0705 Tewerkstelling op zon- en feestdagen

1. Werknemers van minstens 18 jaar

Werknemers die minstens 18 jaar oud zijn mogen 's zondags tewerkgesteld worden in hotels, motels, kampeerterreinen, spijshuizen, restauratiebedrijven, traiteurszalen, verbruikszalen en drankslijterijen krachtens artikel 66 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad 30 maart 1971).

Krachtens artikel 16 van dezelfde wet moet de inhaalrust worden toegekend in de loop van de zes dagen die volgen op de zondag tijdens dewelke arbeid werd verricht. Op deze regels is nochtans een uitzondering voorzien in het KB van 9 september 1967 (gepubliceerd in het BS van 28 september 1967) en in artikel 2 van de CAO van 20 augustus 1999 gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf (neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 2 december 1999 onder het nr. 53169/CO/302), dat artikel 18 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 vervangen heeft (algemeen verbindend verklaard door een KB van 25 mei 1999 verschenen in het BS van 4 december 1999). Deze uitzondering wordt als volgt vastgesteld:

"De werknemers die op zondag tewerkgesteld worden in de badplaatsen en luchtkuuroorden, alsook in de toeristische centra, hebben krachtens artikel 66, 1° van de wet van 16 maart 1971 recht op inhaalrust.

Indien de tewerkstelling plaatsvond tussen 15 juni en 31 juli, wordt de inhaalrust toegekend tussen 15 juni en 31 augustus van hetzelfde kalenderjaar als dat waarin de tewerkstelling plaatsvond.

Indien de tewerkstelling plaatsvond tussen 1 augustus en 15 september, wordt de inhaalrust toegekend tussen 1 augustus en 15 oktober van hetzelfde kalenderjaar als dat waarin de tewerkstelling plaatsvond.

In ieder geval moet de inhaalrust  voor het verstrijken van de arbeidsovereenkomst toegekend worden".

N.B. : de CAO van 20 augustus 1999 gesloten in uitvoering van het protocolakkoord van 24 juni 1999 tot wijziging van de CAO van 25 juni 1997 betreffende de arbeidsduur en arbeisduurvermindering, is op 1 juli 1999 voor onbepaalde duur in werking getreden.

Krachtens artikel 10 van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen mogen de werknemers die minstens 18 jaar oud zijn eveneens tewerkgesteld worden op feestdagen in hotels, motels, kampeerterreinen, spijshuizen, restauratiebedrijven, traiteurszalen, verbruikszalen en drankslijterijen. Ingevolge artikel 11 van dezelfde wet moet de inhaalrust (te betalen) worden toegekend binnen de zes weken welke op de feestdag volgen.

2. Jeugdige werknemers (minder dan 18 jaar)

In artikel 32, § 2 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad 30 maart 1971) wordt aan de Koning de mogelijkheid verleend toe te staan dat in bepaalde bedrijfstakken, bedrijven of beroepen arbeid verricht wordt door jeugdige werknemers (van minder dan 18 jaar) op zon- en feestdagen.

Wij geven u hierna de tekst van het koninklijk besluit van 10 juli 1972 betreffende de tewerkstelling van jeugdige werknemers op zon- en feestdagen in de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf ressorteren. Dit koninklijk besluit werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 juli 1972 en is op 21 juli 1972 in werking getreden.

“Jeugdige werknemers mogen in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf ressorteren één zondag op twee evenals op de feestdagen tewerkgesteld worden.

De werkgevers die van deze mogelijkheid gebruik wensen te maken, moeten daarvan tenminste vijf dagen vooraf schriftelijk kennis geven aan de Inspecteur-Districthoofd van de Inspectie van de sociale wetten in wiens ambtsgebied de onderneming gelegen is.”

Inzake de inhaalrust gelden voor de jeugdige werknemers dezelfde regels als voor de werknemers van minstens 18 jaar.