0708 Personeel met leidende functie of vertrouwenspost.

Artikel 3 § 3, 1° van de Wet van 16 maart 1971 (arbeidswet) bepaalt uitdrukkelijk dat de bepalingen betreffende de arbeids- en rusttijden niet van toepassing zijn op: “de door de Koning aangewezen werknemers die een leidende functie uitoefenen of een vertrouwenspost bekleden.”

Dit gebeurde door het KB van 10 februari 1965, dat sindsdien ongewijzigd bleef. 

1. Arbeids- en rusttijd niet van toepassing: wat houdt dit in?

Hierdoor kunnen de bedoelde werknemers:

• de normale grenzen van de arbeidsduur overschrijden (dag en weekgrenzen) en dit zonder dat er een toeslag voor overuren moet betaald worden (50 of 100%) en/of dat er inhaalrust moet toegekend worden;
• ’s nachts tewerkgesteld worden;
• buiten het uurrooster tewerkgesteld worden;
• moet er geen rekening gehouden worden met de verplichte pauze (na 6 uur ononderbroken tewerkstelling minstens 15 minuten) en de rusttijd van minstens 11 opeenvolgende uren tussen twee arbeidsprestaties.

2. Voor wie?

Het K.B. van 10 februari 1965 somt een aantal functies op, die worden aangeduid als personen bekleed met een leidende functie of vertrouwenspost voor alle sectoren.  Hieraan werd niets gewijzigd en is bijgevolg nog steeds van toepassing op de Horeca sector.

Daarnaast somt het K.B. van 10 februari 1965 een aantal specifieke functies op voor bepaalde sectoren, zoals de Horeca sector.  Ook deze lijst was sinds 1965 niet meer aangepast.  Een aanpassing aan de evolutie van de tijd ( nieuwe functieclassificatie, …) drong zich dus echt wel op.

Dit gebeurde door het KB van 9 oktober 2001 tot wijziging van het KB van 10 februari 1965 (BS 27 oktober 2001).

Vanaf 27 oktober 2001 worden volgende personen beschouwd als personeel met een leidende functie of vertrouwenspost voor de horeca-sector:

• de zaaldirecteurs, de oberkelners, de hofmeesters, de oberkelners / hofmeester roomservice of maîtres d’hôtel, voor zover zij bij de fooiverdeling niet in aanmerking komen en geen kelnerdienst verrichten, dat wil zeggen voor zover zij niet werkelijk en regelmatig deelnemen aan de dienst voor het opnemen van de bestelling, het samenstellen van het eetmaal, het bereiden of het doorsnijden van gerechten, het aanbevelen van wijn, en zij het recht hebben zonder tussenkomst van de werkgever personeel in dienst te nemen of te ontslaan;
• de keukenverantwoordelijke of keukenchef, de restaurantmanager of de restaurantdirecteur, de gerant of de chef-gerant, die het bevel heeft over een ploeg van ten minste drie personen, leerlingen uitgezonderd;
• de econoom, de aankoper of manager purchasing/purchaser;
• het hoofd huishouding of executive housekeeping;
• de hoofdboekhouder of de boekhouder die de bedienden van de boekhouding leidt;
• de gouvernante/huisdame/huismeester, gouvernante d’étage of verantwoordelijke kamermeisjes/jongens, van de verdieping die door de werkgever betaald word, geen kamermeisjesdienst verricht en het bevel heeft over ten minste zeven kamermeisjes of een dienst van ten minste dertig kamers;
• de hoteldirecteur, op voorwaarde dat deze persoon het werkelijk gezag uitoefent en de verantwoordelijkheid draagt over ten minste negen werknemers in de onderneming, leerlingen uitgezonderd.

Let wel: Het is niet zo dat alle “kaderleden” ook als personen met een leidende functie of vertrouwenspost worden beschouwd.  De notie “kaderlid” is een in het kader van de arbeidsduurreglementering ongekende notie.   De “kaderleden” die een functie uitoefenen die niet opgesomd is in het KB van 10 februari 1965 vallen wel onder de bescherming van de Arbeidswet.