120 Sectorakkoord 2019-2020

16/09/2019

Op 2 juli 2019 werd in het Paritair Comité voor de textielnijverheid (PC 120) een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten.

U vindt hierna een overzicht van de voornaamste voordelen waarin deze algemene collectieve arbeidsovereenkomst voorziet.

Opgelet: bepaalde maatregelen moeten nog worden geconcretiseerd via het afsluiten van specifieke arbeidsovereenkomsten. We zullen de betreffende hoofdstukken van de sectorale documentatie aanpassen zodra deze cao's zijn afgesloten.

I. Toepassingsgebied

De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textielondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de  textielnijverheid (PC nr. 120), met uitzondering van de Celanese Production Belgium BVBA en Celanese BVBA waarvoor hoofdstuk III, V, VII en IX evenwel van toepassing zijn en met uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van de paritaire subcomités 120.01, 120.02) en 120.03.

II. Koopkracht

1 september 2019 (hoofdstukken 0402 en 0404):

  • Arbeidsregeling in enkele ploeg: verhoging van de effectieve en baremieke brutolonen met 0,14

euro per uur.

  • Andere ploegenstelsels: verhoging van de effectieve brutolonen met een forfait van 0,14 euro per uur vermeerderd met de daartoe voorziene ploegencoëfficiënten .

III. Sectorale regeling inzake aanvullend pensioen

Tegen 1 januari 2021:

Instelling van een sectoraal aanvullend pensioenplan (studenten en leerlingen uitgesloten).

  • Solidariteitsluik:  4,4 % van de stortingen voor de pensioentoezeggingen.
  • Financiering:  heroriëntering van 1,20% van de patronale bijdrage verschuldigd aan het Fonds voor bestaanszekerheid vanaf 1 januari 2020.
  • Systeem van uitsluiting uit het toepassingsgebied en "opting out" voor de volgende ondernemingen:
  • ondernemingen die op ondernemingsvlak al een aanvullend pensioen voor hun arbeiders organiseren;
  • ondernemingen die een minstens gelijkwaardig aanvullend pensioen hebben voor hun arbeiders.

 

IV. Arbeidsduur: vrijwillige overuren

23 april 2019 :

  • Quotum van maximum 140 vrijwillige overuren per kalenderjaar en per arbeider (voordien: 120 vrijwillige overuren).
  • De eerste 45 gepresteerde vrijwillige overuren worden niet meegeteld in de totale duur van de verrichte arbeid tijdens de referteperiode (voordien: eerste 25 gepresteerde vrijwillige overuren).

V. Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)

De volgende stelsels worden verlengd voor de periode van 01/01/2019 tot en met 30/06/2021:

  • SWT algemeen stelsel (hoofdstuk 2101)
  • SWT  59 jaar  - 35 loopbaanjaren  - zwaar beroep (hoofdstuk 2102)
  • SWT 59 jaar - 33 loopbaanjaren + nachtarbeid of zwaar beroep (hoofdstuk 2103)
  • SWT 59 jaar -  40 loopbaanjaren (hoofdstuk 2104)

Het volgende stelsel wordt verlengd voor de periode van 01/01/2019 tot en met 31/12/2020:

  • SWT 58 jaar -  mindervaliden en werknemers met ernstige lichamelijke problemen (hoofdstuk 2105)

Het kliksysteem zal ook van toepassing zijn op de terugbetaling van de aanvullende vergoeding en

de decava-bijdragen voor de betrokken SWT's.

VI. Tijdskrediet

Landingsbanen (hoofdstuk 2803):  55 jaar (vermindering met 1/5) – 57 jaar (vermindering met ½) in het kader van een zwaar beroep of een lange loopbaan.

VII. Vergoedingen bestaanszekerheid

1. Economische werkloosheid

Vanaf het refertejaar 2020 (1 juli 2019-30 juni 2020): verhoging van de aanvullende vergoeding met  0,33 euro/ dag (6-dagenstelsel)

2. Buitenwettelijke vakantietoelage (in geval van SWT of pensioen) ten laste van het Fonds voor bestaanszekerheid (hoofdstuk 503):

SWT

1e toelage

2e toelage

3e toelage

2019

225 euro

175 euro

125 euro

2020

225 euro

175 euro

125 euro

* stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Pensioen

1e jaar

2e jaar

3e jaar

2019

225 euro

175 euro

125 euro

2020

400 euro

200 euro

200 euro

2021

350 euro

150 euro

150 euro

2022

300 euro

100 euro

100 euro

2023

250 euro

50 euro

50 euro

2024

200 euro

50 euro

50 euro

VIII. Anciënniteitsverlof

1 januari 2019:

1 dag anciënniteitsverlof (hoofdstuk 1002): 18 jaar ondernemingsanciënniteit (voordien 20 jaar).

IX. Zachte landingsbanen

1. Toepassingsgebied 

Arbeider van 60 jaar of ouder die van een ploegen- of nachtregeling overschakelt naar een dagregeling.

2. Toegekend voordeel 

Degressieve tussenkomst van het Waarborg- en Sociaal Fonds in het nettoloonverlies gedurende 12 maanden:

Nettoloonverlies

Maandelijkse tussenkomst van het Fonds

Van de 1e tot en met de 4e maand na overschakeling

75 euro

Van de 5e tot en met de 8e maand na overschakeling

50 euro

Van de 9e tot en met de 12e maand na overschakeling

25 euro

Deze tussenkomst is belastbaar en wordt geïndexeerd volgens het geldend indexeringsmechanisme

in de textielsector.

3. Begrenzing

De tussenkomst is eenmalig en mag niet meer bedragen dan 50% van het nettoloonverlies.

Nettoloonverlies  =  loon van de maand vóór de overschakeling vergeleken met het loon voor normale prestaties van de maand waarin de overschakeling aanvangt.

Deze tussenkomst kan niet worden gecumuleerd met onderbrekingsuitkeringen toegekend aan

arbeiders die hun arbeidsovereenkomst volledig schorsen in het kader van tijdskrediet,  loopbaanvermindering of een landingsbaan of in het kader van thematisch verlof.

X. Mobiliteit

Zie cao van 2 juli 2019 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer

van de arbeiders in de textielnijverheid (hoofdstukken 1201 en 1202).

Fietsvergoeding: van 1 september 2019 tot en met 31 december 2020:

0,20 euro per afgelegde km tussen de woonplaats en de arbeidsplaats (heen en terug).

Voorwaarden 

  • de werkgever een schriftelijke verklaring bezorgen waarin de werknemer zich ertoe verbindt om gedurende een ononderbroken periode van minstens drie maanden de woon-werkverplaatsing met de fiets af te leggen en ook daadwerkelijk minstens 50% van de dagen van de betrokken maand de woonwerkverplaatsing met de fiets af te leggen.

Anticumulatie:

  • Verbod tot cumulatie met andere vergoedingen inzake woon-werkverplaatsingen  ten laste van de werkgever.

XI. Tewerkstellingsverbintenissen

Verlenging van de tewerkstellingsverbintenissen voor de periode van 01/01/2019 tot en met  31/12/2020.

Samengevat (hoofdstuk 26):

  1. Verbod tot ontslag om economische of technische redenen + afwijkingen;
  2. Eenmalige forfaitaire vergoeding van 991,57 euro in geval van onregelmatig ontslag;
  3. Wettelijke verplichtingen inzake vervanging van bruggepensioneerden (SWT);
  4. Verplichting om de werknemers te vervangen die om andere redenen dan die onder a. en c. hierboven werden ontslagen + afwijkingen.