In het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw werd op 23 maart 1987 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de modaliteiten van toepassing voor de provincie Oost-Vlaanderen, behoudens het Land van Waas, van het nationaal akkoord 1987-1988, gesloten op 12 januari 1987, in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 7 november 1986.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 10 maart 1988 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 14 april 1988.

In hetzelfde paritair comité werd op 15 december 2008 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten over het familiaal verlof.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 18 november 2009 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 februari 2010.  Deze CAO heeft tot doel het toepassingsgebied, zoals bepaald in artikel 1bis van de CAO van 23 maart 1987 uit te breiden tot de ondernemingen en arbeiders gevestigd in het Land van Waas.  Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 2009.

Wij geven u hierna de uittreksels uit de CAO welke betrekking hebben op het familiaal verlof en vervolgens enige commentaar.

A) Uittreksels uit de CAO

HOOFDSTUK I – Algemene situering

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vloeit voort uit de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1987, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 1987-1988, gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 7 november 1986 voor de arbeiders, hierna genoemd de nationale sectoriële overeenkomst 1987-1988, die de volgende materies omvat:

(...)

Varia

12. Bescherming van de afgevaardigden

(...)

De tekst van deze provinciale overeenkomst heeft betrekking op de punten die op provinciaal vlak dienden uitgevoerd en gemodaliseerd te worden.

HOOFDSTUK Ibis - Algemeenheden

Toepassingsgebied

Artikel 1bis

1)  Deze collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten in uitvoering en ter modalisering van de nationale overeenkomst 1987-1988 voor de arbeiders.

In de hierna volgende tekst wordt met arbeiders mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. Onder meerderjarige arbeiders wordt verstaan dezen die de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben.

2)  Zij is van toepassing op de werkgevers, ook op die met minder dan tien werknemers, en op de arbeiders van de metaalverwerkende nijverheid van de provincie Oost-Vlaanderen (behoudens het Land van Waas), met uitsluiting van de ondernemingen die metalen bruggen en gebinten monteren.

Zij is evenmin van toepassing op de nv Bell Telephone MFG C°, de nv Philips, de nv Volvo Europa Car en de nv Volvo Europa Truck.

Commentaar: de CAO van 15 december 2008 heeft tot doel het toepassingsgebied uit te breiden tot de ondernemingen en arbeiders gevestigd in het Land van Waas.  Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 2009.

Duurtijd

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt voor de periode van 1 januari 1987 tot en met 31 december 1988, uitgezonderd de bepalingen van hoofdstuk V, die van onbepaalde duur zijn, tenware één der partijen er een einde wenst aan te stellen, waarbij zij een vooropzeg van drie maanden moet in acht nemen, per aangetekend schrijven te richten aan de andere partij en aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.

(...)

HOOFDSTUK V - Diverse bepalingen

(...)

Familiaal verlof

Artikel 12

In uitbreiding van punt 7 van de nationale arbeidsovereenkomst 1973-1974 voor de arbeiders van de metaalverwerkende nijverheid wordt het familiaal verlof op 5 dagen per kalenderjaar gebracht.

Van deze dagen dient een dag per kalenderjaar te worden betaald, doch slechts onder de hierna vermelde omstandigheden :

- wanneer zich in het gezin van een arbeider een dringende en onvoorziene hospitalisatie van een inwonend gezinslid voordoet, wordt de dag waarop dit gebeurt door de werkgever aan de arbeider betaald, op voorwaarde dat deze hospitalisatie gestaafd wordt door een getuigschrift van de opnemende inrichting;

 - deze dag kan niet gecumuleerd worden met de bepalingen van artikel 27 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 augustus 1960 inzake uitbetaling aan het werkliedenpersoneel van verletdagen uit hoofde van familie-aangelegenheden, burgerlijke opdrachten of het vervullen van burgerplichten.

B) Commentaar

1. Krachtens de nationale CAO 1973-1974 konden de arbeiders van de ambachtelijke ondernemingen in de provincie Oost-Vlaanderen sedert 1 januari 1973 aanspraak maken op een recht om gedurende maximaal drie dagen per jaar afwezig te blijven indien zijn in de absolute en door een medisch attest bevestigde noodzakelijkheid verzekeren om hun echtgenoot/echtgenote of een rechtstreekse bloedverwant in de eerste graad te verzorgen die ernstig ziek is of het slachtoffer van een ongeval.  De persoon die bij de arbeider inwoont en deel uitmaakt van zijn/haar gezin, wordt gelijkgesteld met de echtgenoot/echtgenote.  Dit werkverzuim gaf geen recht op bezoldiging.  Dit recht wordt door de bovenstaande CAO vanaf 1 januari 1987 uitgebreid tot vijf dagen en geldt nu zowel voor de industriële als de ambachtelijke ondernemingen.

2. Binnen de in artikel 12 bepaalde voorwaarden wordt nu bovendien één dag betaald aan 100 %.

3. De bovenstaande regels doen uiteraard geen afbreuk aan de mogelijkheid dat de werkgever een langere (onbezoldigde) afwezigheid toestaat.  Maximum tien dagen afwezigdheid wegens dringende familiale redenen mogen aangegeven worden aan de RSZ als gelijkgestelde dagen.