5205 Sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel - Beheerder

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.00.00-00.00, 118.01.00-00.00, 118.02.00-00.00, 118.03.00-00.00, 118.04.00-00.00, 118.05.00-00.00, 118.06.00-00.00, 118.07.00-00.00, 118.08.00-00.00, 118.09.00-00.00, 118.10.00-00.00, 118.11.00-00.00, 118.12.00-00.00, 118.13.00-00.00, 118.14.00-00.00, 118.15.00-00.00, 118.16.00-00.00, 118.17.00-00.00, 118.18.00-00.00, 118.19.00-00.00, 118.20.00-00.00, 118.21.00-00.00, 118.22.00-00.00

Bijwerking: 20/07/2004
Geldig vanaf: 01/04/2004
Geldig tot: 31/12/2008

CAO van 30/04/2004 tot aanduiding van de beheerder van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie en tot invoering van het solidariteitsreglement.

Geregistreerd onder het nr 71813/co/118;  bericht van neerlgging : B.St. van 20/07/2004.

Tekst CAO

Toepassingsgebied en werking in de tijd

1.   Deze CAO is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders die ressorteren onder het Paritair Comité nr  118 van de voedingsindustrie en die, in uitvoering van de CAO nr 1 van 5 november 2003, niet zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal aanvullend pensioensstelsel.

2.   De partijen vragen de algemeenverbindendverklaring aan.

3.   Deze CAO treedt in werking op 1 april 2004 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.

4.   Deze CAO kan door elk der partijen worden opgezegd, mits aangetekende brief aan de Voorzitter van het Paritair Comité van de voedingsnijverheid en met respect van een opzegperiode van 6 maanden. De opzegging is alleen geldig voor zover artikel 10 §1 3° van de WAP is nageleefd.

Aanduiding van de beheerder

5.   Bij toepassing van artikel 8 van de WAP en van artikel 10, 11, 12 en 13 van CAO nr 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, wordt als pensioeninstelling gekozen Fortis AG N.V., met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 53.

Solidariteitstoezegging

6.   De aanspraken op een solidariteitstoezegging worden bepaald overeenkomstig het reglement van solidariteitstoezegging, dat als bijlage aan deze CAO gehecht wordt. Bij toepassing van artikel 17 van de geciteerde CAO nr 2 van 5 november 2003 geldt deze bijlage als bijlage 2 aan CAO nr 2 van 5 november 2003.

 

Bijlage: Reglement Solidariteitstoezegging

1.   Doel en voorwerp van het stelsel solidariteitsprestaties

1.1.       In uitvoering van de CAO nr2 van 5 november 2003 richt het Fonds 2° pijler PC 118 een stelsel van solidariteitsprestaties in ten gunste van de arbeiders die voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden bepaald onder artikel 3 "Definities".

1.2.       Het doel van onderhavig reglement bestaat in het definiëren van de voorwaarden en modaliteiten van de solidariteitsprestaties buiten en boven alle wettelijke verplichtingen.

1.3.       Het financiële beheer, het administratief beheer en de dekking van sommige risico'svan dit stelsel van solidariteitsprestaties worden toevertrouwd aan de verzekeringsinstelling zoals hierna bepaald. Zij zullen het voorwerp uitmaken van een beheersovereenkomst tussen het Fonds 2° pijler PC 118 en de verzekeringsinstelling die opgesteld zal worden volgens de principes van onderhavig solidariteitsreglement.

2.   Werking in de tijd

Het stelsel van solidariteitsprestaties vangt aan op 1 april 2004. Het voortbestaan ervan gaat samen met het stelsel van aanvullend pensioen, zoals ingesteld bij CAO nr 2 van 5 november 2003.

3.   Definities

3.1.       Stelsel van aanvullend pensioen: het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen, bij CAO nr 2 van 5 november 2003 ingericht in uitvoering van artikel 15 van de basis CAO van 4 april 2003 en artikel 22 van de basis-CAO van 8 oktober 2003.

3.2.       Solidariteitstoezegging: Het sectoraal stelsel van solidariteitsprestaties, bij CAO nr 2 van 5 november 2003 ingericht in uitvoering van artikel 15 van de basis-CAO van 4 april 2003 en artikel 22 van de basis-CAO van 8 oktober 2003.

3.3.       Fonds 2° pijler PC 118: De inrichter van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, ingesteld in uitvoering van de CAO van 8 oktober 2003.

3.4.       verzekeringsinstelling: De verzekeringsinstelling die door het Fonds 2° pijler PC 118 werd aangeduid voor het beheren van het sectoraal stelsel van solidariteitstoezegging.

3.5.       Werkgever: De onderneming ressorterend onder het Paritair Comité van de voedingsindustrie en die valt onder het toepassingsgebied van de CAO nr 2 van 5 november 2003.

3.6.       Deelnemer: De arbeider of arbeidster van een werkgever ressorterend onder het Paritair Comité nr 118 van de voedingsindustrie die valt onder het toepassingsgebied van CAO nr 2 van 5 november 2003, waanvan het loon onderworpen is aan de socialezekerheidsbijdragen, met uitzondering van de arbeiders die al een wettelijk pensioen ontvangen, maar hun activiteiten in de sector van de voedingsindustrie blijven uitoefenen in het kader van de toegelaten arbeid als gepensioneerde zonder schorsing van het wettelijk rustpensioen. Elke arbeider die deze aansluitingsvoorwaarden vervult, wordt automatisch en verplicht aangesloten. De aansluiting houdt op vanaf het moment dat bovenstaande aansluitings­voorwaarden niet meer gerespecteerd zijn.

3.7.       Begunstigde: De persoon aan wie de uitkering, die voorzien is overeenkomstig de bepalingen van dit reglement, dient te gebeuren.

3.8.       Bijdrage solidariteitstoezegging: Het bedrag, betaald door de werkgever tot financiering van de solidariteitstoezegging, in uitvoering van de sectorale CAO tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal stelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, zoals deze op elk respectievelijk moment van kracht is. De opeenvolgende sectorale CAO-teksten worden in bijlagen aan het solidariteitsreglement gehecht en maken er integraal deel van uit. Bij aanvang van dit stelsel van solidariteitsprestaties geldt de CAO nr 3 van 5 november 2003.

3.9.       Solidariteitsfonds: Stelsel van collectieve reserve, dat wordt beheerd overeenkomstig de in dit reglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen. Dit stelsel wordt door de verzekeringsinstelling volledig afzonderlijk van de andere activiteiten beheerd.

3.10.     CAO nr 2 van 5 november 2003: CAO nr 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie.

3.11.     CAO nr 3 van 5 november 2003: CAO nr 3 van 5 november 2003 tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie.

3.12.     Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (afgekort CBFA): De geïntegreerde financiële toezichthouder, die opgericht werd door de Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en het uitvoeringsbesluit van 25 maart 2003.

3.13.     WAP: De Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (B.S. 15 mei 2003, ed.2; err.B.S. 26 mei 2003) aangevuld met haar uitvoeringsbesluiten.

3.14.     K.B. Solidariteitsstelsel: Koninklijk Besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de solidariteits­prestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels.

3.15.     K.B. Financiering van het Solidariteitsstelsel: Koninklijk Besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de regels inzake de financiering en het beheer van een solidariteitstoezegging.

3.16.     Risicotarief: Het geheel van de door de verzekeringsinstelling gewaarborgde tariferingsregels van toepassing op de verzekerde risico's, voorgelegd door de verantwoordelijk actuaris van de verzekeringsmaatschappij en medegedeeld aan de CBFA. Het tarief omvat bepalingen betreffende het rendement, de eventueel gebruikte sterftetafel en de aangerekende kosten.

4. Solidariteitstoezegging

4.1.       Voor zover de middelen beschikbaar zijn worden volgende solidariteitsprestaties voorzien:

•     Vergoeding van inkomstenverlies bij overlijden van de deelnemer onder de vorm van een tijdelijke onvoorwaardelijke rente met een looptijd van 5 jaar, gelijk aan 250 EUR per jaar. Binnen de grenzen bepaald in de WAP en het K.B. Solidariteitsstelsel wordt de nominale som der rentes op het moment van overlijden gecumuleerd uitgekeerd.

•     Een deelname in de financiering van het stelsel van aanvullend pensioen gelijk aan 150 EUR voor de eerste periode van arbeidsongeschiktheid van 200 of meer dagen na een periode van gewaarborgd loon binnen een periode van 5 opeenvolgende kwartalen, wegens ziekte, ongeval, bevallings- of zwangerschapsrust, arbeidsongeval of beroepsziekte. Er wordt alleen maar rekening gehouden met de periodes van arbeidsongeschiktheid die een aanvang nemen ten vroegste op 1 april 2004.

•     In geval van faillissement van de werkgever, de financiering van het stelsel van aanvullend pensioen tot dekking van de niet-betaalde bijdragen in het sectoraal aanvullend pensioenplan tot ten hoogste één maand na de faillietverklaring.

4.2.       Bovenstaande prestaties gelden vanaf het moment dat de aangeslotene tenminste 132 dagen gecumuleerde tewerkstelling als arbeider in de sector van de voedingsindustrie kan aantonen, te tellen vanaf 1 april 2004. De tewerkstelling wordt vastgesteld op basis van de bij de RSZ aangegeven arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen. De periode van 132 dagen hoeft niet ononderbroken te zijn.

4.3.       Het geheel van solidariteitstoezeggingen is een middelenverbintenis. Dit wil zeggen dat de niveaus der solidariteitsprestaties door het Fonds 2° pijler PC 118 aan de bestaande en verwachte beschikbare middelen kunnen worden aangepast. Dit gebeurt met het oog op het behouden van het financieel evenwicht, overeenkomstig de bepalingen van de WAP, het K.B. solidariteitsstelsel en het K.B. Financiering van het solidariteitsstelsel en in overleg met de aangewezen actuaris van de verzekeringsinstelling.

4.4.       Conform art. 6 van het K.B. solidariteitsstelsel worden de solidariteitsprestaties verlaagd, indien de middelen onvoldoende zijn. Te dien einde zal het Fonds 2° pijler PC 118 het initiatief nemen om onderhavig reglement aan te passen. De prestaties worden in dit geval in volgende rangorde verminderd:

•     de vergoeding van inkomstenverlies bij overlijden;

•     de financiering van het aanvullend pensioen bij arbeidsongeschiktheid;

•     de financiering van het aanvullend pensioen ingeval van faillissement

5.   Financiering

5.1.       De bijdragen voor de financiering van de solidariteitstoezegging worden berekend door het Fonds 2° pijler PC 118 op basis van enerzijds het bijdragepercentage vermeld in de CAO tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie en anderzijds de lonen aangegeven aan de RSZ. Deze bijdragen zijn ten minste gelijk aan 4,40 % van de premies voor het stelsel van aanvullend pensioen.

5.2.       De bijdragen worden door het Fonds 2° pijler PC 118 medegedeeld en integraal doorgestort aan de verzekeringsinstelling.

5.3.       De bijdragen worden door de verzekeringsinstelling zonder verwijl gestort in het Solidariteitsfonds.

5.4.       De solidariteitsprestaties worden beheerd overeenkomstig de bepalingen van het K.B. Financiering van het Solidariteitsstelsel.

5.5.       De solidariteitsprestaties voorzien onder artikel 4.1. eerste en tweede punt worden door het Solidariteitsfonds verzekerd bij de verzekeringsinstelling. De financieringsmethode is gebaseerd op een risicotarief volgens de techniek van tijdelijke premies van één jaar en volgens de principes van een resultaatsverbintenis. Het Solidariteitsfonds deelt in het resultaat van de verzekeringsinstelling gerealiseerd op de verzekerde prestaties, overeenkomstig voorwaarden overeengekomen met de verzekeringsinstelling.

5.6.       De solidariteitsprestatie voorzien onder artikel 4.1. derde punt volgt volledig de bepalingen van het K.B. Financiering van het Solidariteitsstelsel.

6.   Begunstigden en formaliteiten bij vereffening

6.1.       De prestatie bij overlijden van de deelnemer:

•     In geval van overlijden van de deelnemer worden de solidariteitsprestaties uitgekeerd aan dezelfde begunstigde(n), zoals deze zijn bepaald overeenkomstig het Pensioenreglement - Stelsel aanvullend pensioen voor de arbeiders Paritair Comité nr 118.

•     Voor werkgevers, die het Stelsel van aanvullend pensioen zelf organiseren, bij toepassing van de zogenaamde Opting Out, geldt alleen de rangorde van het Pensioenreglement - Stelsel aanvullend pensioen voor de arbeiders Paritair Comité nr 118. In dit geval vraagt(vragen) de begunstigde(n) aan het Fonds 2° pijler PC 118 de vereffening van de voordelen. Na controle door het Fonds 2° pijler worden de prestaties aan de begunstigden overgemaakt.

•     Het Fonds 2° pijler PC 118 en de verzekeringsinstelling kunnen ieder bijkomend document opvragen om de identiteit van de begunstigde(n) te verifiëren.

•     bij ontstentenis van begunstigde, blijft de prestatie ter beschikking van het Solidariteitsfonds.

6.2.       De prestatie in geval van arbeidsongeschiktheid

•     In geval van arbeidsongeschiktheid wordt de prestatie meegedeeld door het Fonds 2° pijler PC 118 aan de verzekeringsinstelling. De prestatie zal op de individuele pensioenrekening van de werknemer gestort worden.

•     Indien de werkgever het aanvullend pensioen zelf organiseert, bij toepassing van de zogenaamde opting out, zal de verzekeraar van dit ondernemingspensioenplan de nodige gegevens aan het Fonds 2° Pijler PC118 overmaken door middel van het hiertoe uitgewerkt formulier. Na controle door het Fonds 2° pijler PC 118 wordt de prestatie op rekening van de verzekeraar van dit ondernemingspensioenplan gestort, die deze prestatie op zijn beurt op de individuele pensioenrekening van de betrokken werknemer stort.

6.3.       De prestaties in geval van faillissement:

•     Op basis van de vergelijking van de aangegeven socialezekerheidsbijdragen bijdragen met de bijdragen, die effectief werden doorgestort door de RSZ, worden de door faillissement niet betaalde bijdragen bepaald. Dit bedrag wordt overgemaakt aan het Financieringsfonds van het Stelsel van aanvullend pensioen, ter uitvoering van de verplichtingen van dit stelsel.

7.   Solidariteitsfonds

7.1.       In uitvoering van dit reglement wordt een Solidariteitsfonds ingericht.

7.2.       Het vermogen van het Fonds wordt uitsluitend aangewend:

•     om de bij dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties uit te keren, en

•     om de premies te financieren van de in dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties die door de verzekeringsinstelling op basis van een risicotarief worden gedekt

7.3.       Werking van het Fonds

7.3.1.   Inkomsten van het Solidariteitsfonds

•     De stortingen bepaald onder artikel 5;

•     De financiële opbrengsten van het Solidariteitsfonds, daarin inbegrepen zowel het rendement op de reserves van het Solidariteitsfonds als de deelname in het technisch resultaat van de verzekeringsinstelling.

7.3.2.   Uitgaven van het Solidariteitsfonds

•     De financiering van de in dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties welke door de verzekeringsinstelling worden gedekt en die op basis van een risicotarief worden vastgesteld.

•     De bijdragen in de financiering van het stelsel van aanvullend pensioen bij faillissement, overeenkomstig de bepalingen van dit reglement;

•     De kosten nodig voor het beheer van de solidariteitstoezegging, in uitvoering van de beheersovereenkomst tussen het Fonds 2° pijler PC 118 en de verzekeringsinstelling, met respect voor de bepalingen van de WAP, het K.B. solidariteitstelsel en het K.B. financiering van het solidariteitsstelsel.

7.4.       Eigendom en beheer van het Solidariteitsfonds

7.4.1.   Het Solidariteitsfonds behoort toe aan het geheel van de aangeslotenen.

7.4.2.   Indien een werkgever of werknemer om één of andere reden ophoudt deel uit te maken van het toepassingsgebied van CAO nr 2 van 5 november 2003 kan hij op geen enkele wijze aanspraak maken op de tegoeden van het Solidariteitsfonds.

8.   Diverse bepalingen

8.1.       Verplichtingen van de betrokken partijen

8.1.1.   Verplichtingen van het Fonds 2° pijler PC 118

•     Aan de verzekeringsinstelling op elektronische wijze overmaken van benodigde inlichtingen voor erkenning van aanspraken, o.a.

-     Naam, geboortedatum, burgerlijke staat, adres

-     Nationaal nummer SIS

-     Aanduiding van de begunstigde (indien afwijkend van de standaard)

•     Onmiddellijk doorstorten aan de verzekeringsinstelling van de bijdragen voor de solidariteitstoezegging, zoals die worden geïnd door de RSZ en globaal overgemaakt aan het Fonds 2° pijler PC 118.

•     Het aan de aangeslotene op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de volledige tekst van het solidariteitsreglement en alle bijvoegsels.

•     Alle andere door de WAP aan de inrichter opgelegde verplichtingen.

8.1.2.    Verplichtingen van de verzekeringsinstelling

•     Het respecteren en uitvoeren van minimumregels inzake de financiering, het aanleggen van de voorzieningen en het beheer van het solidariteitsstelsel, in uitvoering van het K.B. Financiering van het Solidariteitsstelsel.

•     Alle verplichtingen die door de WAP en het K.B. Solidariteitsstelsel aan de verzekeringsinstelling worden opgelegd. Deze omvatten onder meer:

-     Het jaarlijks opstellen van een gedetailleerde staat der activa, een balans en een resultatenrekening van het Solidariteitsfonds;

-     Het overmaken van dit verslag aan de CBFA binnen de maand na de goedkeuring ervan;

-     Het actuarieel en financieel beheer;

-     Het bepalen en aanleggen van voorzieningen en provisies;

De belegging en evaluatie van de activa van het Solidariteitsfonds volgens de regels die voor voorzorgsinstellingen werden vastgelegd in uitvoering van de Controlewet van 9 juli 1975, met name in de artikelen 6 tot 14 van het Koninklijk Besluit van 7 mei 2000 betreffende de voorzorgsactiviteit van de voorzorgsinstellingen;

8.2.       Onbetwistbaarheid van de gegevens

8.2.1.   De verzekeringsinstelling dekt de deelnemer op basis van de gegevens overgemaakt door het Fonds 2° pijler PC 118.

8.2.2.   Het Fonds 2° pijler PC 118 staat in voor de nauwkeurigheid van de inlichtingen en is verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit alle onnauwkeurige, onvolledige, onjuiste of laattijdige inlichtingen, die verstrekt worden aan de verzekeringsinstelling.

8.2.3.   De verzekeringsinstelling houdt uitsluitend rekening met de laatst meegedeelde gegevens.

8.3.       Bescherming van de persoonlijke levenssfeer:

8.3.1.   Om het solidariteitsstelsel te beheren, verstrekt het Fonds 2° pijler PC 118 de nodige persoonlijke gegevens aan de verzekeringsinstelling.

8.3.2.   De verzekeringsinstelling behandelt deze gegevens vertrouwelijk en met het uitsluitend doel tot het beheren van het sociaal sectoraal stelsel van aanvullend pensioen, met uitsluiting van elk ander, al dan niet commercieel, oogmerk.

8.3.3.   Iedere aangeslotene waarvan persoonlijke gegevens bewaard worden, heeft het recht om inzage en verbetering van deze gegevens te verkrijgen, middels schriftelijk verzoek aan de verzekeringsinstelling met toevoeging van een kopie van de identiteitskaart.

8.4.       De bepalingen van onderhavig solidariteitsreglement worden aangevuld door de algemene voorwaarden van de verzekeringsinstelling. In geval van strijdigheid primeren de bepalingen van onderhavig reglement.

9.   Toepasselijk recht

Op het solidariteitsreglement en alles ermee verband houdende is het Belgisch recht van toepassing. Eventuele geschillen tussen de partijen in dit verband behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.

10. Slotbepaling

Onderhavig reglement wordt overeengekomen op basis van de thans gekende bepalingen en toepassingen van de WAP en haar uitvoeringsbesluiten.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
30/04/2004
Registratienr
71813
Geldig van
-
Geldig tot
31/12/2018
Neerleggingsdatum
14/05/2004
Registratiedatum
01/07/2004
Onderwerp
beheerder van het social sectoraal aanvullend pensioenstelsel en solidariteitsreglement
BS Bericht van neerlegging
20/07/2004
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
17/09/2005
Gepubliceerd in het B.St. van
13/10/2005
Keywords
AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN

Historiek
01/01/2020 31/12/2050 5205 Sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel - Beheerder
01/01/2019 31/12/2020 5205 Sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel - Beheerder
01/01/2019 01/01/2019 5205 Sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel - Beheerder
01/01/2014 31/12/2018 5205 Sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel - Beheerder
01/07/2010 31/12/2013 5205 Sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel - Beheerder
01/01/2009 30/06/2010 5205 Sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel - Beheerder
01/04/2004 31/12/2008 5205 Sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel - Beheerder