Verlenging en aanpassing van de anti-crisismaatregelen en crisispremie voor ontslagen arbeiders


44266

Aangezien de sociale partners het niet eens geraakten over de verlenging van de anti-crisismaatregelen tot eind juni 2010, heeft de federale regering de knoop daaromtrent moeten doorhakken wat zij dan ook heeft gedaan. Zij heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt om enkele bepalingen van deze anti-crisismaatregelen aan te passen en een crisispremie te voorzien voor ontslagen arbeiders.

1. Verlenging van de anti-crisismaatregelen tot eind juni 2010

De mogelijkheid om anti-crisismaatregelen in tevoeren wordt verlengd tot 30 juni 2010. 

Ter herinnering, de drie anti-crisismaatregelen zijn de volgende:

  1. Tijdelijke crisis aanpassing van de arbeidsduur: een collectieve arbeidsovereenkomst (hiernagenoemd CAO) gesloten op ondernemingsvlak kan voorzien in een collectieve arbeidsduurvermindering met 1/5 of 1/4 in ruil voor een vermindering van de RSZ-werkgeversbijdragen die dan voor een gedeelte gebruikt moeten worden om het door de werknemers geleden loonverlies te compenseren;
  2. Crisistijdskrediet: een sectorale of ondernemingsCAO of ondernemingsplan kan voorzien dat in ondernemingen in moeilijkheden de werkgever en de werknemer kunnen overeenkomen om de arbeidsduur te verminderen met 1/5 of 1/2 met recht op werkloosheidsuitkeringen en eventuele toeslag van de werkgever voor het verloren loon;
  3. Crisiswerkloosheid voor bedienden: een sectorale of ondernemingsCAO of ondernemingsplan kan voorzien dat in ondernemingen in moeilijkheden de uitvoering van de arbeidsovereenkomst volledig (maximum 16 weken) of gedeeltelijk (maximum 26 weken) wordt geschorst met recht op werkloosheidsuitkeringen en toeslag van de werkgever voor het verloren loon.

Wat moet u nu als werkgever doen als u de crisismaatregelen wenst te verlengen?

U hebt crisismaatregelen ingevoerd op basis van een sectorale of ondernemingsCAO ?

De verlenging van de anti-crisismaatregelen heeft niet automatisch de verlenging van de betrokken sectorale of ondernemingsCAO tot gevolg. Er zal bijgevolg steeds een nieuwe sectorale of ondernemingsCAO moeten gesloten worden.

U hebt crisismaatregelen ingevoerd op basis van een goedgekeurd ondernemingsplan ? 

Dit plan zal ofwel automatisch ofwel op aanvraag verlengd kunnen worden.

  • Wanneer wordt het ondernemingsplan automatisch verlengd?

De duurtijd van een ondernemingsplan wordt automatisch verlengd indien :

    1. de werkgever gebonden is op 31 december 2009 door een geldig ondernemingsplan en;
    2. de voorziene geldigheidsduur van het ondernemingsplan verder gaat dan 31 december 2009 of verbonden is aan de geldigheidsduur van de anti-crisismaatregelen.

De duurtijd van het ondernemingsplan zal in dat geval verlengd worden tot de duurtijd zoals voorzien in het ingediende ondernemingsplan maar loopt uiterlijk af op 1 juli 2010.

De Directeur-Generaal van de dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO stelt de betrokken onderneming in kennis van de automatische verlenging met vermelding van de einddatum van het ondernemingsplan en van het bedrag van de aan de bediende te betalen aanvullende werkloosheidsvergoeding ingeval van toepassing van de crisiswerkloosheid voor bedienden. Hij stelt eveneens de Commissie ondernemingsplannen in kennis van de verlenging.  

  • Wanneer wordt het ondernemingsplan op aanvraag verlengd?

De duurtijd van een ondernemingsplan wordt op aanvraag van de onderneming verlengd indien:

    1. de werkgever op 31 december 2009 gebonden is door een geldig ondernemingsplan en ;
    2. de aanvraag tot verlenging bij aangetekend schrijven gericht wordt aan de Directeur-Generaal van de dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO en ;
    3. de aanvraag een aangepaste einddatum van het plan vermeldt.

De duurtijd van het ondernemingsplan wordt in dat geval verlengd tot de duurtijd zoals vermeld in de aanvraag tot verlenging van het ondernemingsplan maar loopt uiterlijk af op 1 juli 2010.

De Directeur-Generaal van de dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO stelt de betrokken onderneming in kennis van de verlenging met vermelding van de einddatum van het ondernemingsplan en van het bedrag van de aan de bediende te betalen aanvullende werkloosheidsvergoeding ingeval van toepassing van de crisiswerkloosheid voor bedienden. Hij stelt eveneens de Commissie ondernemingsplannen in kennis van de verlenging.

Ingeval van van verlenging van het crisistijdskrediet of crisiswerkloosheid voor bedienden in 2010, moet u geen nieuw formulier crisiswet-1 indienen bij de RVA. 

2. Aanpassingen aan de anti-crisismaatregelen

De anti-crisismaatregelen worden op sommige punten aangepast om aan de verwachtingen van zowel de werknemers als de werkgevers tegemoet te komen.

1. Aanpassingen aan de criteria om erkend te worden als onderneming in moeilijkheden

Het crisistijdskrediet en crisiswerkloosheid voor bedienden, twee van de drie voornoemde anti-crisismaatregelen, kunnen enkel ingevoerd worden door ondernemingen in moeilijkheden die gebonden zijn door een CAO of ondernemingsplan.

Een onderneming is in moeilijkheden als zij tijdens het kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal tijdens het welke de onderneming aan de RVA vraagt om het crisistijdskrediet of de crisiswerkloosheid voor bedienden in te voeren, geconfronteerd wordt met een tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor arbeiders van ten minste 20 % van het globaal aantal (zowel voor arbeiders als bedienden) aan de RSZ aangegeven dagen (ook voor deeltijdse werknemers).

Een onderneming is ook in moeilijkheden als zij een substantiële daling van minimum 20% van de omzet, productie of bestellingen kan aantonen in één van de vier kwartalen die voorafgaan aan het kwartaal waarin voor het eerst gebruik wordt gemaakt van het crisistijdskrediet of crisiswerkloosheid voor bedienden, vergeleken met hetzelfde kwartaal van het jaar voordien. Als deze daling niet voortvloeit uit het laatste kwartaal van de vier kwartalen die voorafgaan aan het kwartaal waarin voor het eerst gebruik wordt gemaakt van de voornoemde anti-crisismaatregelen, dan moet de dalende trend bevestigd worden in het of de daaropvolgende kwarta(a)l(en) die voorafgaat(n) aan het het kwartaal waarin voor het eerst gebruik wordt gemaakt van de voornoemde anti-crisismaatregelen zonder dat die dalende trend minstens 20% moet bedragen.

De vereiste daling van de omzet, bestellingen of productie zal vanaf 1 januari 2010 geen 20 % meer moeten zijn maar 15 %. Deze daling zal worden vergeleken met het overenstemmende kwartaal van 2008.

In concreto betekent dit hetvolgende :

  • een onderneming die het crisistijdskrediet of de crisiswerkloosheid wil invoeren in het eerste kwartaal 2010, moet aantonen dat zij een substantiële daling van minimum 15% van de omzet, productie of bestellingen kan aantonen in één van de vier kwartalen van 2009, vergeleken met het overeenstemmende kwartaal van 2008. Als deze daling niet voortvloeit uit het laatste kwartaal van 2009 maar uit het eerste, tweede of derde kwartaal van 2009, dan moet de dalende trend bevestigd worden in het of de daaropvolgende kwarta(a)l(en) van 2009 zonder dat die dalende trend minstens 15% moet bedragen;
  • een onderneming die het crisistijdskrediet of de crisiswerkloosheid wil invoeren in het tweede kwartaal 2010, moet aantonen dat zij een substantiële daling van minimum 15% van de omzet, productie of bestellingen kan aantonen in het tweede, derde of vierde kwartaal van 2009 of in het eerste kwartaal van 2010, vergeleken met het overeenstemmende kwartaal van 2008. Als deze daling niet voortvloeit uit het eerste kwartaal van 2010 maar uit het tweede, derde of vierde kwartaal 2009, dan moet de dalende trend bevestigd worden in het of de daaropvolgende kwarta(a)l(en) zonder dat die dalende trend minstens 15% moet bedragen.

2. Bepalen van een minimum aanvullende werkloosheidsvergoeding ingeval van crisiswerkloosheid voor bedienden

Ingeval van crisiswerkloosheid voor bedienden is de werkgever verplicht om aan de bediende een aanvullende werkloosheidsvergoeding te betalen.

Deze aanvullende vergoeding moet minstens gelijkwaardig zijn aan de toeslag die hij toekent aan zijn arbeiders of die hij, als hij geen arbeiders heeft, zou moeten toekennen op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair comité waaronder hij zou ressorteren indien hij arbeiders zou tewerkstellen.

Deze aanvullende vergoeding moet vastgelegd worden in een sectorale of ondernemingsCAO.

Indien een sectorale noch ondernemingsCAO dergelijke aanvullende vergoeding voorziet en de crisiswerkloosheid voor bedienden wordt ingevoerd door een ondernemingsplan, zal steeds een minimum aanvullende vergoeding van 5 euro per dag toegekend moeten worden.

De Commissie Ondernemingsplannen kan aan de ondernemingen zonder syndicale delegatie, indien zij dit vragen, een afwijking op het bedrag van 5 € toestaan op voorwaarde dat:

  1. de onderneming een akkoord met alle werknemers heeft afgesloten om een lager bedrag dan 5 € te voorzien en;
  2. kan aangetoond worden dat er effectief overleg met alle werknemers uit de onderneming is geweest.

De Commissie Ondernemingsplannen kan eveneens, bij unanimiteit, een afwijking verlenen op het minimumbedrag van de aanvullende vergoeding, voor die ondernemingen waar de Commissie dit verantwoord acht.

3. Verschillende gelijkstellingen met voltijdse tewerkstelling zullen met terugwerkende kracht geregeld worden

De gelijkstellingen met voltijdse tewerkstelling voor de werknemers waarvoor de anti-crisismaatregelen werden toegepast, zullen met terugwerkende kracht geregeld worden voor de volgende takken van de sociale zekerheid.

  • beroepsziekten;
  • arbeidsongevallen;
  • jaarlijkse vakantie. Er moet op het einde van dit jaar dus geen eindafrekening gemaakt worden voor de uren crisistijdskrediet. 

Voor de gelijkstelling naar tijdskrediet toe verzoekt de federale regering aan de sociale partners om de CAO 77bis in die zin aan te passen. 

Voor het betaald educatief verlof zal eveneens een gelijkstelling worden voorzien met voltijds werk voor de bedienden in crisistijdskrediet.

De gelijkstellingen in het kader van de Vlaamse overbruggingspremie zullen eveneens geregeld worden.

3. Crisispremie voor ontslagen arbeiders 

Arbeiders van ondernemingen die onder de CAO-wet vallen en die gedurende de periode van 1 januari 2010 tot 30 juni 2010 ontslagen worden, al dan niet mits kennisgeving van een opzeggingstermijn, hebben recht op een forfaitaire vergoeding, crisispremie genoemd.

Deze crisispremie bedraagt 1.666 €.

Wanneer de arbeider deeltijds tewerkgesteld wordt, wordt deze premie toegekend pro rata zijn deeltijds arbeidsregime. Deze crisispremie is een netto-premie. Ze is niet onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen noch belastbaar.

De crisispremie moet echter niet betaald worden aan de arbeiders:

  • die ontslagen worden in het kader van een herstructurering en die zich kunnen inschrijven in een tewerkstellingscel;
  • die ontslagen worden om een dringende reden;
  • die ontslagen worden met het oog op (brug)pensioen;
  • die ontslagen worden in proefperiode.

De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (hiernagenoemd de RVA) neemt 1.111 € van de crisispremie ten laste terwijl de werkgever de overige 555 € betaalt.

De RVA zal echter de volledige crisispremie betalen, de werkgever dus niets, op voorwaarde dat de werkgever, alvorens de betrokken arbeider te ontslaan, in 2010 gebruik heeft gemaakt van één van de volgende drie maatregelen :

  1. het stelsel van de economische werkloosheid voor arbeiders gedurende 4 weken voor arbeiders met een anciënniteit van minder dan 20 jaar en gedurende 8 weken voor de arbeiders met een anciënniteit van meer dan 20 jaar;
  2. de crisisarbeidsduurvermindering (= anti-crisismaatregel één) 
  3. het crisistijdskrediet.

De commissie ondernemingsplannen kan ook toestaan dat ondernemingen met minder dan 10 werknemers en die dat vragen, niet hun deel van de crisispremie betalen voor zover zij economische moeilijkheden kennnen. De nodige uitvoeringsbesluiten hieromtrent moeten nog genomen worden. 

In de andere gevallen moet de werkgever 555 € betalen.

De werkgever is verplicht om de arbeidsovereenkomst van de arbeider te beëindigen mits betekening van een opzeggingstermijn overeenkomstig de bepalingen van de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978. Doe hij dit niet, dan zal hij de volledige crisispremie, 1.666€, moeten betalen.

De nodige uitvoeringsbesluiten omtrent de betalingsmodaliteiten en in te dienen documenten moeten nog genomen worden.