Vanaf 1januari 2016 wordt het anciënniteitsverlof vastgesteld op :
- 1 dag verlofvoor 4 tot en met 7 dienstjaren;
- 2 dagen verlofvoor 8 tot en met 11 dienstjaren;
- 3 dagen verlofvoor 12 tot en met 15 dienstjaren;
- 4 dagen verlofvoor 16 tot en met 19 dienstjaren;
- 5 dagen verlofvoor 20 tot en met 23 dienstjaren;
- 6 dagen verlofvoor 24 tot en met 27 dienstjaren;
- 7 dagen verlofvoor 28 tot en met 31 dienstjaren;
- 8 dagen verlofvoor 32 tot en met 35 dienstjaren;
- 9 dagen verlofvoor 36 tot en met 38 dienstjaren;
- 10 dagen verlof vanaf 39 dienstjaren.
Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 10 van de sectorale documentatie.