040101 Loonvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
139.00.00-00.00

Bijwerking: 28/02/2018
Geldig vanaf: 01/01/2014
Geldig tot: 28/06/2017

In het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart werd op 29 april 2014 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de lonen, vergoedingen en arbeidsvoorwaarden en tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen in de binnenscheepvaart. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 24 juli 2014 onder het nr. 122619/CO/139. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 6 augustus 2014. 

De bepalingen van artikelen 10 tot 14, 16 en 19 tot 23 zijn niet van toepassing op de werkgevers en werknemers die het arbeidsregime van systeemvaart toepassen. Voor de regime van systeemvaart, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 35.

Wij geven u hierna de bepalingen inzake de loonvoorwaarden.

Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen voor wat betreft hun sleepdienstactiviteit en met uitzondering voor wat betreft artikel 11 dat niet van toepassing is op de ondernemingen voor de duw- en continuvaart. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is ook van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die in de systeemvaart werken, enkel voor wat betreft de artikels: 15, 17, 18, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30 en 31.

(...)

Betaling van werk op zondag

Artikel 10

Onverminderd de bepalingen van de arbeidswet van 16 maart 1971, alsmede de uitvoeringsbesluiten ervan, heeft het varend personeel voor werk op zondag recht op betaling van 8/164,67 van het maandloon, ongeacht de duur van de arbeidsprestaties, te verhogen met:

  1. voor arbeidsprestaties van maximum 8 uren en minder: 1/164,67 van het maandloon per uur arbeidsprestatie;
  2. voor arbeidsprestaties van meer dan 8 uren, dus vanaf het 9de uur: het dubbel van hetgeen is voorzien onder a).

Lonen

Artikel 11

A. De minimum maandlonen van de werknemers bedoeld in artikel 1 dat is tewerkgesteld aan boord van de binnenschepen voor vrachtvervoer met of zonder mechanische voortbewegingsmiddelen worden als volgt vastgesteld:

I. Schippers

  Binnen- en Rijnvaart Tankvaart
Schepen tot 750 ton 2.176,72 EUR 2.244,51 EUR
Schepen vanaf 750 tot 1.500 ton 2.444,25 EUR 2.557,39 EUR
Schepen vanaf 1.500 tot 2.250 ton 2.497,08 EUR 2.591,32 EUR
Schepen vanaf 2.250 ton en meer 2.553,58 EUR 2.666,66 EUR

II. Stuurlieden in binnen-, Rijn- en tankvaart voor sleep- en motorschepen

met patent zonder patent
1.980,69 EUR 1.924,12 EUR

III. Matrozen

  Minder dan tweejaar dienst in het beroep Vanaf tweejaar dienst in het beroep
Matrozen 1.829,79 EUR 1.871,34 EUR
Matroos-motordrijver 1.863,78 EUR 1.905,23 EUR

IV. Scheepsjongens van:

  • 17 jaar en ouder: 1.607,53 EUR;
  • na éénjaar dienst: 1.679,10 EUR;
  • 16 jaar: 1.452,98 EUR;
  • na één jaar dienst: 1.513,32 EUR;
  • 15 jaar: 1.298,40 EUR.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziet in een degressief barema voor scheepsjongens minder dan 17 jaar op basis van leeftijd en op basis van verworven anciënniteit.

De oorsprong hiervan is de beperkte beroepsopleiding die deze jongeren hebben verworven in het regulier onderwijs, met name praktijkervaring op binnenschepen. Bovendien dienen deze jongeren op de werkplaats opgeleid te worden omtrent de specifieke Nationale en Internationale veiligheidsvoorschriften. Om hun ervaring na 1 jaar tewerkstelling in de onderneming te belonen wordt hun een verhoogd loon toegekend.

V. Sleepbootpersoneel

  • Kapitein: 2.274,69 EUR;
  • Machinist-stuurman: 2.245,24 EUR.

B. De minimumlonen voor het personeel van de ondernemingen voor het vervoer van personen inzonderheid de pleziervaart en de veerdiensten, worden als volgt vastgesteld:

I. Schippers

  • tot en met 100 passagiers: 2.561,12 EUR;
  • van 101 tot en met 250 passagiers: 2.678,00 EUR;
  • vanaf 251 passagiers: 2.768,47 EUR.

II. Stuurlieden

  • tot en met 100 passagiers: 1.976,91 EUR;
  • van 101 tot en met 250 passagiers: 2.067,34 EUR;
  • vanaf 251 passagiers: 2.154,04 EUR.

III. Matrozen

Alle schepen:

  • minder dan 2 jaar dienst in het beroep: 1.886,33 EUR;
  • vanaf 2 jaar dienst in het beroep: 1.931,58 EUR.

IV. E.H.B.O.-brevet

Aan de werknemers bedoeld in art.1 in het bezit van een E.H.B.O.-brevet en tewerkgesteld in ondernemingen van de passagiersvaart wordt een dagvergoeding toegekend van 3,03 EUR.

C. De minimumlonen van de werknemers tewerkgesteld als kanaal- en rivierarbeiders tewerkgesteld in een 38 uren werkweek worden vastgesteld als volgt:

  Maandloon
38u/week
Uurloon
38u/week
Handlanger of in opleiding 1.956,42 EUR 11,8812 EUR
Polyvalente werkman < 6 maand anciënniteit in sector 2.044,81 EUR 12,4180 EUR
Polyvalente werkman vanaf 6 maand anciënniteit in sector 2.079,46 EUR 12,6284 EUR
Vorkliftvoerder < 6 maand anciënniteit in de sector 2.044,81 EUR 12,4180 EUR
Vorkliftvoerder vanaf 6 maand anciënniteit in de sector 2.079,46 EUR 12,6284 EUR
Ploegbaas verantwoordelijk voor 6 tot en met 20 werklieden 2.201,29 EUR 13,3683 EUR
Ploegbaas verantwoordelijk voor 21 of meer werklieden 2.290,01 EUR 13,9070 EUR

D. Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen

Het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen van de meerderjarige werknemers in de binnenscheepvaart, die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, bedraagt vanaf 1 augustus 2013 - 1.701,74 EUR.

Loon van de scheepsjongen

Artikel 12

Het volle matrozenloon (van artikel 11 A. IV) is verschuldigd aan de scheepsjongen van 17 jaar en ouder die minstens 2 jaar, rekening houdend met effectieve en/of gelijkgestelde dagen, als lid van de dekbemanning op de binnenwateren heeft gevaren.

Omzetting en berekening van het maandloon

Artikel 13

Wanneer ingevolge bijzondere omstandigheden, de minimum maandlonen en -vergoedingen die zijn vastgesteld in de artikelen 11 en 20 in een dagloon of een dagvergoeding moeten worden omgezet, mag dit bedrag per dag arbeidsprestaties in geen geval lager zijn dan 8/164,67 van het maandloon of de maandvergoeding.

Artikel 14

Voor de berekening van de in de artikelen 11 en 20 vastgestelde minimum maandlonen en - vergoedingen, mogen geen bijlonen, commissielonen, premies of andere gebeurlijke aan het varend personeel toegekende vergoedingen of percenten in aanmerking worden genomen.

Vergoedingen, compensaties, premies

Vergoeding van schade

Artikel 15

In geval van schipbreuk, brand aan boord of in elk ander geval van overmacht, dient de werknemer bedoeld in artikel 1 schadeloos gesteld te worden voor alle verlies van persoonlijk goed, behalve indien dat verlies voortvloeit uit een fout of uit de nalatigheid van de werknemer bedoeld in artikel 1.

Vrije dagen

Artikel 16

De werklieden en werksters van de binnen-, Rijn- en tankvaart die niet met hun gezin aan boord verblijven, kunnen éénmaal per maand, op kosten van de werkgever naar huis reizen, om hun vrije dag(en) in familieverband door te brengen.

Deze vrije dag(en) moet(en) op voorhand in gemeenschappelijk overleg worden vastgesteld; er mag in geen geval een onderbreking van de reis zijn en het schip moet steeds bewaakt blijven.

Alle verplaatsingen per trein geschieden in tweede klas.

(...)

Radarticket

Artikel 18

Aan de personeelsleden die houder zijn van een officieel radarticket wordt een bijzondere vergoeding van 43,45 EUR per maand toegekend op voorwaarde dat het schip dat zij bemannen met een radarinstallatie is uitgerust.

Reservepersoneel

Artikel 19

Door "reservepersoneel" wordt verstaan: het varend personeel dat in vast verband is verbonden met een werkgever, om op eender welk schip een of ander bemanningslid te vervangen.

De aan het reservepersoneel toegekende functie moet worden volbracht zoals zij wordt uitgeoefend door het vast personeel aan boord.

Artikel 20

De minimummaandlonen van het reservepersoneel worden als volgt vastgesteld:

  • Reserveschipper tankvaart: 2.666,65 EUR;
  • Reserveschipper Rijnvrachtvaart: 2.553,57 EUR;
  • Reserveschipper binnenvaart: 2.553,57 EUR;
  • Reserve stuurman: 1.980,68 EUR;
  • Reserve matroos: 1.871,33 EUR.

Artikel 21

Eventuele vergoedingen die geldig zijn op het bevaren schip zijn eveneens toepasselijk op het reservepersoneel.

Artikel 22

  1. Elk gehuwd of samenwonend reservepersoneel verblijvend op het schip tijdens de vaart ontvangt een vergoeding van 188,38 EUR per maand, elk alleenstaand reservepersoneelslid ontvangt een vergoeding van 138,40 EUR per maand voor huisvesting aan wal.
  2. Indien 's nachts per trein moet worden gereisd, wordt voor deze verplaatsing een vergoeding van 31,52 EUR betaald.
  3. Voor verblijf aan boord buiten de agglomeratie van de thuishaven van het schip wordt een tussenkomst in de prijs van het voedsel van 15,18 EUR netto per dag verrekend.

Verplaatsings- en verblijfkosten

Artikel 23

Alle verplaatsingen per trein geschieden in tweede klas. Alle andere normale verblijfkosten worden terugbetaald op voorlegging van bewijsstukken afgeleverd door de betrokken inrichtingen.

Estuairevaart

Artikel 24

  1. De bemanningsleden zowel vrouwelijke als mannelijke van de schepen die aan mondingsvaart doen, ontvangen onderstaande ondeelbare maandelijkse vergoedingen:
    Kapitein: 411,42 EUR
    Stuurman: 296,05 EUR
    Matroos-motorist: 238,39 EUR
    Matroos: 180,75 EUR.
  2. Deze vergoedingen zijn slechts verschuldigd indien er ten minste eenmaal per maand aan mondingsvaart wordt gedaan.
  3. De vertrekdatum is bepalend voor de maand waarvoor deze vergoeding moet worden betaald.
  4. Deze vergoeding komt niet in aanmerking voor het bepalen van het loon voor overwerk.

Tankvaart

Artikel 25

Indien de laadruimten (tanks) moeten worden schoongemaakt om een ander product te kunnen laden en de bemanningsleden deze werkzaamheden uitvoeren, wordt boven het normale dag- of overloon een bijkomende vergoeding per uur en per man toegekend ten bedrage van:

  • 5,77 EUR voor gasolietanks en cementtankers;
  • 7,26 EUR voor dieselolie- en chemicaliëntanks;
  • 7,62 EUR voor stookolietanks.

Artikel 26

Indien de aard van de lading vereist dat zij moet worden voorverwarmd, wordt aan het bemanningslid dat wacht aan dek loopt een forfaitaire vergoeding toegekend van 53,86 EUR in de zomermaanden en van 63,47 EUR in de wintermaanden.

Artikel 27

Indien ten gevolge van ter plaatse heersende reglementen geen vuur mag worden gemaakt en de werknemers bijgevolg geen warme maaltijden kunnen genieten, betaalt de werkgever als compensatie een bedrag gelijk aan het bedrag dat voor warme maaltijden is voorzien in artikel 22 — c) van onderhavige CAO.

(...)

Artikel 29

Indien op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst in één van de betrokken ondernemingen voordeliger voorwaarden van toepassing zijn, blijven deze behouden.

Artikel 30

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007 met registratienummer 86234/CO/139, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart tot vaststelling van de lonen, vergoedingen en arbeidsvoorwaarden en tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen in de binnenscheepvaart, zoals die in artikel 11 ervan was aangevuld door de CAO van 1 oktober 2008 met registratienummer 89466/CO/139.

Artikel 31

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen geheel of gedeeltelijk worden opgezegd met een opzegging van drie maanden, betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
29/04/2014
Registratienr
122619
Geldig van
01/01/2014
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
28/05/2014
Registratiedatum
24/07/2014
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
06/08/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
10/04/2015
Gepubliceerd in het B.St. van
15/06/2015
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, EINDEJAARSPREMIE, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, KOSTENVERGOEDINGEN (EXCL. VERPLAATSINGSKOSTEN), ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, BRUGPENSIOEN

Historiek
01/01/2018 31/12/2999 040101 Loonvoorwaarden
01/01/2018 01/01/2018 040101 Loonvoorwaarden
29/06/2017 31/12/2017 040101 Loonvoorwaarden
01/01/2014 28/06/2017 040101 Loonvoorwaarden
01/01/2009 31/12/2013 040101 Loonvoorwaarden
01/01/2007 31/12/2008 040101 Loonvoorwaarden