324 Onder welke voorwaarden uw arbeiders ontslaan vanaf 2018?

14/11/2017

Vanaf 1 januari 2018 worden de specifieke, afwijkende opzeggingstermijnen in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel vervangen door de opzeggingstermijnen van het algemene stelsel dat sinds het eenheidsstatuut van kracht is.

We overlopen eerst de opzeggingstermijnen zoals ze tot 31 december 2017 van toepassing zijn.

1. Welke opzeggingstermijnen toepassen tot 31 december 2017?

Bij de inwerkingtreding in 2014 van het algemene stelsel van de opzeggingstermijnen als gevolg van de harmonisatie van de statuten van arbeiders en bedienden werd tot 31 december 2017 een tijdelijke afwijking van het algemene stelsel toegekend aan het paritair comité 324.  Het doel was ondernemingen van deze sector de mogelijkheid te geven kortere opzeggingstermijnen toe te passen dan die van het algemene stelsel.

Dit uitzonderingsstelsel voorziet geen kliksysteem: dezelfde termijnen zijn van toepassing ongeacht of de arbeidsovereenkomst van de arbeider voor of na 1 januari 2014 een aanvang nam.

De volgende opzeggingstermijnen zijn tot 31 december 2017 van toepassing in het paritair comité 324:

Anciënniteit

Opzegging door de werkgever

Opzegging door de werknemer

Van 0 tot minder dan 3 maanden

2 weken

1 week

Van 3 tot minder dan 6 maanden

4 weken

2 weken

Van 6 maanden tot minder dan 5 jaar

5 weken

2 weken

Van 5 tot minder dan 10 jaar

6 weken

3 weken

Van 10 tot minder dan 15 jaar

8 weken

4 weken

Van 15 tot minder dan 20 jaar

12 weken

6 weken

Minstens 20 jaar

16 weken

8 weken

2. Opzeggingstermijnen vanaf 1 januari 2018

De opzeggingstermijnen voor de arbeidsovereenkomsten die voor 1 januari 2014 aanvingen worden vanaf 1 januari 2018 berekend volgens het kliksysteem voor het gedeelte van de anciënniteit die de arbeider voor 1 januari 2014 heeft verworven.

Voortaan moeten dus verschillende opzeggingstermijnen worden toegepast al naargelang de arbeider voor of na 1 januari 2014 in dienst werd genomen.

2.1. Opzeggingstermijnen voor arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst ten vroegste vanaf 1 januari 2014 aanving

De opzeggingstermijnen in onderstaande tabel zullen van toepassing zijn op de arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst ten vroegste vanaf 1 januari 2014 aanving en die na 31 december 2017 worden ontslagen of ontslag nemen. Het zijn de opzeggingstermijnen van het algemene stelsel dat sinds de harmonisatie van de statuten van arbeiders en bedienden in 2014 van kracht is.

Anciënniteit vanaf 1 januari 2014

Opzegging door de werkgever

Opzegging door de werknemer

Van 0 tot minder dan 3 maanden

2 weken

1 week

Van 3 tot minder dan 6 maanden

4 weken

2 weken

Van 6 tot minder dan 9 maanden

6 weken

3 weken

Van 9 tot minder dan 12 maanden

7 weken

3 weken

Van 12 tot minder dan 15 maanden

8 weken

4 weken

Van 15 tot minder dan 18 maanden

9 weken

4 weken

Van 18 tot minder dan 21 maanden

10 weken

5 weken

Van 21 tot minder dan 24 maanden

11 weken

5 weken

Vanaf 2 jaar

12 weken

6 weken

Vanaf 3 jaar

13 weken

6 weken

Vanaf 4 jaar

15 weken

7 weken

Vanaf 5 jaar

18 weken

9 weken

Vanaf 6 jaar

21 weken

10 weken

Vanaf 7 jaar

24 weken

12 weken

Vanaf 8 jaar

27 weken

13 weken

Vanaf 9 jaar

30 weken

13 weken

Vanaf 10 jaar

33 weken

13 weken

Vanaf 11 jaar

36 weken

13 weken

Vanaf 12 jaar

39 weken

13 weken

Vanaf 13 jaar

42 weken

13. weken

Vanaf 14 jaar

45 weken

13 weken

Vanaf 15 jaar

48 weken

13 weken

Vanaf 16 jaar

51 weken

13 weken

Vanaf 17 jaar

54 weken

13 weken

Vanaf 18 jaar

57 weken

13 weken

Vanaf 19 jaar

60 weken

13 weken

Vanaf 20 jaar

62 weken

13 weken

Vanaf 21 jaar

63 weken

13 weken

Vanaf 22 jaar

64 weken

13 weken

… (+1)

… (+ 1)

13 weken

Opgelet: deze opzeggingstermijnen zullen normaal nog veranderen als gevolg van het akkoord dat de regering deze zomer heeft gesloten. Dit akkoord heeft tot doel de opzeggingstermijnen te verkorten in geval van ontslag van arbeiders en bedienden tijdens de eerste 6 maanden na indienstneming. Om op 1 januari 2018 van kracht te kunnen zijn, moeten ze nog in een wettekst worden gegoten die in het Belgisch Staatsblad moet verschijnen. We delen deze toekomstige opzeggingstermijnen dan ook onder alle voorbehoud mee.

Anciënniteit

Opzegging door de werkgever

Opzegging door de werknemer

Van 0 tot minder dan 3 maanden

1 week (in plaats van 2)

1 week (onveranderd)

Van 3 tot minder dan 4 maanden

3 weken (in plaats van 4)

2 weken (onveranderd)

Van 4 tot minder dan 5 maanden

4 weken (onveranderd)

2 weken (onveranderd)

Van 5 tot minder dan 6 maanden

5 weken (in plaats van 4)

2 weken (onveranderd)

2.2. Opzeggingstermijnen voor de arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2014 aanving

Voor de arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2014 aanving en die na 31 december 2017 worden ontslagen of ontslag nemen, wordt het kliksysteem toegepast: toepassing van de opzeggingstermijnen die op 31 december 2013 van kracht zijn voor het gedeelte van de anciënniteit die de arbeider tot 31 december 2013 heeft verworven.

Voor deze arbeiders wordt de opzeggingstermijn in twee stappen berekend waarbij twee anciënniteitsperiodes worden onderscheiden:

  • voor het gedeelte van de anciënniteit die de arbeider op 31 december 2013 heeft verworven, berekent men de overeenstemmende opzeggingstermijn door onderstaande tabel toe te passen;
  • voor het gedeelte van de anciënniteit die de arbeider vanaf 1 januari 2014 heeft verworven, berekent men de overeenstemmende opzeggingstermijn door de tabel hernomen onder punt 2.1. hierboven toe te passen;
  • men telt daarna de twee opzeggingstermijnen samen om de na te leven opzeggingstermijn te bekomen.

Verworven anciënniteit op 31 december 2013

Opzegging door de werkgever van een arbeider die voor 1 januari 2012 in dienst trad

Opzegging door de werkgever van een arbeider die vanaf 1 januari 2012 in dienst trad

Opzegging door de werknemer

Minder dan 10 jaar

7 kalenderdagen

8 kalenderdagen

2 werkdagen

Van 10 jaar tot minder dan 20 jaar

14 kalenderdagen

16 kalenderdagen

2 werkdagen

20 jaar en meer

28 kalenderdagen

32 kalenderdagen

2 werkdagen

3.  Aanpassing van het arbeidsreglement als gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe opzeggingstermijnen

Ondernemingen die in hun arbeidsreglement verwijzen naar de wettelijke bepalingen inzake opzeggingstermijnen moeten hun arbeidsreglement niet wijzigen als gevolg van de inwerkingtreding in 2018 van de nieuwe opzeggingstermijnen. De verwijzing naar de wettelijke bepalingen blijft geldig. Alleen ondernemingen die de toepasbare verkorte opzeggingstermijnen in hun arbeidsreglement hebben opgenomen, moeten hun arbeidsreglement tegen 1 januari 2018 aanpassen. In dat geval kunnen ze deze verkorte opzeggingstermijnen vervangen door de nieuwe opzeggingstermijnen die vanaf 1 januari 2018 van toepassing zijn of eenvoudigweg in het arbeidsreglement vermelden dat “de arbeidsovereenkomsten kunnen worden beëindigd mits naleving van de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.”

De aanpassing van het arbeidsreglement wordt gedaan volgens een vereenvoudigde procedure. Het volstaat elke betrokken werknemer een kopie van de wijziging van het arbeidsreglement te bezorgen bij de inwerkingtreding ervan op 1 januari 2018, elke werknemer een ontvangstbewijs te laten ondertekenen als bewijs van de overhandiging en een kopie van de wijziging van het arbeidsreglement binnen 8 dagen na inwerkingtreding te sturen naar het gewestelijke bureau van de dienst Toezicht op de sociale wetten.

4. Op welke datum de nieuwe opzeggingstermijnen toepassen?

De nieuwe opzeggingstermijnen die op 1 januari 2018 van kracht worden, zijn in de volgende situaties van toepassing:

  • in geval van onmiddellijke verbreking met betaling van een verbrekingsvergoeding moet de arbeidsovereenkomst een einde nemen na 31 december 2017.

Voorbeeld: de werkgever betekent bij aangetekende brief van 31 december 2017 de onmiddellijke verbreking van de arbeidsovereenkomst met betaling van een verbrekingsvergoeding. Deze aangetekende brief vermeldt dat de arbeidsovereenkomst op 31 december 2017 wordt verbroken en dat de arbeider de volgende dag (1 januari 2018) niet meer in dienst is: de vroegere verkorte opzeggingstermijnen zijn nog van toepassing want de verbreking had plaats op 31 december 2017;

  • in geval van verbreking met prestatie van een opzeggingstermijn moet de kennisgeving van de opzegging uitwerking hebben na 31 december 2017.

Voorbeeld: op woensdag 27 december 2017 betekent de werkgever bij aangetekende brief een opzegging die ingaat op maandag 1 januari 2018. Aangezien de kennisgeving van de opzegging uitwerking heeft op zaterdag 30 december 2017 (namelijk de 3e werkdag na verzending van de aangetekende brief) zijn de vroegere verkorte opzeggingstermijnen nog van toepassing.

De vroegere opzeggingstermijnen die op 31 december 2017 gelden, zijn dus nog van toepassing op:

  • de arbeiders die uiterlijk op zondag 31 december 2017 worden ontslagen met een verbrekingsvergoeding;
  • de arbeiders die worden ontslagen met een opzeggingstermijn die uiterlijk op woensdag 27 december bij aangetekende brief wordt betekend.