In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 12 april 2012 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten betreffende de organisatie van een sectorale outplacement voor sommige oudere werknemers.
Deze CAO heeft uitwerking met ingang van 1 april 2012 en vervangt de CAO van 14 mei 2009.
Wie heeft recht op outplacement ?
Alle ontslagen arbeiders die de leeftijd van 45 jaar hebben bereikt op het moment van het ontslag en die minstens één jaar dienstanciënniteit hebben. Dit recht wordt niet toegekend als het ontslag is gegeven om een dringende reden of bij brugpensioen.
Specifiek voor de bouwsector wordt deze leeftijdsgrens op 40 jaar gebracht voor de arbeiders die behoren tot de categorie I en IA. Dat is de vroegere categorie ongeschoolden.
Kosten van de procedure:
Nieuw: in uitvoering van het sectoraal akkoord 2011-2012 wordt de kost van de outplacementbegeleiding, die voorheen volledig door de sector werd gedragen, omwille van budgettaire redenen op een nieuwe manier verdeeld. 50 pct. van de werkelijk gemaakte kosten voor het outplacement is sinds 1 april 2012 ten laste van de werkgever. Het outplacementkantoor factureert de volledige begeleidingskost aan het bouwbedrijf. Het bouwbedrijf recupereert vervolgens de helft van de gemaakte kosten bij het Fonds voor Vakopleiding dat de organisator blijft van het outplacementgebeuren.
Opgelet: voor de opzeggingen die plaatsvonden vóór 31 maart 2012 blijft het oude regime van toepassing!
| Wat kost een outplacementbegeleiding ? | Wat betaalt de werkgever ? |
| Intake: 150 EUR (excl. btw) | Intake: 75 EUR (excl. btw) |
| 1ste fase: 950 EUR | 1ste fase: 475 EUR |
| 2de fase: 400 EUR | 2de fase: 200 EUR |
| 3de fase: 200 EUR | 3de fase: 100 EUR |
| Totaal: 1.700 EUR | Totaal: 850 EUR |
Verplichtingen van de werkgever:
De regelgeving voorziet dat de ontslagen bouwvakker een geldig en concreet outplacementaanbod krijgt. Dankzij de CAO volstaat het dat de werkgever binnen de 15 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst de arbeider schriftelijk meldt dat hij recht heeft op een outplacementbegeleiding van het FVB. Hiervoor bestaan modelbrieven. De arbeider beschikt over een termijn van één maand om al dan niet zijn schriftelijke instemming met dit aanbod te geven. In geval van instemming stelt de werkgever het FVB in kennis van alle nuttige gegevens over de ontslagen arbeider. Een arbeider die het aanbod weigert, kan het recht op zijn werkloosheidsvergoeding tijdelijk of helemaal verliezen.
Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 26 van de sectorale documentatie.