De CAO van 12 september 2013, in werking getreden op 1 januari 2013, voert een bijkomende sanctionering in voor bouwondernemingen die hun arbeiders veelvuldig economisch werkloos stellen en dit in het kader van de sectorale regeling inzake arbeidsduurvermindering.
Voor werknemers die meer dan 75 dagen economisch werkloos werden gesteld, zal het dagbedrag voor de collectieve inhaalrustdagen dat wordt uitgekeerd door het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf, worden geproratiseerd.
Let wel: deze pro rata berekening is enkel voorzien voor de collectieve inhaalrustdagen tijdens de hoofdperiode die aanvangt op het einde van het jaar. Bovendien wordt enkel economische werkloosheid in aanmerking genomen, geen andere vormen van tijdelijke werkloosheid.
De beoordeling van de overschrijding van de grens van 75 dagen economische werkloosheid gebeurt tijdens een referteperiode die loopt van het 4de kwartaal van het vorige jaar tot en met het 3de kwartaal van het huidige jaar waarin de hoofdperiode van de rustdagen een aanvang neemt. Als dagen economische werkloosheid worden alle dagen die zijn aangegeven via de Dmfa-aangifte onder code 71 in aanmerking genomen.
Vervolgens zullen de pro rata bedragen die aan de bouwarbeiders met meer dan 75 dagen economische werkloosheid door het Fonds voor Bestaanszekerheid werden uitbetaald, door het Fonds worden teruggevorderd bij de werkgevers.
De berekeningswijze van de pro rata dagbedragen zal uitdrukkelijk op de formulieren van het Fonds voor Bestaanszekerheid worden vermeld.
Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 1103 van de sectorale documentatie.