25 Syndicale premie

Paritair (sub-)Comité nr.:
148.00.00-00.00

Bijwerking: 28/02/2018
Geldig vanaf: 18/09/2015
Geldig tot: 07/06/2017

In het Nationaal Paritair Comité voor het bont en kleinvel werd op 14 oktober 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de toekenning van een syndicale premie. Ze werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 8 december 2015 onder het nummer 130479/CO/148.

Wij geven u hierna de bepalingen van deze CAO.

PREAMBULE

In het kader van de opheffing van de paritaire subcomité's - PC 148.01/ PC 148.03/ PC148.05 - wordt binnen het Paritair Comité voor het bont en kleinvel PC 148.00 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten ter verlenging en bevestiging van:

  1. de c.a.o. van 12 maart 1973, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor het bont en kleinvel betreffende de toekenning van een syndicale premie aan de werklieden en werksters tewerkgesteld in de haarsnijderijen, nr. 1843, algemeen bindend verklaard bij K.B. van 31 augustus 1973 (B.S. van 6 oktober 1973), gewijzigd bij de c.a.o. van 4 juni 2009 - K.B. van 15 juni 2010 (B.S. van 19 augustus 2010), het laatst gewijzigd bij c.a.o. van 6 mei 2011 - K.B. van 5 oktober 2011 (B.S.van 8 november 2011);
  2. de c.a.o. van 18 maart 2003, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor het bont en kleinvel. betreffende de toekenning van een syndicale premie aan de werklieden en werksters tewerkgesteld in de pelslooierijen, n° 66553, algemeen bindend verklaard bij K.B. van 27 januari 2004, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2007, algemeen bindend verklaard bij K.B. van 2 juli 2008 (B.S. van 21 oktober 2008), gewijzigd bij de c.a.o. van 6 mei 2011 - K.B. van 23 mei 2013 (B.S. van 20 augustus 2013), gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2014 - K.B. van 8 januari 2015 (B.S. van 17 februari 2015).

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor het bont en kleinvel en op de werknemers die zij tewerkstellen met uitzondering van werkgevers en werknemers uit de bedrijven actief in de industriële en ambachtelijke fabricage van bontwerk (PSC148.03).

Onder 'werknemers' worden de werklieden en werksters bedoeld.

HOOFDSTUK II- Toepassingsmodaliteiten

Artikel 2

De werknemers die in dienst van een onder artikel 1 genoemde werkgever ten minste vijfentwintig effectief gewerkte of ermee gelijkgestelde dagen bereiken gedurende het dienstjaar, kunnen aanspraak maken op een jaarlijkse premie waarvan het bedrag bij artikel 3 wordt bepaald.

Worden met effectief gewerkte dagen gelijkgesteld:

  1. De periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst overeenkomstig artikel 28quater van de wet op de arbeidsovereenkomst;
  2. De dagen van arbeidsonderbreking, die voor de berekening van de duur van de jaarlijkse vakantie met effectief gewerkte dagen gelijkgesteld zijn ingevolge artikel 36 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders.

Artikel 3

Bedrag van de syndicale premie:

  • Voor de werknemers actief in de haarsnijderijen: 125 Euro per jaar
  • Voor de werknemers actief in de pelslooierijen: 110 Euro per jaar

Het bedrag van de premie wordt berekend in verhouding tot het aantal kalenderdagen dat de werknemers gedurende het dienstjaar in dienst waren van een bij artikel 1 bedoelde werkgever.

Iedere begonnen maand dient als volledig gewerkte maand te worden beschouwd.

De werknemers die de onderneming verlaten door hun pensionering, vervroegd pensioen en SWT (brugpensioen) inbegrepen, hebben recht op de volledige premie.

Artikel 4

Het dienstjaar vangt aan op 1 december en sluit op 30 november.

Artikel 5

Na het sluiten van het dienstjaar maakt de werkgever, bij aangetekend schrijven, aan de voorzitter van het Paritair comité 148 de lijst over, in vijf exemplaren, van de rechthebbende werklieden. De lijsten dienen overgemaakt te worden tegen uiterlijk 31 januari volgend op het desbetreffende dienstjaar.

De lijst moet vermelden:

  1. De naam en maatschappelijke zetel van de onderneming;
  2. De volgende aanduidingen betreffende iedere werknemer:

    1. De naam en voornaam
    2. De geboortedatum
    3. De datum van indienstneming en eventueelontslag
    4. Het aantal effectief gewerkte dagen gedurende het dienstjaar
    5. Het aantal dagen die met effectief gewerkte dagen zijn gelijkgesteld
    6. Het bedrag van de premie berekend overeenkomstig artikel 3

Artikel 6

De lijsten opgemaakt overeenkomstig artikel 5 worden in bijzijn van de voorzitter van het paritair comité en van een werkgeversvertegenwoordiging voorgelegd aan de afgevaardigden van de vakorganisaties met het oog op het controleren van de hoedanigheid van de georganiseerde werknemers. De controle gebeurt aan de hand van het lidmaatschap van de belanghebbenden en dient te gebeuren tegen uiterlijk 31 maart volgend op het desbetreffende dienstjaar.

Artikel 7

De afgevaardigden van de vakorganisaties geven hun akkoord voor de lijsten die door de voorzitter nog gedurende drie maanden, na beëindiging van de controle worden bewaard.

De voorzitter van het PC148 stelt een proces-verbaal op van de controleverrichtingen.

Artikel 8

De bij artikel 3 vastgelegde premie wordt slechts betaald aan de werknemers die lid zijn van één van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het paritair comité en vallen onder het toepassingsgebied zoals bepaald in artikel l, voor zover zij in regel zijn met hun lidmaatschapsbijdrage en in verhouding tot het aantal maanden dat zij lid zijn van de organisatie.

Artikel 9

De overeenkomstig artikel 8 te betalen premies worden per organisatie en per werkgever getotaliseerd. De Belgische Bontfederatie stelt het bedrag van de te betalen premies ter beschikking van de vakorganisaties.
De werkgeversvertegenwoordiger stelt de werkgever in kennis van het globaal bedrag dat na toepassing van artikel 7, aan de door deze laatste tewerkgestelde werknemers wordt betaald.

Artikel 11

De betaling aan de rechthebbenden dient door de vakorganisaties aan hun leden werknemers te gebeuren tegen uiterlijk 30 juni volgend op het desbetreffende dienstjaar. Indien de rechthebbende werknemer op het ogenblik van de betaling overleden is, wordt de premie aan de overlevende echtgeno(o)t(e) betaald.

HOOFDSTUK III - Geldigheid

Artikel 12

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 18 september 2015 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij
een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
14/10/2015
Registratienr
130479
Geldig van
18/09/2015
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
27/10/2015
Registratiedatum
08/12/2015
Onderwerp
syndicale premie
BS Bericht van neerlegging
16/12/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
16/08/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
19/09/2016
Keywords
SYNDICALE PREMIE

Historiek
03/09/2019 31/12/2999 25 Syndicale premie
08/06/2017 02/09/2019 25 Syndicale premie
18/09/2015 07/06/2017 25 Syndicale premie