13 Klein verlet
Paritair (sub-)Comité nr.:
111.01.01-00.00,
111.01.02-00.00,
111.01.03-00.00,
111.01.04-01.00,
111.01.04-02.00,
111.01.05-00.00,
111.01.06-01.00,
111.01.06-02.00,
111.01.07-00.00,
111.01.08-00.00,
111.01.09-00.00,
111.01.10-00.00,
111.02.01-00.00,
111.02.02-00.00,
111.02.03-00.00,
111.02.04-01.00,
111.02.04-02.00,
111.02.05-00.00,
111.02.06-01.00,
111.02.06-02.00,
111.02.07-00.00,
111.02.08-00.00,
111.02.09-00.00,
111.02.10-00.00
Bijwerking: 04/03/2024
Geldig vanaf: 01/01/2022
De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van enkele gebeurtenissen. Deze sector heeft gunstigere bepalingen voorzien dan het wettelijk minimum.
De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van familiegebeurtenissen, voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten en in geval van verschijning voor het gerecht. Deze gebeurtenissen worden opgesomd in het KB van 28 augustus 1963. Dit KB legt bovendien voor iedere gebeurtenis die wordt opgesomd, het aantal dagen toegestane afwezigheid vast alsook de periode waarin zij moeten genomen worden.
De hierboven uiteengezette basisreglementering heeft een aanvullend karakter. De verschillende sectoren kunnen gunstigere bepalingen voorzien dan deze die zij voorziet (betaald klein verlet gedurende langere periodes of om andere redenen).
In het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren, werd op 21 februari 2022 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het kort verzuim (nr. 173798/CO/111).
1. Tabel
Zie in blauw de specifieke regels.
Redenen van de afwezigheid |
Duur van de afwezigheid |
1. Huwelijk van de werknemer
|
2 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. PC 111.01 en PC 111.02: 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaats heeft of tijdens de daaropvolgende week + het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning bij de ambtenaar van de burgerlijke stand en dit overeenkomstig de artikelen 1475-1476 van het Burgerlijk wetboek + het officieel neerleggen van een samenlevingscontract |
2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer. PC 111: het huwelijk van volgende familieleden:de vader of de moeder, een grootvader of een grootmoeder, de schoonvader of de schoonmoeder, de stiefvader of de stiefmoeder van de werknemer; een kind van de werknemer of van zijn (haar) echtgenote(oot); een kleinkind van de werknemer; een broer of een zuster, een schoonbroer of een schoonzuster van de werknemer of van zijn (haar) echtgenote(oot); gelijk welk ander familielid van de bediende tot en met de bloedverwanten in de derde graad. |
De dag van het huwelijk PC 111: In het geval van het huwelijk van een kind van de bediende of van zijn (haar) echtgenote(noot), kan deze dag eveneens opgenomen worden op de activiteitsdag voorafgaand aan het huwelijk indien dit huwelijk op een inactiviteidsdag van de bediende valt. |
3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer alsmede om het even welke bij de werknemer inwonende bloedverwant | De dag van de plechtigheid |
4.1. Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner |
10 dagen waarbij 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en 7 dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. PC 111.01 en PC 111.02: 10 dagen waarbij 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag die het overlijden voorafgaat tot en met de dag die op de begrafenis volgt en 7 dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. |
4.2. Overlijden van een pleegkind van de werknemer in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden |
10 dagen waarbij 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en 7 dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden |
5. Overlijden van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner |
3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. PC 111.01 en PC 111.02: 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag die het overlijden voorafgaat tot en met de dag die op de begrafenis volgt |
6. Overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden |
3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis |
7. Overlijden van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, die bij de werknemer inwoont |
2 dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis |
8. Overlijden van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, die niet bij de werknemer inwoont | De dag van de begrafenis |
9. Overlijden van een pleegkind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner in het kader van een kortdurende pleegzorg op het moment van overlijden 9.1. PC 111.01 en PC 111.02: Overlijden van gelijk welke bloedverwant wonende onder hetzelfde dak als dat van de arbeid(st)er9.2. PC 111.01 en PC 111.02: Overlijden van de voogd(es) van de minderjarige arbeid(st)er of van het minderjarige pleegkind waarvoor de arbeid(st)er als voogd(es) optreedt9.3. PC 111.01 en PC 111.02: overlijden van gelijk welk ander familielid van de
|
De dag van de begrafenis |
10. Plechtige communie van een kind van de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner | De dag van de plechtigheid of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, de gewone activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt |
11. Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner aan het feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit feest plaats heeft | De dag van het feest of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, de gewone activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt |
12. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een rekruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum | De nodige tijd met een maximum van 3 dagen |
13. Verblijf van de werknemer gewetensbezwaarde op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig die wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen | De nodige tijd met een maximum van 3 dagen |
14. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank | De nodige tijd met een maximum van 5 dagen |
15. Deelneming, in hoedanigheid van bijzitter bij een hoofdbureau voor stemopneming ter gelegenheid van wetgevende, provinciale, gemeenteverkiezingen en Europese parlementsverkiezingen |
De nodige tijd met een maximum van 5 dagen |
16. Het uitoefenen van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements, provincieraads en gemeenteraadsverkiezingen |
De nodige tijd met een maximum van 5 dagen |
2. Commentaar
2.1. Deeltijdse werknemers
De deeltijdse werknemers hebben het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van hun normaal loon, gedurende de dagen en periodes die samenvallen met de dagen en periodes waarop zij normaal gewerkt zouden moeten hebben. Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen binnen dezelfde grenzen.
2.2. Wettelijk en feitelijk samenwonende werknemers
1. De wettelijk samenwonende werknemers genieten altijd dezelfde rechten als de gehuwde werknemers in het kader van het klein verlet m.b.t. de familiegebeurtenissen.
De wettelijke samenwoning is de situatie waarbij twee personen een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats overhandigd wordt.
2. De feitelijk samenwonende partners genieten alleen dezelfde rechten als gehuwde werknemers in de gevallen zoals vermeld in 4., 5., 7., 8. en 9. van de bovenvermelde tabel.
PC 111.01 en PC 111.02: Voor de toepassing van het klein verlet, wordt de persoon die samenwoont met de arbeid(st)er en van zijn (haar) gezin deel uitmaakt, gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e)!
2.3. Kinderen
Voor de toepassing van deze reglementering wordt het geadopteerd of erkend natuurlijk kind steeds gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.
Tot 25 juli 2021 was er in de regelgeving klein verlet niets voorzien met betrekking tot pleegkinderen.
Vanaf 25 juli 2021 is er recht op:
- 10 dagen klein verlet bij overlijden van een pleegkind van de werknemer (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden;
Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens 6 maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder(s) zal verblijven.
- 1 dag klein verlet bij overlijden van een pleegkind van de werknemer (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van een kortdurende pleegzorg op het moment van overlijden.
Kortdurende pleegzorg omvat alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg.
Vanaf 25 mei 2023 is er opnieuw een uitbreiding gebeurd van de gelijkstelling van een pleegkind met een kind in het kader van langdurige pleegzorg en dit voor de in punt 2., 3., 10. en 11. van de in de bovenvermelde tabel voorziene gebeurtenissen die het recht openen op klein verlet.
Voorwaarde is wel dat de gebeurtenis zich moet voordoen:
- hetzij tijdens de plaatsing,
- hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.
Halfbroers en halfzusters worden gelijkgesteld met broers en zussen.
PC 111.01 en PC 111.02: Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt beschouwd als kind het wettelijk, gewettidg, aangenomen, erkend natuurlijk of regelmatig door arbeider opgevoed kind.
2.4. Andere relatie
Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de schoonbroer en de schoonzuster van de echtgenoot van de arbeider gelijkgesteld met de schoonbroer of schoonzuster van de arbeider.
2.5. Gelijkstellingen in geval van langdurige pleegzorg
Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens 6 maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder(s) zal verblijven.
De inschrijvingsvoorwaarde van het kind als deel uitmakend van dat gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het gezin, de pleegouder of pleegouders zijn/hun verblijfplaats heeft/hebben werd vanaf 25 mei 2023 geschrapt in deze definitie.
Rouwverlof
Sinds 25 juli 2021 heeft een werknemer reeds recht op:
- 10 dagen klein verlet waarvan de eerste 3 dagen moeten opgenomen worden vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis en de overige 7 dagen binnen het jaar na de dag van het overlijden kunnen opgenomen worden in geval van overlijden van zijn of haar pleegkind (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van langdurige pleegzorg die ofwel nog loopt op het ogenblik van overlijden ofwel in het verleden plaatsvond;
- 3 dagen klein verlet die moeten opgenomen worden vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis in geval van overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van overlijden.
Vanaf 25 mei 2023 worden de in punt 4. en 5. van de in bovenvermelde tabel voorziene gebeurtenissen de familiebanden die zijn ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de door de vermelde gebeurtenissen geviseerde familiebanden. Concreet wordt voor deze gebeurtenissen het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader etc…
Voorwaarde is wel dat het overlijden zich moet voordoen, hetzij tijdens de plaatsing, hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg.
Ook in de in punt 6. en 7. van de in bovenvermelde tabel voorziene gebeurtenissen worden vanaf 25 mei 2023 de familiebanden die zijn ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de door de vermelde gebeurtenissen geviseerde familiebanden. Concreet wordt voor deze gebeurtenissen het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader etc…
Voorwaarde is hier wel dat de gebeurtenis zich moet voordoen:
- hetzij tijdens de plaatsing,
- hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.
Andere gebeurtenissen
Vanaf 25 mei 2023 worden de in de punt 2., 3., 10. en 11. van de in bovenvermelde tabel voorziene gevallen de familiebanden die zijn ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de door de vermelde gebeurtenissen geviseerde familiebanden. Concreet wordt voor deze gebeurtenissen het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader etc…
Voorwaarde is wel dat de gebeurtenis zich moet voordoen:
- hetzij tijdens de plaatsing,
- hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.
3. Bepalingen
Behoudens overmacht zal de vergoeding voor werkverzuim voorzien in onderhavige overeenkomst aan de arbeider slechts worden uitbetaald mits hij vooraf de werkgever of diens vertegenwoordiger binnen een redelijke termijn heeft op de hoogte gebracht. De arbeider moet het bewijs leveren van de gebeurtenis die het verzuim rechtvaardigt en de werkgever kan gebeurlijk het voorleggen van een officieel document verlangen.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
21/02/2022 |
Registratienr
173798 |
Geldig van
01/01/2022 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
23/03/2022 |
Registratiedatum
04/07/2022 |
||
Buiten bereik
Ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren |
|||
Onderwerp
Kort verzuim |
|||
BS Bericht van neerlegging
20/07/2022 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
- |
Gepubliceerd in het B.St. van
- |
||
Keywords
KLEIN VERLET, KLEIN VERLET |
|||
Tekst aangepast op
06/07/2022 |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2022 | 31/12/2050 | 13 Klein verlet |
25/07/2021 | 31/12/2021 | 13 Klein verlet |
01/07/2012 | 24/07/2021 | 13 Klein verlet |