De niet opgenomen vakantiedagen van bedienden: een afrekening in de maand december?

article image Van 

Als werkgever moet u erop toezien dat uw werknemers hun wettelijk vakantiedagen vóór het einde van het jaar kunnen opnemen. Het is mogelijk dat een bediende zich in de onmogelijkheid bevindt om al zijn wettelijke vakantiedagen vóór het einde van het jaar op te nemen (bijvoorbeeld ziekte, ongeval of moederschapsverlof die duurt tot einde december) of wegens vermindering van zijn arbeidstijd tijdens het vakantiejaar. In deze omstandigheden bent u wettelijk verplicht hem tegen het einde van het jaar het enkel vakantiegeld te betalen voor de dagen die hij niet opnam. Hij heeft ook recht op dubbel vakantiegeld als hij dit niet tegelijk met de andere bedienden ontving (meestal in mei of juni).

1. Vermindering van de arbeidsregeling

Wanneer een bediende bij de werkgever het gemiddeld aantal gewerkte uren per week vermindert tijdens het jaar, moet deze werkgever in de maand december van het jaar waarin deze vermindering aanvangt overgaan tot een afrekening

De volgende situaties worden geviseerd:

  • vrijwillige deeltijdse tewerkstelling;
  • deeltijds tijdskrediet;
  • deeltijds thematisch verlof
  • deeltijdse werkhervatting na volledige arbeidsongeschiktheid.

In de maand december van het vakantiejaar waarin de vermindering van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur plaatsvindt, moet een afrekening van de rechten met betrekking tot de  niet-genomen vakantiedagen plaatshebben op basis van het vorige vakantiedienstjaar.
In het volgende vakantiejaar zal de bediende vakantie nemen en vakantiegeld ontvangen in het verminderde stelsel waarin hij op dat ogenblik werkt. Het niet-ontvangen vakantiegeld zal op het einde van dat vakantiejaar opnieuw worden afgerekend.
 

De berekening tijdens de twee opeenvolgende jaren gebeurt concreet als volgt:

  • enkel vakantiegeld gelijk aan 7,67% van het verdiende brutoloon bij de werkgever  tijdens het vorige jaar, eventueel verhoogd met het fictief loon voor de dagen arbeidsonderbreking die met normale arbeidsdagen gelijkgesteld zijn, verminderd met het enkel vakantiegeld dat tijdens het lopend vakantiejaar al werd uitbetaald en dat berekend werd op basis van het arbeidsregime waarin de bediende is tewerkgesteld op het ogenblik dat hij zijn vakantie opneemt.;
  • dubbel vakantiegeld gelijk aan 7,67% van het verdiende brutoloon bij de werkgever  tijdens het vorige jaar, eventueel verhoogd met het fictief loon voor de dagen arbeidsonderbreking die met normale arbeidsdagen gelijkgesteld zijn, verminderd met het dubbel vakantiegeld dat tijdens het lopend vakantiejaar al werd uitbetaald en dat berekend werd op basis van het arbeidsregime waarin de bediende is tewerkgesteld op het ogenblik dat hij zijn vakantie opneemt.

In tegenstelling tot de berekening van het vertrekvakantiegeld bij een beëindiging van de arbeidsovereenkomst, wordt geen rekening gehouden met de vaste eindejaarspremies.

Bij deze afrekening wordt geen vakantieattest opgemaakt.

2. Onmogelijkheid vakantie te nemen wegens overmacht

Wanneer de bediende in de onmogelijkheid verkeert om zijn jaarlijkse vakantie geheel of gedeeltelijk te nemen vóór het einde van het jaar wegens overmacht (bijvoorbeeld langdurige ziekte) of wegens een volledige schorsing van de overeenkomst andere dan tijdskrediet, loopbaanonderbreking of oproeping onder de wapens (bijvoorbeeld verlof zonder wedde, moederschapsrust, ...), moet de werkgever uiterlijk op 31 december van het vakantiejaar volgend vakantiegeld aan de bediende betalen:

  • het enkel vakantiegeld voor de nog niet genomen dagen, op basis van het loon van de maand december;
  • het dubbel vakantiegeld als dit nog niet werd betaald, op basis van het loon van de maand december.

 

Voorbeeld: een bediende met een brutomaandloon van 2.500 EUR is langdurig arbeidsongeschikt vanaf 1 juli 2021. In 2021 nam hij al 5 van de 20 vakantiedagen waarop hij recht heeft op basis van zijn prestaties van het jaar 2020 (arbeidsregeling van 5 dagen per week).

In december 2021 moet zijn werkgever hem volgend vakantiegeld betalen:

- het enkel vakantiegeld voor de niet-genomen vakantiedagen: 2.500 EUR x 3/13 x 1/5 x  15 = 1.730,77 EUR;

- in voorkomende geval: het nog niet betaald dubbel vakantiegeld: 2 500 EUR x 92 % = 2.300 EUR.

 

Bij deze afrekening wordt geen vakantieattest opgemaakt.

Let wel:

  • wanneer de bediende volledig tijdskrediet of volledige loopbaanonderbreking - inbegrepen volledig thematisch verlof - neemt, of wanneer de bediende onder de wapens wordt geroepen, moet de werkgever hem op dat moment het vertrekvakantiegeld betalen;
  • de regelgeving inzake jaarlijkse vakantie bepaalt dat alle vakantiedagen vóór 31 december van het vakantiejaar moeten worden opgenomen. Aan werkgevers die vaststellen dat sommige werknemers nog een groot aantal resterende vakantiedagen hebben, wordt aangeraden hen schriftelijk te laten weten dat ze deze dagen vóór het einde van het jaar moeten opnemen en  hen te vragen dit te doen;

  • volgens informatie ingewonnen bij de dienst jaarlijkse vakantie van de FOD Sociale Zekerheid is de tijdelijke werkloosheid ingevolge de coronavirusmaatregelen (overmacht of economische redenen) geen situatie die de werknemer het onmogelijk maakt om zijn vakantie op te nemen voor het einde van het jaar.

3. En wat indien de bediende er zelf voor kiest om niet al zijn jaarlijkse vakantie op te nemen?

De wetgeving regelt deze situatie niet. De beperkte rechtspraak stelt dat geen uitbetaling verschuldigd is.

4. Wat gebeurt er met de uitkering van de mutualiteit van werknemers die hun jaarlijkse vakantiedagen niet hebben uitgeput?

Zowel voor arbeiders als bedienden worden de niet-genomen vakantiedagen verrekend op hun arbeidsongeschiktheidsuitkering ten laste van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Dit cumulatieverbod geldt niet voor arbeidsongeschiktheidsuitkeringen die worden betaald voor een arbeidsongeschiktheid wegens arbeidsongeval of beroepsziekte.

5. En wat met extralegale vakantiedagen, inhaalrustdagen en feestdagen? .

Extralegale vakantiedagen

Men moet de rechtsbron voor de betrokken extralegale vakantie raadplegen (namelijk de sector-cao, de ondernemings-cao, het arbeidsreglement of het ondernemingsgebruik) om na te gaan of er regels ter zake werden bepaald.

Inhaalrustdagen (adv-dagen)

Als de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur in de onderneming op jaarbasis wordt bereikt via de toekenning van inhaalrustdagen, moeten de werknemers deze dagen absoluut voor het einde van het jaar opnemen. Gebeurt dit niet, dan wordt de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur overschreden en riskeert de werkgever sancties.

Vervangende feestdagen

Teneinde het recht op 10 wettelijke feestdagen te garanderen, dienen de vervangingsdagen van dit jaar nog voor het einde van het jaar te worden opgenomen.