40 Deeltijdse arbeid

Paritair (sub-)Comité nr.:
311.00.00-00.00

Bijwerking: 19/11/2015
Geldig vanaf: 01/01/2012
Geldig tot: 31/12/2015

Minimum wekelijkse arbeidsduur:

  • Principe: 18u/week
  • Ingeval van tijdskrediet: mogelijk 17,5 u/week
  • Mogelijkheid van -18u-contracten:

    • onder de voorwaarden van KB van 21/12/1992 : mededeling van aantal contracten, plaats van tewerkstelling, wekelijks arbeidsstelsel en uurrooster van werknemers die minder dan 12u./week werken, aan ondernemingsraad, of bij gebreke hiervan aan syndicale afvaardiging, of bij gebreke hiervan aan vakorganisaties
    • maximaal 5% waarvan maximaal 2,5% in contracten voor bepaalde duur
    • Bedrijfs-CAO kan afwijkende regeling voorzien voor    -12u-contracten

Voor de deeltijdsen met een contract van max. 24u/week: recht op 4- dagenweek

Recht op contractverhoging:

  • vanaf 01/10/2005: werknemers met anciënniteit van 18 maanden mogen een wijziging van hun contractuele arbeidsduur vragen van 18u of 19u naar 20u.
  • vanaf 01/01/2006: in de winkels met minstens 12 werknemers kunnen werknemers met anciënniteit van 3 jaar een wijziging van hun contractuele arbeidsduur vragen van 20u of 21u naar 22u mits een flexibiliteit van +2u/-2u (of +4u met akkoord van werknemer). Er moet minstens 18 maanden liggen tussen de verhoging naar 20u en de verhoging naar 22u.
  • vanaf 01/06/2012: in de winkels met minstens 12 werknemers kunnen werknemers met anciënniteit van 5 jaar een wijziging van hun contractuele arbeidsduur vragen van 22u of 23u naar 24u mits een flexibiliteit van +2u/-2u (of +4u met akkoord van werknemer). Er moet minstens 2 jaar liggen tussen de verhoging naar 22u en de verhoging naar 24u.

In het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken werd op 11 januari 2012 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het deeltijds werk.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

HOOFDSTUK I - TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair comité voor de grote kleinhandelszaken.

HOOFDSTUK II - MINIMALE WEKELIJKSE ARBEIDSDUUR

Artikel 2

De wekelijkse arbeidsduur moet minstens achttien uur bedragen, behalve in het geval van de afwijkingen die voorzien zijn in het volgende artikel.

Artikel 3

Het is mogelijk af te wijken van het vorige artkel onder de volgende voorwaarden:

1) in geval van tijdskrediet kan de wekelijkse arbeidsduur 17,5 uur bedragen;

2) a) de overeenkomsten die een wekelijkse arbeidsduur voorzien van minder dan achttien uur, mogen enkel overeenkomsten voor onbepaalde duur zijn die beantwoorden aan de voorwaarden voorzien bij artikel 1, eerste alinea, 3° van het koninklijk besluit van 21 december 1992 betreffende de afwijkingen van de minimale wekelijkse arbeidsduur van de deeltijdse tewerkgestelde werknemers vastgesteld bij artikel 11 bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Commentaar : de voorwaarden voorzien bij artikel 1, eerste alinéa, 3° van het koninklijk besluit van 21 december 1992 zijn de volgende:

  1. de in de arbeidsovereenkomst voorziene prestaties moeten verricht worden volgens een vast uurrooster dat vermeld is in de arbeidsovereenkomst en in het arbeidsreglement;
  2. de arbeidsovereenkomst bepaalt dat bijkomende prestaties uitgesloten zijn behalve wanneer zij rechtstreeks voorafgaan aan of volgen op de in de arbeidsovereenkomst vermelde prestaties;
  3. de arbeidsovereenkomst bepaalt dat de prestaties, die verricht worden boven de grenzen vastgelegd in de arbeidsovereenkomst recht geven op een vermeerdering van loon, zoals bepaald bij artikel 29, §1, van de Arbeidswet van 16 maart 1971;
  4. een kopie van de arbeidsovereenkomst moet gezonden worden aan de dienst van de Inspectie van de Sociale Wetten die bevoegd is voor de werkplaats waar de werknemer hoofdzakelijk tewerkgesteld is.

Het is evenwel toegelaten af te wijken van de laatste voorwaarde voorzien bij artikel 1, eerste alinea, 3° van dat koninklijk besluit middels mededeling van het aantal contracten, van de plaats van tewerkstelling, van het wekelijks arbeidsstelsel en van het uurrooster voor de werknemers die minder dan twaalf uren per week presteren, aan de ondernemingsraad, of indien deze niet bestaat aan de syndicale afvaardiging of indien deze niet bestaat aan de vakorganisaties;

Commentaar: deze laatste voorwaarde is dat een kopie van de arbeidsovereenkomst moet gezonden worden aan de dienst van de Inspectie van de Sociale Wetten die bevoegd is voor de werkplaats waar de werknemer hoofdzakelijk tewerkgesteld is.

b) In afwijking van de voorwaarde van punt 2 a) om tewerkgesteld te zijn met een contract van onbepaalde duur, is het mogelijk werknemers tewerk te stellen in een contract van bepaalde duur op voorwaarde dat de totale tewerkstelling middels deze contracten de helft niet overschrijdt van het onder punt 3 voorziene maximumpercentage van 5 %, overeenkomsten voor tewerkstelling van studenten inbegrepen.

Ter opvolging van de naleving van deze voorwaarde zal het aantal per winkel evenals de ratios ad hoc maandelijks worden meegedeeld aan de ondernemingsraad.

3) het uurvolume van de arbeidsovereenkomsten die een arbeidsduur voorzien van minder dan achttien uur per week, mag de 5 %van het volume van de uren die contractueel voorzien zijn in het geheel van de contracten voor onbepaalde duur en van de startbaanovereenkomsten niet overschrijden;

4) een minimum van één arbeidsovereenkomst lager dan achttien uur wordt nochtans gegarandeerd per winkel;

5) het schoonmaakpersoneel wordt niet in rekening genomen voor de berekening van het quotum van 5 %;

6) het quotum van 5 % moet bereikt worden op 31 december 1991 of op een andere datum vast te stellen bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van de onderneming volgens de bepalingen van de wet van 5 december 1968.

Commentaar: 31 december van het betrokken jaar indien later dan 1991.

Artikel 4

De mogelijkheden om in afwijking van artikel 11 bis van de Wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978, werknemers tewerk te stellen in een deeltijdse arbeidsovereenkomst met een arbeidsduur die lager ligt dan een derde van een voltijdse betrekking, kunnen worden uitgebreid door een collectieve arbeidsovereenkomst op het niveau van het bedrijf.

HOOFDSTUK III - INDIVIDUEEL RECHT OP VERHOGING VAN DE ARBEIDSDUUR

3.1. Individueel recht op verhoging van de arbeidsduur na 18 maanden

Artikel 5

§1. De deeltijdse werknemers met een anciënniteit in de onderneming van 18 maanden en met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur van 18 of 19 uur per week, die hiervoor een schriftelijke aanvraag doen, hebben een individueel recht tot verhoging van de overeengekomen arbeidsduur tot 20 uur per week, in een variabel uurrooster.

3.2. Individueel recht op verhoging van de arbeidsduur na 3 jaar in winkels met minstens 12 werknemers

§2. De deeltijdse werknemers met een anciënniteit van drie jaar in de onderneming en met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur van 20 uur of 21 uur per week, die zijn tewerkgesteld in winkels of vestigingen met 12 werknemers of meer en die hiertoe een schriftelijke aanvraag doen, hebben een individueel recht tot verhoging van de overeengekomen arbeidsduur tot 22 uur per week, onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten zoals gedefinieerd in die hierna volgende leden.

  1. in het kader van een flexibel arbeidsregime:
    Werknemers die gebruik maken van het recht op verhoging van hun arbeidsduur tot 22u, zullen tewerkgesteld worden in een arbeidsregime, waarin deze arbeidsduur gemiddeld op jaarbasis wordt vastgesteld.
    In dit regime gelden varia bele uurroosters met een schommelingsmarge ten opzichte van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 22u van:
    - maximum twee uren of, met akkoord van de werknemer, vier uren naar boven toe en;
    - maximum twee uren naar beneden toe.
    De arbeidsprestaties worden dus geleverd door middel van uurroosters van minimum 20u en maximum 24u of, met akkoord van de werknemer, maximum 26u.
    Deze maatregelen doen geen afbreuk aan bestaande flexibiliteitsakkoorden op ondernemingsvlak.
  2. Mededeling van de uurroosters:
    De mededeling van de uurroosters die zijn opgesteld in het kader van dit artikel, moet gebeuren zoals dit voor alle andere uurroosters in de onderneming het geval is.
  3. De werknemers die worden tewerkgesteld in een in deze paragraaf beschreven flexibel arbeidsregime, worden bij volledige tewerkstelling een constant maandelijks salaris uitbetaald op basis van een wekelijkse arbeidsduur van 22u.
  4. Geen cumul met verhogingsrecht uit artikel 5, §1 van deze CAO
    Tussen de uitoefening van het recht voorzien in artikel 5, §1 van deze CAO en de uitoefening van het recht voorzien in artikel 5, §2 van deze CAO, dient minstens 18 maanden verstreken te zijn.

3.3. Individueel recht op verhoging van de arbeidsduur na 3 jaar in winkels met minder dan 12 werknemers

§3. Vanaf 1 juni 2012 hebben de deeltijdse werknemers met een anciënniteit van drie jaar in de onderneming en met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur van 20 uur of 21 uur per week, die zijn tewerkgesteld in winkels of vestigingen met minder dan 12 werknemers en die hiertoe een schriftelijke aanvraag doen, een individueel recht tot verhoging van de overeengekomen arbeidsduur tot 22 uur per week, onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten zoals gedefinieerd in die hierna volgende leden.

  1. in het kader van een flexibel arbeidsregime:
    Werknemers die gebruik maken van het recht op verhoging van hun arbeidsduur tot 22u, zullen tewerkgesteld worden in een arbeidsregime, waarin deze arbeidsduur gemiddeld op jaarbasis wordt vastgesteld.
    In dit regime gelden variabele uurroosters met een schommelingsmarge ten opzichte van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 22u van:
    - maximum twee uren of, met akkoord van de werknemer, vier uren naar boven toe en;
    - maximum twee uren naar beneden toe.
    De arbeidsprestaties worden dus geleverd door middel van uurroosters van minimum 20u en maximum 24u of, met akkoord van de werknemer, maximum 26u.
    Deze maatregelen doen geen afbreuk aan bestaande flexibiliteitsakkoorden op ondernemingsvlak.
  2. Mededeling van de uurroosters:
    De mededeling van de uurroosters die zijn opgesteld in het kader van dit artikel, moet gebeuren zoals dit voor alle andere uurroosters in de onderneming het geval is.
  3. De werknemers die worden tewerkgesteld in een in deze paragraaf beschreven flexibel arbeidsregime, worden bij volledige tewerkstelling een constant maandelijks salaris uitbetaald op basis van een wekelijkse arbeidsduur van 22u.
  4. Geen cumul met verhogingsrecht uit artikel 5, §1 van deze CAO:
    Tussen de uitoefening van het recht voorzien in artikel 5, §1 van deze CAO en de uitoefening van het recht voorzien in artikel 5, §3 van deze CAO, dient minstens 18 maanden verstreken te zijn.
  5. Binnen eenzelfde periode van 12 kalendermaanden is de werkgever niet verplicht meer dan 3 contractverhogingen per winkel toe te staan. De voorrang wordt vastgesteld op basis van de anciënniteit.

3.4. lndividueel recht op verhoging van de arbeidsduur na 5 jaar in winkels met minstens 12 werknemers

§4. Vanaf 1 juni 2012 hebben de deeltijdse werknemers met een anciënniteit van vijf jaar in de onderneming en met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur van minstens 22 uur per week, die zijn tewerkgesteld in winkels of vestigingen met 12 werknemers of meer en die hiertoe een schriftelijke aanvraag doen, een individueel recht tot verhoging van de overeengekomen arbeidsduur tot 24 uur per week, onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten zoals gedefinieerd in die hierna volgende leden.

  1. in het kader van een flexibel arbeidsregime:
    Werknemers die gebruik maken van het recht op verhoging van hun arbeidsduur tot 24u, zullen tewerkgesteld worden in een arbeidsregime, waarin deze arbeidsduur gemiddeld op jaarbasis wordt vastgesteld.
    In dit regime gelden variabele uurroosters met een schommelingsmarge ten opzichte van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 24u van:
    - maximum twee uren of, met akkoord van de werknemer, vier uren naar boven toe en;
    - maximum twee uren naar beneden toe.
    De arbeidsprestaties worden dus geleverd door middel van uurroosters van minimum 22u en maximum 26u of, met akkoord van de werknemer, maximum 28u.
    Deze maatregelen doen geen afbreuk aan bestaande flexibiliteitsakkoorden op ondernemingsvlak.
  2. Mededeling van de uurroosters:
    De mededeling van de uurroosters die zijn opgesteld in het kader van dit artikel, moet gebeuren zoals dit voor alle andere uurroosters in de onderneming het geval is.
  3. De werknemers die worden tewerkgesteld in een in deze paragraaf beschreven flexibel arbeidsregime, worden bij volledige tewerkstelling een constant maandelijks salaris uitbetaald op basis van een wekelijkse arbeidsduur van 24u.
  4. Geen cumul met verhogingsrechten uit artikel 5, §1 en §2 van deze CAO:
    Tussen de uitoefening van het recht voorzien in artikel 5, §2 van deze CAO en de uitoefening van het recht voorzien in artikel 5, § 4 van deze CAO, dient minstens 2 jaar verstreken te zijn.

3.5. Uitzondering

§5. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die daartoe op ondernemingsvlak een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.

HOOFDSTUK IV - MINIMALE DAGELIJKSE ARBEIDSDUUR

Artikel 6

Vanaf 1 januari 2012 hebben de werknemers met 5 jaar anciënniteit in de onderneming een individueel recht op een minimale dagelijkse arbeidsduur van 4 uur.

HOOFDSTUK V - SLOTBEPALINGEN

Artikel 7

De CAO van 23 juni 2009 met betrekking tot het deeltijds werk wordt opgeheven op 1 januari 2012.

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2012 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Ze kan herzien of opgezegd worden op vraag van de meest gerede partij mits het betekenen van een vooropzeg van drie maanden gericht bij een ter post aangetekende brief aan de Voorzitter van het Paritair comité voor de grote kleinhandelszaken.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
11/01/2012
Registratienr
108129
Geldig van
01/01/2012
Geldig tot
01/01/2016
Neerleggingsdatum
19/01/2012
Registratiedatum
31/01/2012
Onderwerp
deeltijdse arbeid
BS Bericht van neerlegging
13/02/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
01/03/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
25/07/2013
Keywords
ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT

Historiek
01/01/2023 31/12/2050 40 Deeltijdse arbeid
01/01/2016 31/12/2022 40 Deeltijdse arbeid
01/01/2012 31/12/2015 40 Deeltijdse arbeid
01/04/2009 31/12/2011 40 Deeltijdse arbeid
01/10/2005 31/03/2009 40 Deeltijdse arbeid
01/07/2003 30/09/2005 40 Deeltijdse arbeid
01/07/2003 30/06/2003 40 Deeltijdse arbeid
01/01/2002 30/06/2003 40 Deeltijdse arbeid
01/05/1991 31/12/2001 40 Deeltijdse arbeid