1903 4802 Risicogroepen

Paritair (sub-)Comité nr.:
114.00.00-00.00

Bijwerking: 23/02/2016
Geldig vanaf: 01/01/2013
Geldig tot: 31/12/2014

In het Paritair Comité voor de steenbakkerij werd op 15 oktober 2013 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid van de werkzoekenden uit de risicogroepen. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen  en geregistreerd op 29 oktober 2013 onder het nr. 117689/CO/114. 

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in toepassing van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) en het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van artikel 189,vierde lid, van voornoemde wet.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeid(st)ers van de ondernemingen die ressorteren onder het paritair comité voor de Steenbakkerij.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de NV Scheerders-Van Kerchove's, Verenigde Fabrieken, te St-Niklaas, en op de arbeid(st)ers die er zijn tewerkgesteld.

HOOFDSTUK II - Aanwerving van werkzoekenden uit de risicogroepen

Artikel 3

1. Werkgevers van de sector verbinden er zich toe tijdens de jaren 2013 en 2014 een bijzondere inspanning te leveren ter bevordering van initiatieven tot tewerkstelling van risicogroepen zoa1s voorzien in de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) en het Koninklijk Besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van artikel 189,vierde lid, van voornoemde wet.

2. Het aantal aan te werven werkzoekenden uit de risicogroepen wordt vastgesteld op 2 per jaar tijdens de jaren 2013 en 2014.

3. Dit aantal is voor de jaren 2013 en 2014 het equivalent van 0,19 % van het totale arbeidersbestand van de sector.

Hiermee wordt door de sector 2013 en 2014 een inspanning geleverd die minstens 0,10 % vertegenwoordigt van de loonmassa aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Artikel 4

Tenminste 0,05% van de loonmassa dient te worden voorbehouden aan één of meerdere van volgende risicogroepen : 

  1. de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken;

  2. de werknemers van minstens 40 ja ar oud die in de sector werken en bedreigd zijn met ontslag:
    a) hetzij doordat hun arbeidsovereenkomst werd opgezegd en de opzeggingstermijn loopt;
    b) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming die erkend is een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering;
    c) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming waar een collectief ontslag werd aangekondigd;

  3. de niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding. Onder niet-werkenden wordt verstaan:
    a) de langdurig werkzoekenden, zijnde de personen in het bezit zijn van een werkkaart, bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden;
    b) de uitkeringsgerechtigde werklozen;
    c) de werkzoekenden die laaggeschoold of erg-laaggeschoold zijn in de zin van artikel 24 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de tewerkstelling;
    d) de herintreders, zijnde de personen die zich na een onderbreking van minstens één par terug op de arbeidsmarkt begeven;
    e) de personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie in toepassing van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht opmaatschappelijke integratie en personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke hulp in toepassing van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
    f) de werknemers die in het bezit zijn van een verminderingskaart herstructureringen in de zin van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen;
    g) de werkzoekenden die niet de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie bezitten, of van wie minstens één van de ouders deze nationaliteit niet bezit of niet bezat bij overlijden, of van wie minstens twee van de grootouders deze nationaliteit niet bezitten of niet bezaten bij overlijden;

  4. De personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid, namelijk:
    - de personen die voldoen aan de voorwaarden om ingeschreven te worden in een regionaal agentschap voor personen met een handicap;
    - de personen met een definitieve arbeidsongeschiktheid van minstens 33 %;
    - de personen die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te hebben op een inkomensvervangende of een integratie-tegemoetkoming ingevolge de wet van 27 februari 1987 op de tegemoetkomingen aan personen met een handicap;
    - de personen die als doelgroepwerknemer tewerkgesteld zijn of waren bij een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor de beschutte en de sociale werkplaatsen;
    - de gehandicapte die het recht op verhoogde kinderbijslag opent op basis van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66 %;
    - de personen die in het bezit zijn van een attest afgeleverd door de Algemene Directie Personen met een Handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en fiscale voordelen;
    - de persoon met een invaliditeitsuitkering of een uitkering voor arbeidsongevallen of beroepsziekten in het kader van programma's tot werkhervatting;

  5. de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van een individuele beroepsopleiding in een onderneming, bedoeld in artikel 27, 6°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, hetzij in het kader van een instap-stage, bedoeld in artikel 36quater van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991.

Artikel 5

Van de in artikel 4 bedoelde inspanningen moet minstens de helft besteed worden aan initiatieven ten voordele van één of meerdere van de volgende groepen :
        a) de in artikel 4,5° bedoelde jongeren
        b) de in artikel 4, 3° en 4°, bedoelde personen die nog geen 26 jaar zijn.

Artikel 6

De aanwervingen gebeuren bij voorkeur door middel van arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur, behalve in de gevallen van stagiairs en de jongeren met deeltijdse leerplicht waar een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur is aangewezen.

Artikel 7 

Een paritair samengesteld toezichtscomité, opgericht in de schoot van het paritair comité voor de Steenbakkerij, za1, onder het voorzitterschap van de voorzitter van het paritair comité, de naleving van de in artikelen 3,4,5 en 6 vermelde verplichtingen nagaan.

Te dien einde zal tijdens een evaluatie te houden voor 31 december van ieder der betreffende kalenderjaren nagegaan worden of de verplichtingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst werden gerespecteerd.

HOOFDSTUK III - Geldigheid

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2013 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2015.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
15/10/2013
Registratienr
117689
Geldig van
01/01/2013
Geldig tot
01/01/2015
Neerleggingsdatum
21/10/2013
Registratiedatum
29/10/2013
Onderwerp
tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen
BS Bericht van neerlegging
12/11/2013
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
04/09/2014
Gepubliceerd in het B.St. van
28/11/2014
Keywords
RISICOGROEPEN

Historiek
01/01/2023 31/12/2024 1903 Risicogroepen
01/01/2021 31/12/2022 1903 Risicogroepen
01/01/2019 31/12/2020 1903 Risicogroepen
01/01/2017 31/12/2018 1903 4802 Risicogroepen
01/01/2015 31/12/2016 1903 4802 Risicogroepen
01/01/2013 31/12/2014 1903 4802 Risicogroepen
01/01/2009 01/01/2011 1903 4802 Risicogroepen
01/01/2007 01/01/2009 1903 4802 Risicogroepen
01/01/1989 31/12/2006 1903 4802 Risicogroepen