De coronacrisis heeft een steeds grotere economische en sociale impact in Brussel en treft sectoren die aan essentiële sociale en maatschappelijke behoeften voldoen. Om de ondernemingen en werknemers van de dienstenchequesector te ondersteunen, heeft de Brusselse regering beslist steunmaatregelen te nemen om grote sociale drama’s te vermijden.
Deze steunmaatregelen zijn als volgt:
-
Directe forfaitaire steun aan ondernemingen
Er zal een forfaitaire steun van 4.000 EUR worden toegekend aan dienstenchequeondernemingen met maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze steun wordt automatisch toegekend en betaald door de uitgiftemaatschappij (Sodexo).
-
Steun aan ondernemingen om hun huishoudhulpen te ondersteunen die tijdelijk werkloos werden gesteld
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest biedt erkende dienstenchequeondernemingen met maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die er actief zijn, de mogelijkheid om hun huishoudhulpen die tijdelijk werkloos werden gesteld tijdens de periode van 18 maart 2020 tot en met 30 april 2020 indirect te ondersteunen via de toekenning van een aanvullende vergoeding op de werkloosheidsuitkeringen van 2,5 EUR bruto per uur tijdelijke werkloosheid.
Deze maatregel kan eventueel worden verlengd voor de maand mei 2020.
Deze maatregel is van toepassing op de werknemers die tewerkgesteld zijn met een arbeidsovereenkomst met de erkende dienstenchequeondernemingen en voor wie dezelfde ondernemingen tijdens de periode van 1 januari 2019 tot 29 februari 2020 minstens één Brusselse dienstencheque terugbetaald kregen als tegenprestatie voor de uitvoering van arbeidsprestaties door deze werknemers.
Deze steun wordt door Sodexo betaald aan ondernemingen die dit vragen en de ondernemingen zelf dienen dit in de vorm van een aanvulling op de werkloosheidsuitkeringen voor de uren tijdelijke werkloosheid door te storten aan de huishoudhulpen.
Hiertoe moet de erkende dienstenchequeonderneming uiterlijk vóór 15 mei 2020 bij de administratie een aanvraag indienen via een elektronisch formulier dat op het volgende adres beschikbaar is: https://sprb.jotform.com/201053600630841.
Bij verlenging van de steun voor de maand mei 2020 moet de aanvraag voor deze maand uiterlijk tegen 15 juni 2020 worden ingediend.
De erkende dienstenchequeonderneming voegt bij haar aanvraag een Excel-bestand dat op de website van de administratie ter beschikking wordt gesteld en verplicht de volgende gegevens moet bevatten:
- naam, voornaam, adres en INSZ-nummer van elke werknemer die tijdelijk werkloos werd gesteld tijdens de periode van 18 maart 2020 tot en met 30 april 2020;
- het maandelijks totaal van de uren tijdelijke werkloosheid die voor elk van hen werden aangegeven.
De erkende dienstenchequeonderneming moet bij haar aanvraag ook de aangiften sociaal risico (ASR-aangiften) voegen die bij de sociale zekerheid voor elke werknemer werden ingediend en alle uren tijdelijke werkloosheid groepeert die voor de betrokken periode werden aangegeven.
In geval van moeilijkheden bij de aangiften van sociaal risico (ASR-aangiften) heeft de werkgever tevens de mogelijkheid om de loonbrief van de werknemer voor te leggen, op voorwaarde dat het aantal uren tijdelijke werkloosheid ingevolge van overmacht erop wordt vermeld.
Bovendien moeten de erkende dienstencheque-ondernemingen een bedrijfsvoorheffing van 26,75 % inhouden (zoals voor tijdelijke werkloosheidsuitkeringen) wat neerkomt op een netto-uitkering van 1,83 EUR.
Wanneer de aanvraag door de administratie wordt aanvaard, ontvangt het bedrijf een bedrag dat overeenstemt met de uren tijdelijke werkloosheid van de personeelsleden die voldoen aan de voorwaarden. Het wordt vergezeld met een Excel-document met daarop het INSZ-nummer van de huishoudhulp en het aan hem/haar te betalen bedrag.
-
Verhoging van de regionale tussenkomst
Tot slot wordt ook het bedrag van de regionale tussenkomst tijdelijk verhoogd met 2 EUR (namelijk 16,60 EUR in plaats van 14,60 EUR per cheque).
Deze verhoging is van toepassing op dienstencheques die aan de erkende ondernemingen worden terugbetaald voor prestaties die tijdens de periode van 18 maart tot en met 30 april 2020 werden verricht.
Om de verhoogde tussenkomst te bekomen, moeten de dienstencheques uiterlijk tegen 30 juni 2020 aan de uitgiftemaatschappij voor terugbetaling worden aangeboden.
Bovendien laat deze steun toe om een minimale dienstverlening te verzekeren voor personen die het meest afhankelijk zijn van dienstencheque-activiteiten, in het bijzonder om hun huishoudelijke boodschappen te doen.