1901 Fonds voor bestaanszekerheid: statuten

Paritair (sub-)Comité nr.:
324.00.00-00.00

Bijwerking: 06/04/2016
Geldig vanaf: 01/01/2015
Geldig tot: 02/10/2022

Naam: Fonds voor de diamantnijverheid.

Adres: Hoveniersstraat 22, 2018 Antwerpen 1.

In het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel werd op 25 september 2012 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1971 gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel tot oprichting van een fonds voor de diamantnijverheid en tot vaststelling van zijn statuten (nr. 111893/CO/324).

Ze werd gewijzigd door een cao van 14 december 2015 (nr. 132326/CO/324).

Wij geven u hierna de geconsolideerde versie van deze cao.

Tekst van de cao

Artikel 1

Bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid heeft het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot oprichting van een "Fonds voor de diamantnijverheid", waarvan de statuten hierna worden bepaald.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt en coördineert de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1971 tot oprichting van een Fonds voor de diamantnijverheid en tot vaststelling van zijn statuten (nr. 955/CO/324).

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1972.

Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan slechts worden opgezegd door een eenparig akkoord van alle betrokken partijen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, die per aangetekende brief moet worden gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.

STATUTEN

Hoofdstuk I - Benaming, zetel en doel

Artikel 1

Overeenkomstig de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid wordt, met ingang van 1 januari 1972, een Fonds voor de diamantnijverheid opgericht, hierna genoemd het "Fonds".

Artikel 2

De maatschappelijke zetel van het Fonds is gevestigd te 2018 Antwerpen, Hoveniersstraat 22.

Artikel 3

Het Fonds heeft tot doel:

1° aan de diamantarbeiders, arbeidsters en leerlingen aanvullende sociale voordelen toe te kennen;

2° het innen van de voor zijn werking nodige bijdragen en inkomsten;

3° aan het in 1° vermeld werkliedenpersoneel het loon toe te kennen voor rustdagen welke voortvloeien uit het organiseren van de arbeidsduurverkorting;

4° het aangeven en het betalen van de sociale zekerheidsafdrachten voor de compenserende rustdagen als zogenaamde "derde betalende";

5° het uitbetalen van de gelijkaardige voordelen in het kader van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen;

6° het uitbetalen van de aanvullende vergoeding brugpensioen en de daaraan verbonden kosten voor wat betreft de brugpensioenen die zijn ingegaan voor 1 januari 2008;

7° het financieren van bijkomende opleidingen ten voordele van de vorming en de tewerkstelling in de diamantnijverheid, onder andere:

a) de uitvoering van de wetgeving inzake de inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen, overeenkomstig de artikelen 188 tot 195 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I);

b) de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 maart 2009 betreffende de opleiding en de vorming in de ondernemingen;

c) de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2010 betreffende de korte modules in de diamantopleidingen;

d) de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 maart 2009 betreffende de stagiaires in de diamantvakschool;

e) de uitvoering en de medewerking aan de doelstellingen zoals opgenomen in de oprichtingsakte van 27 maart 2012 met betrekking tot de oprichting van de stichting van openbaar nut "Antwerp International Training Center on Corporate Opportunities" (ITTCO);

f) de uitvoering van de in uitvoering van het decreet van 13 maart 2009 betreffende de sectorconvenants in het raam van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid, afgesloten sectorconvenants tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de diamantsector (PC nr. 324).

Hoofdstuk II - Toepassingsgebied

Artikel 4

De bepalingen van deze statuten zijn van toepassing:

1° op de werkgevers, die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel;

2° op het werkliedenpersoneel, zijnde diamantarbeiders, arbeidsters en leerlingen, dat door de onder 1° bedoelde werkgevers wordt tewerkgesteld, met uitzondering van de technische bedienden.

Hoofdstuk III - Gerechtigden, aard en modaliteiten van toekenning en uitkering van de voordelen

Afdeling 1 - Loon voor arbeidsduurverkorting

Artikel 5

Het loon verschuldigd voor de rustdagen zoals bedoeld in artikel 3, 3°, wordt, ten laste van het Fonds, aan de rechthebbende uitbetaald door de Rijksverlofkas voor de diamantnijverheid.

Per werknemer bedraagt de brutovergoeding 2 % van de bezoldigingen voor de periode tijdens dewelke de arbeidsduurverkorting van kracht is, zoals zij worden aangegeven in het kader van de sociale zekerheid.

Afdeling 2 - Voordelen zoals voorzien door de wetgeving met betrekking tot de sluiting van ondernemingen

Artikel 6

Aan de diamantarbeiders, arbeidsters en leerlingen worden gelijkaardige voordelen als deze voorzien in titel III, titel IV, hoofdstuk II, afdelingen 1, 3 en 7 van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen, verleend aan de diamantarbeiders, ten laste van het Fonds.

Afdeling 3 - Aanvullende vergoeding brugpensioenen toegekend voor 1 januari 2008

Artikel 7

1°) Ingeval de werkgever, schuldenaar van de aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, hun toegekend krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, in gebreke blijft, betaalt het Fonds de vergoedingen, respectievelijk bedoeld in voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 en in de betreffende sectorale collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de brugpensioenregeling.

2°) In dat geval laat de werknemer-crediteur van de aanvullende vergoeding, op zijn verzoek, het Fonds in zijn rechten treden tegen de werkgever die de vergoeding verschuldigd is.

3° De werkgever die een op de aanvullende vergoeding rechthebbende bejaarde werknemer wenst te ontslaan, is ertoe gehouden, indien hij het voordeel bedoeld in 1°) van dit artikel wenst te genieten, daartoe vooraf een met redenen omkleed schriftelijk verzoek te richten aan de raad van beheer van het Fonds.

4° De raad van beheer van het Fonds stelt de voorwaarden vast welke in elk individueel geval moeten worden nageleefd.

Artikel 8

Tijdens de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de brugpensioenregeling in de diamantnijverheid, wordt de aanvullende vergoeding en de bijzondere werkgeversbijdrage op het conventioneel brugpensioen, bestemd voor de sector arbeidsvoorziening en werkloosheid, vereffend door het Fonds.

Artikel 9

Gedurende de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de brugpensioenregeling in de diamantnijverheid wordt het bedrag van de aanvullende vergoeding verhoogd met 1 EUR per vergoede dag, voor wat betreft de vóór 1 januari 2008 ingegane brugpensioenen.

De betalingsmodaliteiten worden vastgesteld door de raad van beheer.

Afdeling 4 - Vorming en opleiding in de diamantnijverheid

Onderafdeling 1 - Inspanningen ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen

Artikel 10

Het Fonds is belast met de financiering van de inspanningen ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen en het plan inzake de actieve begeleiding en opvolging van werklozen, zoals voorzien door de artikelen 188 tot 195 van wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I).

Onderafdeling 2 - Opleidingen in de onderneming

Artikel 11

Het Fonds is belast met het bevorderen van de opleidingen in de ondernemingen, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 maart 2009 betreffende de opleiding en de vorming in de ondernemingen.

Onderafdeling 3 - Leerlingen-stagiars van de diamantvakschool SIHA

Artikel 12

Het Fonds stelt middelen ter beschikking om de opleiding van stagiairs in de onderneming te faciliteren overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 maart 2009 betreffende de stagiairs in de diamantvakschool.

Onderafdeling 4 - Korte modules in de diamantopleiding

Artikel 13

Het Fonds is belast met het bevorderen van korte modules in diamantopleidingen, ingericht door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2010 betreffende de korte modules in de diamantopleidingen.

Onderafdeling 5 - Participeren in nationale en internationale initiatieven ter bevordering van de opleiding in de diamantnijverheid

Artikel 14

Het Fonds is belast met het participeren in de ontwikkeling en uitvoering van opleidingsprogramma's die geschikt zijn voor een levenslange vorming van werknemers.

Hoofdstuk IV - Beheer

Artikel 15

Het Fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties. Deze raad van beheer bestaat uit vier leden, te weten twee vertegenwoordigers van de werkgevers en twee vertegenwoordigers van de werknemers.

De leden van de raad van beheer worden door het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel aangewezen.

Artikel 16

Elk jaar duidt de raad van beheer in zijn midden een voorzitter, ondervoorzitter en secretaris aan.

Artikel 17

De raad van beheer wordt door zijn voorzitter bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden de raad ten minste éénmaal per kwartaal bijeen te roepen en telkens wanneer ten minste twee leden er om verzoeken.

De uitnodigingen vermelden de agenda. De notulen worden door de secretaris opgesteld en door de voorzitter van de vergadering ondertekend.

De uittreksels uit de notulen worden ondertekend door de voorzitter of door twee beheerders.

Wanneer tot stemming moet overgegaan worden, dient een gelijk aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is het getal ongelijk, dan onthoudt zich het jongste lid. De raad kan slechts geldig beslissen over de op de agenda voorkomende kwesties in de aanwezigheid van tenminste de helft van de leden, die tot de werknemersafvaardiging en ten minste de helft van de leden die tot de werkgeversafvaardiging behoren.

De beslissingen worden met gewone meerderheid van stemmen genomen.

Artikel 18

De raad van beheer heeft tot taak het Fonds te beheren en alle maatregelen te nemen die voor zijn goede werking zijn vereist. Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden inzake het beheer en de leiding van het Fonds.

De raad van beheer treedt in rechte op in naam van het Fonds, op vervolging en ten verzoek van de voorzitter of van een tot dat doel afgevaardigde beheerder.

De raad van beheer kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan één of meer van zijn leden en zelfs aan derden.

Voor alle handelingen, andere dan deze waarvoor de raad een speciale volmacht heeft verleend, volstaan de gezamenlijke handtekeningen van twee beheerders, één van de werkgeverszijde en één van de werknemerszijde.

De verantwoordelijkheid van de beheerders beperkt zich tot de uivoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van verplichtingen van het Fonds.

Hoofdstuk V - Financiering

Afdeling 1 - Financiering: algemene bijdragen en fondsen

Artikel 19

Het Fonds beschikt over de bijdragen verschuldigd door de bij artikel 4, 1°, bedoelde werkgevers en de fondsen voorzien bij artikel 24.

Afdeling 2 - Financiering van de voordelen zoals voorzien door de wetgeving met betrekking tot de sluiting van ondernemingen

Artikel 20

Ter financiering van de in artikel 6 bedoelde voordelen storten de in artikel 4, 1° bedoelde werkgevers aan het Fonds een bijdrage welke ten minste gelijk is aan de bijdrage vastgesteld voor het Fonds voor vergoeding van de in geval van sluiting van onderneming ontslagen werknemers. De betalingsmodaliteiten worden vastgesteld door de raad van beheer van het Fonds.

De betaling van voormelde bijdrage geschiedt onder dezelfde regels als deze van toepassing op de invordering van de bijdragen voor jaarlijkse vakantie door de Rijksverlofkas voor de diamantnijverheid.

Afdeling 3 - Financiering van het loon voor arbeidsduurverkorting

Artikel 21

Ter financiering van het bij artikel 5 bedoelde loon storten de werkgevers een bijdrage gelijk aan 2% van de bezoldigingen zoals zij worden aangegeven in het kader van de sociale zekerheid.

Bedoelde bijdrage van 2% is maandelijks te storten aan de Rijksverlofkas voor de diamantnijverheid, opgericht bij besluit van de Regent van 11 mei 1946, onder dezelfde regels als deze van toepassing op de invordering van de bijdragen voor jaarlijkse vakantie door voornoemde instelling.

Voor de aangifte en de betaling van de bijdragen aan de Rijksverlofkas voor de diamantnijverheid worden de brutolonen aangegeven aan 110%, overeenkomstig artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1982 tot regeling van de sociale zekerheidsafdrachten in verband met de compenserende rustdagen in de diamantnijverheid en tot wijziging van de statuten van het "Fonds voor de diamantnijverheid", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 september 1982.

Afdeling 4 - Financiering van de inspanningen ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen

Artikel 22

Het Fonds beschikt over de bijdragen betreffende de inspanningen ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen, dit ten behoeve van de vorming en de terwerkstelling van personen die behoren tot de risicogroepen en de actieve begeleiding en opvolging van werklozen, in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2011 tot vaststelling van nadere maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen in de diamantnijverheid.

Afdeling 5 - Het aangeven en het betalen van de sociale zekerheidsafdrachten voor de compenserende rustdagen als zogenaamde "derde betalende"

Artikel 23

§1. Voor de sociale zekerheidsafdrachten geldt de aanslagvoet diamantnijverheid die van toepassing is in het kwartaal waarin de rustdagen werden betaald.

§2. De werkgeversbijdrage wordt geïnd als éénmalige jaarlijkse bijkomende heffint, te voldoen voor het einde van het kwartaal waarin de rustdagen worden betaald.

§3. De werknemersbijdrage wordt door bemiddeling van de werkgevers aan het Fonds overgemaakt, op hetzelfde tijdstip als de bijdrage vermeld in §2.

§4. De werkgevers- en werknemersbijdragen bedoeld in §§2 en 3, worden geïnd door de Rijksverlofkas voor de diamantnijverheid.

Afdeling 6 - Financiering ingevolge initiatieven uitgaande van de Belgische federale, regionale en lokale overheden

Artikel 24

Het Fonds krijgt het beheer over de door de overheid ter beschikking gestelde fondsen voor het toekennen van de sociale voordelen en de initiatieven voorgeschreven bij de artikelen 5 tot 14.

De inning en de invordering van de bijdragen, vastgesteld bij artikel 23, worden verzekerd door de Rijksverlofkas voor de diamantnijverheid, in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958.

Afdeling 7 - Financiering ingevolge de initiatieven tot participatie in de ontwikkeling en in de uitvoering van opleidingsprogramma's in het kader van de stichting van openbaar nut "Antwerp International Training Center on Corporate Opportunities"

Artikel 25

Het Fonds krijgt het beheer over de fondsen in het kader van de initiatieven tot participatie in de ontwikkeling in de en uitvoering van opleidingsprogramma's in het kader van de stichting van openbaar nut "Antwerp International Training Center on Corporate Opportunities".

Hoofdstuk VI - Begroting en rekeningen

Artikel 26

Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31 december van elk jaar.

Artikel 27

Elk jaar in de loop van het vierde kwartaal stelt de raad van beheer een begroting op voor het volgende dienstjaar en legt deze ter goedkeuring voor aan het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.

Artikel 28

De raad van beheer en de revisor of de expert-boekhouder aangeduid door het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid, stellen jaarlijks elk een schriftelijk verslag op betreffende de uitvoering van hun opdracht tijdens het afgelopen jaar. Deze verslagen worden ter goedkeuring voorgelegd aan het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel uiterlijk tijdens de maand december.

Hoofdstuk VII - Betwistingen

Artikel 29

Onverminderd de bepalingen van artikel 22 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid is de raad van beheer bevoegd de betwiste gevallen te beslechten.

Hoofdstuk VIII - Ontbinding en vereffening

Artikel 30

Het Fonds kan enkel worden ontbonden in geval van opzegging van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Het Paritair Comité wijst alsdan de vereffenaars aan, bepaalt hun bevoegdheden en bezoldigingen en stelt de bestemming vast welke aan het vermogen van het Fonds wordt gegeven, overeenkomstig het doel waartoe het Fonds is opgericht.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
14/12/2015
Registratienr
132326
Geldig van
01/01/2015
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
23/12/2015
Registratiedatum
25/03/2016
Onderwerp
wijziging van de statuten van het Fonds voor de diamantnijverheid
BS Bericht van neerlegging
13/04/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
12/12/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
19/01/2017
Keywords
FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Datum CAO
25/09/2012
Registratienr
111893
Geldig van
01/01/1972
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
01/10/2012
Registratiedatum
29/10/2012
Onderwerp
wijziging van de statuten van een fonds voor bestaanszekerheid
BS Bericht van neerlegging
13/11/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
23/05/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
17/10/2013
Keywords
FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
01/01/1972 31/12/2050 1901 Fonds voor bestaanszekerheid: statuten
01/01/2015 02/10/2022 1901 Fonds voor bestaanszekerheid: statuten
01/01/1972 31/12/2014 1901 Fonds voor de diamantnijverheid