Protocolakkoord 2023-2024
29/11/2023In het Paritair Comité voor de glasnijverheid (PC 115) werd op 21 september 2023 een protocolakkoord 2023-2024 afgesloten. Daarnaast werd op 10 november 2023 eveneens een cao inzake loon- en arbeidsvoorwaarden afgesloten die enkel van toepassing is op het Paritair Comité 115 “algemeen” en het Paritair Subcomité 115.09 (Aanvullende bedrijfssector glas).
Wij geven u hierna een overzicht van de inhoud van het akkoord en de cao.
1. Koopkrachtpremie
De sociale partners hebben de mogelijkheid om op ondernemingsvlak een akkoord te onderhandelen over de koopkrachtpremie tot 15 december 2023.
Als uiterlijk op 15 december 2023 geen akkoord wordt bereikt op ondernemingsniveau, zal een koopkrachtpremie worden toegekend aan de arbeiders door bedrijven die een hoge of uitzonderlijk hoge winst hebben gerealiseerd in 2022.
"Winst in 2022" wordt voor de toepassing van deze CAO gedefinieerd als de som van de volgende codes van de jaarrekening voor het boekjaar 2022:
- Code 9901 (bedrijfswinst/verlies)
- Code 630 (afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa)
- Code 631/4 (waardeverminderingen op voorraden, op bestellingen in uitvoering en op handelsvorderingen: toevoegingen (terugnemingen)).
"Hoge winst in 2022" wordt voor de toepassing van deze CAO gedefinieerd als: het resultaat van de som hierboven gedefinieerd voor "winst in 2022" is positief. Bedrag = 250 euro.
"Uitzonderlijk hoge winst in 2022" wordt voor de toepassing van deze CAO gedefinieerd als: "de winst in 2022" is minstens 1,15 x hoger dan de gemiddelde winst in de 3 voorafgaande afgesloten boekjaren. Voor de berekening van dit gemiddelde worden enkel de boekjaren met een positieve "winst" meegeteld. Bedrag = 350 euro.
Voor bedrijven wiens boekjaar niet overeenstemt met een kalenderjaar zal voor het bepalen van de winst/hoge winst/uitzonderlijk hoge winst het boekjaar genomen worden dat eindigt in 2022.
Modaliteiten van toekenning:
- De koopkrachtpremie wordt in elektronische of papieren vorm toegekend in de loop van de maand december 2023 aan de arbeiders die in dienst zijn op 15 december 2023:
- pro rata van de arbeidsprestaties tijdens de periode die loopt van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022, met gelijkstellingen zoals overeengekomen in de CAO betreffende de eindejaarspremie;
- pro rata van het arbeidsregime van de werknemer op 31 december 2022.
2. Minimum aanwervingsloon
Vanaf 1 januari 2023 wordt het minimum aanwervingsloon vastgesteld op 13,5076 EUR/uur.
De bovenvermelde bedragen moeten worden gesteld tegenover het spilindexcijfer 122,95 (basis 2013 = 100).
Vanaf 1 november 2023 wordt het minimum aanwervingsloon vastgesteld op 13,7778 EUR/uur.
De bovenvermelde bedragen moeten worden gesteld tegenover bet spilindexcijfer 125,41 (basis 2013 = 100).
De mogelijkheid om een minimum aanwervingsloon te betalen gelijk aan 95% van het minimumloon gedurende maximum 4 weken effectieve arbeid wordt afgeschaft vanaf 1 oktober 2023.
3. Minimale ploegenpremies
Wanneer het werk in twee of in drie "draaiende" ploegen is ingericht, worden aan de arbeiders, zonder onderscheid van leeftijd, de ploegenpremies toegekend voor een arbeidsregeling van 38 uren per week:
- Namiddag:
- Vanaf 1 januari 2023: 0,5770 euro per uur;
- Vanaf 1 november 2023: 0,5885 euro per uur;
- Nacht:
- Vanaf 1 januari 2023: 1,7967 euro per uur;
- Vanaf 1 november 2023: 1,8326 euro per uur.
De bovenvermelde bedragen vanaf 01/11/2023 moeten worden gesteld tegenover het spilindexcijfer 125,41 (basis 2013 = 100).
4. Anciënniteitsverlof
4.1. Enkel van toepassing in PC 115 "Algemeen"
Vanaf 1 januari 2024 wordt een dag anciënniteitsverlof ingevoerd in PC 115 "Algemeen" (PC 115.00) na 25 jaar dienst in de sector.
Deze verlofdag is niet cumuleerbaar met een anciënniteitsdag toegekend door een voor 1 januari 2024 afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak.
Deze verlofdag geldt niet wanneer op 1 januari 2024 gelijkaardige of voordeligere voorwaarden van kracht zijn in de vorm van een dag en/of anciënniteitspremie via een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst.
In dit geval, blijven enkel de voorwaarden voorzien in de ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing.
De werknemer moet een bewijs van anciënniteit in de sector bij zich dragen.
4.2. Enkel van toepassing in PC 115.09
Vanaf 1 januari 2024 wordt de bestaande anciënniteitsdag in de aanvullende subsector (PC 115.09) als volgt gewijzigd: de anciënniteit van 25 jaar die in het bedrijf moet worden behaald, wordt vervangen door een anciënniteit die in de sector moet worden verworven.
5. Vervoerskosten
Vanaf 1 oktober 2023:
- Privé-transportmiddelen: het rooster “andere vervoermiddelen” wordt met 10 % verhoogd.
- De fietsvergoeding wordt verhoogd van 0,24 euro tot 0,27 euro per km.
6. Bestaanszekerheid
Vanaf 1 oktober 2023 worden de dagvergoedingen in geval van tijdelijke werkloosheid boven de 90 eerste dagen werkloosheid toegekend boven de 78 eerste dagen werkloosheid.
Vanaf 1 oktober 2023 wordt de dagvergoeding voor tijdelijke werkloosheid verhoogd van 11,0118 euro naar 12,2605 euro in het PC 115 “Algemeen” (niet in het PC 115.09!).
7. SWT
De sector treedt toe tot de bestaande NAR-cao's.
8. Tijdskrediet en landingsbanen
9. Klein verlet
10. Opleiding en risicogroepen
Er zal een cao worden afgesloten dat volgend groeipad vastlegt:
- Voor 2023-2024: individueel opleidingsrecht van 2 dagen per jaar en collectief opleidingsrecht van gemiddeld 3 dagen per VTE gespreid over 2 jaar;
- Voor 2025-2026: individueel opleidingsrecht van 3 dagen per jaar en collectief opleidingsrecht van gemiddeld 2 dagen per VTE gespreid over 2 jaar;
- Voor 2027-2028: individueel opleidingsrecht van 5 dagen per jaar.
Het individuele opleidingsrecht wordt pro rata aan het werkregime toegekend.
Voor de ondernemingen die tussen 10 en 20 werknemers tellen, voorziet men gemiddeld 1 dag per voltijdse medewerker per jaar.
"Opleiding" = formele en informele opleiding.
Een opleiding voor werknemers moet betrekking hebben op de ecologische transitie.
De sociale partners verbinden er zich toe om de bepalingen inzake de storting van de 0,10% voor de vorming en opleiding van de risicogroepen te verlengen.