Het koninklijk besluit dat het recht op ouderschapsverlof en -uitkeringen regelt in het kader van een prestatievermindering met 1/10 is verschenen. De eerste aanvragen kunnen vanaf 1 juni 2019 worden ingediend.
Momenteel kan ouderschapsverlof in de volgende vormen worden genomen:
- volledige schorsing van de prestaties: maximum 4 maanden;
- halftijdse prestatievermindering: maximum 8 maanden en enkel als de werknemer voltijds werkt;
- prestatievermindering met 1/5: maximum 20 maanden en enkel als de werknemer voltijds werkt.
Om tegemoet te komen aan nieuwe gezinsvormen en een antwoord te bieden op bepaalde reële behoeften werd een nieuwe vorm van ouderschapsverlof toegevoegd: prestatievermindering met 1/10.
Het principe van deze vermindering met 1/10 werd opgenomen in een wet die op 6 oktober 2018 in werking is getreden.
Voor de praktische modaliteiten moest echter nog worden gewacht op de aanpassing van het koninklijk besluit dat het recht op ouderschapsverlof en -uitkeringen regelt. Dit koninklijk besluit is nu verschenen.
1. Principe van de vermindering met 1/10
Een voltijdse werknemer heeft voortaan het recht om ouderschapsverlof aan te vragen in de vorm van een prestatievermindering met 1/10 gedurende een periode van 40 maanden. Deze periode kan worden opgesplitst in periodes van 10 maanden of een veelvoud ervan.
De vermindering met 1/10 biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om voltijdse prestaties om de twee weken met één dag te verminderen of met een halve dag per week.
2. Akkoord van de werkgever
In tegenstelling tot andere vormen van ouderschapsverlof is het akkoord van de werkgever vereist voor de vermindering met 1/10. De RVA gaat ervan uit dat door de ondertekening van het aanvraagformulier de werkgever zijn akkoord heeft gegeven.
In geval van weigering moet de werkgever zijn beslissing schriftelijk aan de werknemer meedelen binnen een maand na de schriftelijke aanvraag van de werknemer.
3. Overstap van de ene vorm naar de andere
Het is perfect mogelijk om de verschillende vormen van ouderschapsverlof te combineren. Men moet gewoonweg rekening houden met het feit dat een volledige maand onderbreking gelijk is aan twee maanden halftijdse prestatievermindering, aan vijf maanden prestatievermindering met 1/5 en aan tien maanden prestatievermindering met 1/10.
Als de werknemer bijvoorbeeld voltijds werkt, dan kan hij voor hetzelfde kind als volgt ouderschapsverlof bekomen:
- 1 maand volledige onderbreking en 30 maanden prestatievermindering met 1/10;
- 2 maanden volledige onderbreking en 20 maanden prestatievermindering met 1/10;
- 2 maanden halftijdse prestatievermindering en 30 maanden prestatievermindering met 1/10;
- enz.
4. Recht op uitstel
In het kader van de bestaande vormen van ouderschapsverlof kan de werkgever de uitoefening van het recht op ouderschapsverlof uitstellen om gerechtvaardigde redenen in verband met het functioneren van de onderneming. In geval van gegrond uitstel gaat het ouderschapsverlof in ieder geval in uiterlijk 6 maanden na de maand waarin het gemotiveerde uitstel plaatshad.
Deze mogelijkheid tot uitstel is niet mogelijk voor 1/10 ouderschapsverlof aangezien hiervoor al het akkoord van de werkgever vereist is.
5. Uitkeringen
|
Vanaf |
Status |
Brutobedrag per maand |
Nettobedrag per maand |
|
01/06/2019 |
< 50 jaar |
70,81 EUR Alleenstaande: 95,22 EUR Alleenstaande(+ voorwaarden): 131,34 EUR |
58,67 EUR Alleenstaande: 78,89 EUR Alleenstaande(+ voorwaarden): 108,82 EUR |
|
≥ 50 jaar |
106,21 EUR Alleenstaande(+ voorwaarden): 131,34 EUR |
88,00 EUR Alleenstaande(+ voorwaarden): 108,82 EUR |
Voorwaarden:
-
uitsluitend samenwonen met uw kinderen ten laste;
-
ouder zijn in de eerste graad van het kind waarmee u samenwoont of belast zijn met de dagelijkse opvoeding;
-
uw kind is jonger dan 18 jaar voor het palliatief verlof of de medische bijstand en jonger dan 12 jaar voor het ouderschapsverlof. De leeftijd van 12 en 18 jaar wordt verhoogd tot 21 jaar indien het kind gehandicapt is.
6. Inwerkingtreding
Vanaf 1 juni 2019 heeft een voltijdse werknemer de mogelijkheid een aanvraag voor ouderschapsverlof in de vorm van een prestatievermindering met 1/10 bij zijn werkgever in te dienen.
De datum van schriftelijke kennisgeving kan bijgevolg dus niet voor 1 juni 2019 liggen.
Alle andere voorwaarden die reeds gelden, blijven ook onverkort van toepassing voor het 1/10 ouderschapsverlof (leeftijdsvoorwaarden, anciënniteitsvoorwaarde, modaliteiten en verwittigingstermijnen ten opzichte van de werkgever en de RVA).
Bron: Koninklijk besluit van 5 mei 2019 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de thematische verloven, BS, 22 mei 2019.