Duaal leren in Vlaanderen: kan jouw leerling ook student zijn?

Van 

In Vlaanderen kan een leerling een beroep aanleren door een theoretische opleiding te koppelen aan een praktische opleiding binnen een onderneming. Onder een aantal voorwaarden kan deze leerling bijkomend ook studentenarbeid verrichten. Voor studentenarbeid binnen dezelfde onderneming geldt een extra voorwaarde: dit is enkel mogelijk gedurende de maanden juli en augustus.


1. Wat is duaal leren?

Duaal leren maakt deel uit van het breder begrip alternerend leren. Sinds 1 september 2019 kunnen leerlingen uit het secundair onderwijs (BUSO, TSO en BSO) vanaf 15 jaar zowel kennis opdoen in de klas als vaardigheden verwerven op de werkvloer. Dit systeem zorgt dus voor een brug tussen de schoolbanken en de werkvloer.

In Vlaanderen kan men hiervoor volgende twee soorten overeenkomsten van bepaalde duur afsluiten:

  • De overeenkomst alternerende opleiding (OAO)

In dit geval wordt de leerling minstens 20 uur per week opgeleid op de werkplek. De leerling ontvangt hiervoor een maandelijkse leervergoeding die onderworpen is aan sociale zekerheidsbijdragen. Hij  bouwt dus sociale zekerheidsrechten alsook vakantierechten op. De overeenkomst wordt doorgaans afgesloten voor een duurtijd van 1 tot 3 jaar.

  • De stageovereenkomst alternerende opleiding (SAO)

In dit geval wordt de leerling minder dan 20 uur per week opgeleid op de werkplek. Deze overeenkomst is onbezoldigd waardoor de leerling dus geen vergoeding of loon zal ontvangen. Ook deze overeenkomst wordt doorgaans afgesloten voor een duurtijd van 1 tot 3 jaar.

2. Hoe zit het met vakantiedagen?

Beide systemen volgen de schoolvakantieregeling. Leerlingen mogen tijdens de schoolvakanties dus niet aanwezig zijn in de les of op de werkplek. Onder schoolvakantie worden de herfst-, kerst-, krokus-, paas- en zomervakantie verstaan.

In welbepaalde gevallen kan er afgeweken worden van de vakantieregeling waardoor de leerling toch tewerkgesteld kan worden gedurende de schoolvakantie. De opleidingsdagen die gepresteerd worden gedurende een schoolvakantie moeten achteraf gerecupereerd worden tijdens de lesweken op dagen dat de leerling normaal zou worden tewerkgesteld in de onderneming.

2.1 De overeenkomst van alternerende opleiding (OAO)

De leerlingen met een OAO hebben recht op maximum 20 betaalde vakantiedagen zoals gewone werknemers (afhankelijk van de prestaties in het voorgaande kalenderjaar). Ze worden in de loonverwerking vermeld als ‘betaalde vakantie’. Deze vakantiedagen mogen in principe niet worden opgenomen gedurende de lesweken.

Sinds 1 september 2022 bestaat hier een uitzondering op en kunnen betaalde vakantiedagen ook worden opgenomen tijdens de lesweken op dagen dat leerlingen niet kunnen worden opgeleid in de onderneming vanwege een collectieve sluiting wegens jaarlijkse vakantie. In geval van onvoldoende betaalde vakantiedagen, kan er tijdelijke werkloosheid wegens collectieve sluiting worden aangevraagd.

De overige dagen gedurende de schoolvakantie zijn in principe onbetaald en worden alsdusdanig aangegeven aan de RSZ (DMFA-code 30). Deze dagen worden dus ook niet gelijkgesteld voor de opbouw van vakantierechten. Dit wilt zeggen dat er dus geen volledig krediet van 20 betaalde vakantiedagen kan worden opgebouwd.  Indien de leerling dit wenst en voldoet aan alle voorwaarden, kan hij het aantal vakantiedagen vervolledigen met de zogenaamde aanvullende of Europese vakantiedagen. Dit is ook mogelijk gedurende het eerste jaar van de praktijkopleiding aangezien er op dit moment nog geen wettelijke vakantiedagen werden opgebouwd op basis van het vorige kalenderjaar. Het vakantiegeld dat hij hiervoor ontvangt, wordt beschouwd als een voorschot op het dubbel vakantiegeld van het volgende jaar.

2.2 De stageovereenkomst alternerende opleiding (SAO)

Aangezien leerlingen met een SAO geen vergoeding of loon ontvangen en dus geen sociale bijdragen betalen, bouwen zij geen vakantierechten op. Zij hebben dus enkel recht op onbetaalde afwezigheid gedurende de schoolvakanties.  

3. Wat met studentenarbeid?

Onder de volgende voorwaarden mag een leerling studentenarbeid verrichten:

  • de leerling mag geen werkloosheidsuitkering of inschakelingsuitkering van de RVA ontvangen;
  • de arbeid mag enkel uitgevoerd worden op de tijdstippen waarop de leerling geen onderwijs moet volgen of aanwezig moet zijn op de werkvloer;
  • de studentenarbeid mag enkel verricht worden bij een andere werkgever dan deze waar hij zijn opleiding volgt. Deze laatste voorwaarde dient volgens de FOD WASO schooljaar per schooljaar bekeken te worden. Dit betekent dat een leerling die zijn leerovereenkomst eind juni beëindigt bij zijn werkgever, gedurende de maanden juli en augustus wel studentenarbeid kan verrichten bij dezelfde werkgever, en dit ongeacht of hij vanaf september al dan niet terug in een systeem van alternerend leren stapt.

Zodra de leerling afstudeert, is hij niet langer student en mag er dus geen studentenarbeid meer worden verricht. Er is één uitzondering hierop: als de leerling in juni of in de zomermaanden afstudeert (en dus een diploma behaalt), mag hij nog tot 30 september van dat jaar als jobstudent werken.

Tijdens de uitvoering van de studentenarbeid wordt de leerovereenkomst geschorst, maar het contract blijft wel gewoon doorlopen en wordt dus niet beëindigd. Er bestaan dus twee contracten naast elkaar: de leerovereenkomst en de studentenovereenkomst.

Dit heeft gevolgen voor de Dimona: wanneer de leerling wordt aangegeven via een Dimona 'OTH', hoewel de leerovereenkomst nog steeds lopende is, moet deze Dimona worden beëindigd om een Dimona 'STU' te creëren die overeenkomt met de periode van tewerkstelling onder een studentenovereenkomst. Deze twee soorten Dimona kunnen elkaar niet overlappen. Op dezelfde manier moet aan het einde van de tewerkstellingsperiode als student de Dimona 'STU' worden beëindigd om een Dimona 'OTH' te reactiveren.

Wijziging op komst: Vanaf het begin van het schooljaar 2023-2024, moet de Dimona voor opleidingsovereenkomsten 'alternerend leren' aangegeven worden met het type 'ALT'. Voor opleidingsovereenkomsten waarvoor reeds een Dimona type 'OTH' werd uitgevoerd en die voor 1 september 2023 niet ten einde lopen, wijzigt er niets. Bij een hernieuwing van de opleidingsovereenkomst moet wel het type 'ALT' gebruikt worden. Het nieuwe type ‘ALT’ kan reeds vanaf nu uitgevoerd worden. Het gebruik van Dimona 'ALT' zal het probleem van de overlapping oplossen: het zal mogelijk zijn om tegelijkertijd een Dimona 'ALT' en 'STU' te hebben voor dezelfde jongere in dezelfde periode.

Let op: er moet steeds een studentenovereenkomst worden opgemaakt en een Dimona ‘STU’ in dienst gebeuren vóór de tewerkstelling van een jobstudent en een Dimona ‘STU’ uit dienst erna!  

4. Werken op zon- of feestdagen?

Leerlingen mogen in principe niet worden tewerkgesteld op zondagen en wettelijke feestdagen of de vervangingsdagen van deze feestdagen wanneer de feestdagen samenvallen met de gewone inactiviteitsdagen in de onderneming.

Er mag worden afgeweken van deze regel in volgende gevallen:

  • indien bij wet voorzien;
  • indien vastgelegd in de sectorale cao’s.

Wanneer de leerling werkt op een zon- of feestdag, heeft hij recht op inhaalrust. In geval van opleiding op wettelijke feestdagen gaat het om betaalde inhaalrust (niet bij SAO).

Voor prestaties verricht op feestdagen of hun vervangingsdagen die samenvallen met een gewone inactiviteitsdag en voor zover de prestaties geen overuren vormen, voorziet de wet niet in een overloon. Dit kan eventueel worden voorzien in een cao (op sectoraal of ondernemingsniveau).