In het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten werd op 31 januari 1991 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten tussen de woonplaats en de werkplaats van de werklieden en werksters die andere vervoermiddelen gebruiken dan de spoorweg.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door het KB van 6 december 1991 dat verscheen in het Belgisch Staatsblad van 24 maart 1992.

Dit koninklijk besluit werd gewijzigd door de CAO van 19 mei 1999, neergelegd bij de griffie van de Dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen op 26 juni 1999 en geregistreerd onder het nummer 51.895/CO/10602.

De ander CAO wijzigt de artikels 7 en 8 van het koninklijk besluit.

We geven U hierna de integrale tekst van deze CAO (de ondertitels werden door ons aangebracht) en vervolgens een samenvatting van de reglementering. (Voor de arbeiders die zich per trein verplaatsen geldt de interprofessionele reglementering, zie D. 252.2.19.1 tot en met D. 252.2.19.3).

A. CAO van 31 januari 1991

I. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen van de cementagglomeraten, welke onder het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten ressorteren.

II. Andere vervoermiddelen dan de spoorweg

Artikel 2

Voor de werklieden en werksters die gebruik maken van andere vervoermiddelen dan de spoorweg en voor afstanden van 5 km en meer tussen de woonplaats en werkplaats, komen de werkgevers tussen volgens de van overheidswege voorziene bijdrage voor tussenkomst in de treinkaart en dit voor de met deze vervoermiddelen werkelijk afgelegde afstand.

Wanneer het openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen betreft, is het aantal te vergoeden kilometers het aantal kilometers aangeduid op de vervoerbewijzen die door een of meerdere betrokken vervoersondernemingen worden afgeleverd. Bij gebrek aan deze aanduiding wordt als werkelijk afgelegde afstand beschouwd, de normale afstand langs de weg tussen de woonplaats en werkplaats.

Wanneer het andere vervoermiddelen betreft wordt als werkelijk afgelegde afstand beschouwd, de normale afstand langs de weg tussen de woon- en werkplaats.

III. Betaling

Artikel 3

De tussenkomst vermeld onder artikel 2 wordt minstens per maand uitbetaald.

IV. Vervoer georganiseerd door de onderneming

Artikel 4

In het geval waar de onderneming zelf voor het vervoer zorgt, echter met deelname in de kosten door de werkman of werkster, zal deze deelname nochtans de 50 pct. der werkelijke kosten niet overschrijden.

Artikel 5

Kan de werkman of de werkster beroep doen op vervoer georganiseerd door de onderneming, maar moet hij een zekere afstand afleggen met een ander vervoermiddel, dan heeft hij recht op de tussenkomst voorzien in artikel 2 zo de afstand met dit laatste middel de 5 km bereikt of overschrijdt en enkel voor de op die wijze afgelegde kilometers.

V Behoud van gunstiger toestanden

Artikel 6

In de ondernemingen waar gunstiger maatregelen bestonden blijven deze behouden.

VI Fietsenvergoeding

Artikel 7

Arbeiders die zich tussen hun woonplaats en hun werk verplaatsen per fiets krijgen een vergoeding die, ongeacht het aantal kilometers forfaitair is vastgesteld op 6F per kilometer.

De in het eerste lid bedoelde arbeiders dienen schriftelijke verklaring op eer in te dienen om hun verplaatsing per fiets aan te tonen.

De werkgever kan op ieder ogenblik de inhoud en de naleving van deze verklaring controleren.  Het niet naleven ervan  zal de schorsing van de vergoeding tot gevolg hebben.

De toepassingsmodaliteiten worden op ondernemingsvlak geregeld

VII Geldigheid.

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt voor de ondernemingen bedoelt in art.1 de collectieve  overeenkomst van 18 april 1975, algemeen verbindend verklaard bij KB van 9 september 1975 en de CAO van 1 januari 1991.. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en 1 juli 1999 wat de fietsenvergoeding betreft. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.

(...).

B. Samenvatting

De reglementering betreffende de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten van de arbeiders kan als volgt samengevat worden :

1. Rechthebbenden : alle arbeiders en arbeidsters

2. Vervoermiddelen :          alle privé- en openbare vervoermiddelen.

3. Bedrag :

a.     vervoer per spoor :     zie onze documentatiebladen D. 252.2.19.1 tot D. 252.2.19.3.

b.     alle andere privé- en openbare vervoermiddelen :                 volgens de van overheidswege voorziene bijdrage voor tussenkomst in de treinkaart en dit voor de met deze vervoermiddelen werkelijk afgelegde afstand. Zie D. 252.2.19.1 tot 252.2.19.3.

c.     vervoer georganiseerd door de onderneming :     50 % van de werkelijke kosten van de werknemer.

d.     Fietsenvergoeding:

6F/kilometer, ongeacht het aantal kilometers

4. Afstand :      ongeacht het aantal kilometers voor wat betreft de fietsenvergoeding, 5 km en meer. Voor de andere vervoermiddelen