de mogelijkheid, voorzien in artikel 9 van de WAP, om Werkgevers toe te laten om de uitvoering van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel zelf te organiseren via een Ondernemingspensioenstelsel.

Artikel 6 - De inrichter

Als inrichter van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel wordt aangeduid en gemachtigd het FBZ.

Artikel 7 - Groepsverzekering en de Pensioeninstelling

Het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel wordt uitgevoerd via een groepsverzekering die door de inrichter wordt onderschreven.

Artikel 8 - Inning van de pensioentoelagen

8.1. De pensioentoelage zoals gedefinieerd in het Reglement zal worden geïnd door de RSZ en zal, binnen de termijnen voorzien in de overeenkomst die de inrichter zal sluiten met de RSZ, overgemaakt worden aan de inrichter.

De verhoging van de pensioentoelage op 1 januari 2016 als vermeld in artikel 4.1. van het pensioenreglement gevoegd als bijlage 1 bij deze CAO wordt voor het 1e trimester van 2016 gefinancierd door de pensioentoelage enkel voor het 2e, 3e en 4e trimester van 2016 te brengen op 0,96% van het aan de RSZ onderworpen loon, met een minimum van 57,41 EUR.

De RSZ zal eveneens de sociale zekerheidsbijdrage (8,86%) over deze pensioentoelage innen.

8.2. De inrichter zal de aldus geïnde pensioentoelage, desgevallend verminderd met de door de inrichter verschuldigde beheers- of andere kosten, onverwijld doorstorten aan de pensioeninstelling.

8.3. Indien de in het collectieve financieringsfonds aanwezige gelden niet volstaan om het verschil te financieren tussen enerzijds de door de RSZ doorgestorte sommen en anderzijds de kost van de pensioenrechten die op de individuele pensioenrekening moeten gebracht worden in functie van de loon- en tewerkstellingsgegevens, zal het netto bedrag dat op de individuele pensioenrekeningen gestort en gekapitaliseerd wordt, verlaagd worden teneinde voldoende fondsen te creëren in het financieringsfonds.

Artikel 9 - Werking in de tijd van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel

In uitvoering van deze CAO, treedt het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel in werking op 1 januari 2011.

Artikel 10 - Externe omstandigheden

Indien wetgeving, rechtspraak of andere externe omstandigheden ertoe leiden dat de globale kost die samenhangt met de uitvoering van deze CAO wijzigt, engageren de ondertekenaars zich om een collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten die het pensioenreglement op dusdanige wijze aanpast dat het globale budget gelijkwaardig blijft.

Artikel 11 - Duurtijd en opzeggingsmodaliteiten van deze CAO

Deze CAO treedt in werking op 5 augustus 2010 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.

Deze CAO kan door elk van de partijen worden beëindigd mits een opzegging van zes (6) maanden wordt betekend per aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het PC.

Bijlagen die integraal deel uitmaken van deze CAO:

1. Reglement van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel voor de scheikundige nijverheid;

2. Model van Verklaring en Attest van buiten toepassing, zoals bedoeld in artikel 3.1. van deze CAO;

3. Model van Verklaring en Attest van buiten toepassing, zoals bedoeld in artikel 3.2. van deze CAO.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
17/02/2016
Registratienr
132746
Geldig van
02/05/2016
Geldig tot
01/01/2016
Neerleggingsdatum
08/03/2016
Registratiedatum
20/04/2016
Onderwerp
aanvullend sectoraal pensioenstelsel
BS Bericht van neerlegging
02/05/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/02/2017
Gepubliceerd in het B.St. van
03/03/2017
Keywords
AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
01/01/2018 31/12/2050 5201 Aanvullend pensioen: reglement
01/01/2016 31/12/2017 5201 Invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel
01/01/2016 01/01/2016 5201 Invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel
01/01/2011 31/12/2015 5201 Invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel
05/08/2010 31/12/2010 5201 Invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel