Vakantiedagen over in december : Quid?


49599

Het nieuwe jaar nadert en het kan dus zijn dat bepaalde werknemers nog resterende vakantiedagen hebben. Sommigen van die werknemers zullen deze dagen nog kunnen opnemen. Maar wat met werknemers die zeker nog tot het einde van het jaar arbeidsongeschikt zijn en die deze dagen dus onmogelijk nog kunnen opnemen?

Wat met de resterende vakantiedagen?

Indien het voor een werknemer niet mogelijk is om de wettelijke vakantiedagen op te nemen voor het einde van het jaar, verliest hij in principe het recht op de niet-opgenomen dagen.

Wettelijke vakantiedagen zijn ook niet overdraagbaar naar het volgende jaar. Extralegale vakantiedagen kunnen binnen de onderneming wel worden overgedragen.

Wat met het vakantiegeld?

Hier moet er een onderscheid gemaakt worden tussen bedienden en arbeiders.

Bedienden

De wet op de jaarlijkse vakantie bepaalt dat indien een bediende wegens omstandigheden onafhankelijk van zijn wil zijn vakantiedagen niet kan opnemen voor het einde van het jaar, de werkgever ook voor het einde van dat jaar het enkel vakantiegeld moet uitbetalen. Dit gebeurt op basis van het loon van de maand december.

Het is mogelijk dat u ook nog het dubbel vakantiegeld verschuldigd zult zijn aan deze bediende. Dat is het geval indien u dat nog niet heeft betaald samen met de andere bedienden (meestal in de maand juni). Dit dubbel vakantiegeld moet overeenstemmen met 92% van het loon van de maand december en moet ook voor het einde van het jaar betaald worden aan de bediende.

Indien de bediende zijn vakantiedagen niet heeft opgenomen uit vrije wil, verliest hij zijn recht op het vakantiegeld voor de niet-opgenomen dagen.

Arbeiders

Bij arbeiders worden het enkel en het dubbel vakantiegeld niet door de werkgever betaald, maar door de vakantiekas. Deze betaling gebeurt meestal in de maand juni.

De werknemer die zijn vakantiedagen niet heeft opgenomen voor het einde van het jaar heeft het vakantiegeld voor die dagen dus al lang ontvangen, ongeacht hij zijn vakantiedagen bewust niet heeft opgenomen of omwille van overmacht. De vakantiekas zal het geld voor de niet-opgenomen dagen ook niet terugvorderen.

Wat met een eventuele uitkering van het ziekenfonds?

Zowel voor arbeiders als bedienden worden de niet-opgenomen vakantiedagen in mindering gebracht van hun uitkering voor arbeidsongeschiktheid vanwege de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Bij de bedienden wordt het vakantiesaldo per definitie op de ziekenfondsuitkering van de maand december ingehouden.
Voorbeeld: Een bediende heeft nog 12 vakantiedagen over. Hij zal in de maand december maar voor 11 van de 23 werkdagen een uitkering van het ziekenfonds ontvangen.

Arbeiders hebben daarentegen de mogelijkheid om een andere maand te kiezen. Op het vakantieattest dat het ziekenfonds hen toestuurt, kunnen zij namelijk invullen in welke maand zij wensen dat het vakantiesaldo aangerekend wordt. Ze hebben zelfs de mogelijkheid om de verrekening te spreiden over meerdere maanden. In de praktijk zal de verrekening echter meestal gebeuren in de maand december.

Opgelet: Dit cumulatieverbod geldt niet bij uitkeringen betaald als gevolg van arbeidsongeschiktheid wegens arbeidsongeval of beroepsziekte.

Tips

  1. Verwittig uw werknemers van het feit dat zij al hun vakantiedagen vóór 31 december moeten opnemen.
  2. Indien er nog werknemers zouden zijn met niet-opgenomen vakantiedagen, laat u hen best weten dat er een verrekening door hun ziekenfondsuitkering zal gebeuren. Zeker voor arbeiders is dit van belang. Zij ontvingen hun vakantiegeld namelijk reeds in juni. In sommige gevallen kon men op dat moment nog geen rekening houden met een eventuele verrekening in de maand december. Door hen tijdig te verwittigen, komen zij dus ook niet voor een financiële verrassing te staan.

Wat met de socialezekerheidsbijdragen?

Huidige situatie

Aangezien enkel het vakantiegeld van de bedienden door de werkgever betaald wordt, bespreken we hier enkel de regeling die van toepassing is op de bedienden.

Op het enkel vakantiegeld dat op het einde van het jaar wordt uitbetaald aan de bediende die zich in de onmogelijkheid bevindt om zijn vakantiedagen op te nemen, worden geen socialezekerheidsbijdragen geïnd.

Indien het enkel vakantiegeld op het einde van het jaar wordt uitbetaald aan een bediende om een andere reden dan de onmogelijkheid om zijn vakantie op te nemen - hoewel dit strijdig is met de wet - moet het wel degelijk onderworpen worden aan de gewone socialezekerheidsbijdragen.

Het dubbel vakantiegeld is altijd onderworpen aan de RSZ-inhouding van 13,07% op het gedeelte dat overeenstemt met het dubbel vakantiegeld voor 3 weken en 2 dagen, namelijk 85% van het loon.

Weldra misschien verandering?

Er bestaat momenteel een ontwerp van Koninklijk Besluit dat tot doel heeft de RSZ een wettelijke basis te verlenen voor het innen van socialezekerheidsbijdragen op het enkel vakantiegeld dat op het einde van het jaar wordt uitbetaald aan de bediende die in de onmogelijkheid verkeert om zijn vakantie geheel of gedeeltelijk op te nemen.

Het is namelijk zo dat er op dit moment enkel een belastbaar bedrag wordt uitbetaald voor deze niet-opgenomen dagen. Er worden geen socialezekerheidsbijdragen ingehouden en evenmin worden deze dagen gedekt door een vervangingsinkomen. Om die reden mag er met deze dagen geen rekening gehouden worden om de pensioenloopbaan te bepalen. Om deze mogelijke lacune in de pensioenloopbaan op te vullen, wil men het innen van socialezekerheidbijdragen op dit bedrag toch verplichten.

De Nationale Arbeidsraad (NAR) heeft dit ontwerp van Koninklijk Besluit onderzocht en vraagt zich af of de huidige regeling problemen stelt in de praktijk en wat de omvang ervan is. Zij stellen dat het eventueel mogelijk is om een beroep te doen op artikel 36bis van het Koninklijk Besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, dat voorziet dat de dagen waarvoor geen beroepsbezigheid is bewezen, onder bepaalde voorwaarden gelijkgesteld worden met arbeidsdagen. Daarom stelt de NAR ook voor om deze bepaling uit het ontwerp van Koninklijk Besluit weg te laten en om de kwestie voor te leggen aan de Rijksdienst voor Pensioenen om dit verder te onderzoeken.

Of deze verandering er effectief zal komen, valt dus nog af te wachten.