2801 28 Tijdskrediet (loopbaanonderbreking)

Paritair (sub-)Comité nr.:
311.00.00-00.00

Bijwerking: 25/02/2002
Geldig vanaf: 01/01/2002
Geldig tot: 31/12/2001

In het Paritair Comité voor de voedingsbedrijven met talrijke bijhuizen (PC 202), voor de grote kleinhandelszaken (PC 311) en voor de  warenhuizen (PC 312) werd op 19 december 2001 een protocolakkoord gesloten.

De tekst van dit protocolakkoord moet nog worden omgezet in een collectieve arbeidsovereenkomst in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken

Wij geven U hierna bij wijze van informatie de bepalingen van dit protocolakkoord betreffende het tijdskrediet gevolgd door een commentaar. Voor de algemene reglementering, zie onze interprofessionele documentatie onder nr. 356.

 

1. Bepalingen van het sectoraal akkoord betreffende het tijdskrediet

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers uit de Paritaire Comités voor de levensmiddelenfiliaalbedrijven (PC 202), voor de grote kleinhandelszaken (PC 311) en voor de warenhuizen (PC 312) tenzij uitdrukkelijk anders bepaald.

HOOFDSTUK II - Tijdskrediet

2.1.    Kader

De hieronder vastgestelde bepalingen worden toegevoegd aan de regels van de CAO nr. 77 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gesloten in de Nationale arbeidsraad op 14 februari 2001.

2.2.    Rechthebbenden

De werknemers hebben volgens de hierna bepaalde modaliteiten, recht op tijdskrediet.

Het uitvoerend personeel heeft recht op alle vormen van tijdskrediet voorzien in CAO nr. 77.

Het niet-uitvoerend personeel heeft recht op de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst, in toepassing van artikel 3 §1 1° van de CAO nr. 77.

Het niet-uitvoerend personeel van 50 jaar of meer, heeft recht op een loopbaanvermindering met 1/5 zoals voorzien in artikel 9 §1 1° van CAO nr. 77 en op een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking zoals voorzien in artikel 9 §1 2° van CAO nr. 77, mits instemming van de werkgever met de individuele aanvraag.

Het niet-uitvoerend personeel jonger dan 50 jaar heeft in toepassing van artikel 2 §3 van de CAO nr. 77 geen recht op vermindering van arbeidsprestaties, zoals voorzien in artikel 3 §1 2° (vermindering tot halftijds beneden de 50 jaar), en artikel 6 van dezelfde CAO (vermindering van de prestaties met 1/5 beneden de 50 jaar).

2.3.    Organisatieregels

De werknemers van 50 jaar of ouder hebben, zonder beperking in het percentage voorzien in artikel 15 §1, recht op een vermindering van de arbeidsprestaties zoals voorzien in artikel 9 §1, 1° (vermindering van de prestaties met 1/5) en 2° (vermindering van de prestatie tot een halftijdse betrekking) van de CAO nr. 77.

Werknemers van 50 jaar of ouder, die genieten van een vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5 of tot een halftijdse betrekking, worden niet meegerekend voor de vaststelling van het percentage, vermeld n artikel 15, §1 van de CAO nr. 77 (5 %).

De werknemers die op 31 december 2001 in loopbaanonderbreking zijn, worden, in de ondernemingen die op die datum meer dan 5 % loopbaanonderbrekers hebben, niet in aanmerking genomen voor de berekening van de limiet van 5 % voor tijdskrediet. Vanaf 1 januari 2002 wordt aldus in die ondernemingen een nieuwe telling vanaf nul geactiveerd voor het bereiken van de limiet van 5 % tijdskrediet.

2.4.    Vervangers in het stelsel van de loopbaanonderbreking

De duur van de contracten zal behouden blijven voor de vervangers van de werknemers die in toepassing van de reglementering op de loopbaanonderbreking hun loopbaan geheel of gedeeltelijk hebben onderbroken en waarvan de onderbreking nog doorloopt in 2002.

2.5.    Duur

Het recht op voltijds tijdskrediet, zoals voorzien in artikel 3, §1, 1° en 2° van de CAO nr. 77, wordt in toepassing van §2 van hetzelfde artikel verlengd van 1 tot 5 jaar over de gehele loopbaan.

Het recht op de vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking zoals voorzien in artikel 9 §1 2° van CAO nr. 77, wordt in toepassing van §2 van hetzelfde artikel verlengd van 1 tot 5 jaar over de gehele loopbaan.

2.6. Reïntegratie

Na afloop van de periode van uitoefening van de rechten zoals bepaald in de artikelen 3, 6 en 9 van de CAO 77, heeft de werknemer in toepassing van artikel 20 §1 CAO nr. 77 het recht terug te keren naar zijn functie of, wanneer dit niet mogelijk is, naar een gelijkwaardige of vergelijkbare functie conform zijn arbeidsovereenkomst. Ook de plaats van tewerkstelling kan verschillend zijn.

2.7.    Verlengingen na 1 jaar

Verlengingen van het recht op voltijds of halftijds tijdskrediet, zoals voorzien in artikel 3, §1, 1° en 2° van de CAO nr. 77, boven de termijn van één jaar, dienen minstens twaalf maanden te bedragen.

Op vraag van de werknemer, zal gedurende de vier jaren volgend op het eerste jaar tijdskrediet, toch ten hoogste tweemaal een verlenging met zes maanden toegestaan worden.

De aanvraag om het recht op tijdskrediet te verlengen dient drie maanden vooraf schriftelijk te gebeuren.

2.8.    Toeslag

In geval van vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking door de werknemers van 50 jaar of meer, zoals voorzien bij artikel 9 §1, 2° CAO nr. 77, zullen door de Sociale Fondsen voor de levensmiddelenfiliaalbedrijven, de grote kleinhandelszaken en de warenhuizen toeslagen betaald worden, binnen de volgende voorwaarden:

-         Het bedrag van de toeslag in het Paritair Comité 311 wordt opgetrokken tot 148,74 EUR per maand. Het bedrag van de toeslag wordt in de Paritaire Comités 202 en 312 behouden op 148,74 EUR per maand.

-         De betrokken werknemers moeten hun loopbaan in de onderneming minstens een anciënniteit hebben van 5 jaar in een arbeidsregime van 27 uur per week of meer (waaronder de volledige periode van de twaalf maanden voorafgaand aan het begin van het tijdskrediet).

-         Het tijdskrediet moet definitief zijn.

-         De betrokken werknemer moet zich ertoe verbinden zijn pensioen ten laatste te nemen op de wettelijke minimumleeftijd.

-         De betrokken werknemer moet een variabel uurrooster aanvaarden.

-         Deeltijdse werknemers, die in het kader van het stelsel van het tijdskrediet hun prestaties verminderen tot een halftijdse betrekking hebben recht op de toeslag van 148,74 EUR naar verhouding van hun prestaties volgens het volgende systeem: 148,74 EUR x [(aantal uren per week, voorzien in de arbeidsovereenkomst —17,5) /17,5].

-         Voorbeeld: een werknemer met een arbeidsduur van 30 uur per week, ontvangt een toeslag van 148,74 EUR x [(30 — 17,5) /17,5] = 106,24 EUR per maand.

-         De verbintenis tot het betalen van een toeslag vervalt, wanneer er een bijdrage (sociale zekerheidsbijdrage of andere) op zou verschuldigd zijn.

-         De financiering en de praktische organisatie van de betaling van deze toeslagen via de sociale fondsen wordt behouden. De opbrengst van de bijdrage ten voordele van de tewerkstelling wordt bij voorrang voor dit initiatief aangewend.

De andere opdrachten van de verschillende sociale fondsen blijven behouden.

2.9.    Aanmoedigingspremies van de Vlaamse regering

De sociale partners binnen de drie betrokken paritaire comités, wensen in het kader van dit akkoord aan de beleidsvoerders een duidelijk signaal te geven inzake de Vlaamse aanmoedigingspremies voor het tijdskrediet.

Meer bepaald wijzen de sociale partners op de gevaren van een ongelijke evolutie tussen de regio's inzake sociale regelgeving en op de sociale onevenwichten die dit tot gevolg kan hebben bij het personeel van de betrokken ondernemingen. Zij verbinden zich ertoe om de aandacht van de overheden op deze gevaren te wijzen.

2.10.  Informatie en overleg inzake tewerkstelling

Met respect van de bevoegdheden van de syndicale afvaardiging zoals vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst n° 5 en de verschillende sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot het statuut van de syndicale afvaardiging gesloten in de Paritaire Comités 202, 311 en 312, wordt in het kader van de discussie en het overleg over de evolutie van de tewerkstelling, per trimester, een dubbele informatie per zetel overgemaakt door de ondernemingen aan de ondernemingsraden:

-         het aantal personen die tijdskrediet nemen en het volume uren dat dit voorstelt voor de globale onderneming;

-         het aantal deeltijdse werknemers (18/20) die een arbeidsduurverhoging genieten en het volume uren dat dit voorstelt voor de globale onderneming.

Deze beide informaties zullen globaal en voor elke zetel afzonderlijk gegeven worden.

2.11. Geldingsduur van de bepalingen inzake tijdskrediet

De hierboven vastgestelde regels inzake tijdskrediet en de vermindering van de arbeidsprestaties, bedoeld in de artikelen 3, 6 en 9 van de CAO nr. 77, worden vastgesteld voor een periode van drie jaar

 

(…)

9. Duur

 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, tenzij anders bepaald. Zij treedt in werking op 1 januari 2002 en eindigt op 31 maart 2003.

 

2. Commentaar

 

Het interprofessionele stelsel van het tijdskrediet is volledig van toepassing (zie onze infonota « Tijdskrediet »,  nr. 356, A/0266).

 

Het PC 311 heeft evenwel bijzondere schikkingen getroffen inzake tijdskrediet, die afwijken van het suppletieve stelsel van de CAO nr. 77 bis die in de NAR werd gesloten op interprofessioneel niveau en waarover hieronder een commentaar volgt.

 

N.B. : met het oog op de leesbaarheid hebben de sociale partners de collectieve arbeidsovereenkomst nr.77 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, afgeschaft en vervangen door de collectieve overeenkomst  nr. 77 bis gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 2001. Deze CAO neemt de tekst over van de CAO nr. 77 gesloten op 14 februari 2001 en ze bevat bovendien enige verduidelijkingen en een commentaar.

 

 

1. Geen recht op vermindering van de arbeidsprestaties tot halftijds of tot 4/5 voor de werknemers jonger dan 50 die tot het niet-uitvoerend personeel behoren

1.1. Herhaling van het interprofessionele stelsel

De CAO nr. 77 bis geeft de werknemers drie manieren om het recht op tijdskrediet uit te oefenen:

-        het recht op tijdskrediet in de strikte zin (totale schorsing van de arbeidsprestaties of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse tewerkstelling) ;

-         het recht op de vermindering van de prestaties tot 4/5;

-        voor de werknemers van 50 en ouder, het recht op de vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse tewerkstelling of tot 4/5.

De CAO nr. 77 bis heeft echter de mogelijkheid voorzien dat de ondernemingen en de sectoren sommige categorieën werknemers kunnen uitsluiten uit het toepassingsgebied van een van deze vormen van tijdskrediet.

1.2. Afwijkende regeling in het PC 311

Het PC 311 heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en de werknemers jonger dan 50 jaar die tot het niet-uitvoerend personeel behoren, het recht ontzegt hun arbeidsprestaties tot halftijds te verminderen of tot 4/5. Die categorie van werknemers mag dus slechts haar prestaties volledig onderbreken. De andere categorieën (werknemers van 50 jaar en ouder van het niet-uitvoerend en werknemers van het uitvoerend personeel) mogen daarentegen kiezen tussen de verschillende manieren van uitoefening van het recht op tijdskrediet zoals bepaald in de CAO nr.77 bis.

 

2. Sommige categorieën van werknemers worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de drempel van 5 % waarboven het voorkeursmechanisme in werking treedt.

 

2.1. Herhaling van het interprofessioneel stelsel

 

CAO nr.77 bis zegt dat van zodra meer dan 5% van het totaal aantal werknemers van een onderneming terzelfder tijd zijn recht op tijdskrediet, op de loopbaanvermindering of op de vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking uitoefent of wil uitoefenen, er een plannings- en voorkeursmechanisme voor de afwezigheden in werking treedt om de continuïteit van de werking van de onderneming te waarborgen.

In ondernemingen waar er minstens 10 werknemers zijn van 50 of ouder, wordt die drempel verhoogd met één eenheid per schijf van oudere werknemers.

 

Op het einde van elke maand gaat de werkgever na of de drempel van 5% overschreden is. Indien dat zo is dan past hij het voorkeursmechanisme toe om te zien wie voorrang krijgt bij de uitoefening van het recht op tijdskrediet.

Als door de werking van het voorkeursmechanisme, een werknemer naast het tijdskrediet, de loopbaanvermindering of de vermindering tot halftijds, grijpt op de door hem gewenste datum dan wordt het moment waarop zijn kennisgeving ingaat, uitgesteld tot er een plaats vrijkomt.

 

De Ondernemingsraad zegt hoe het voorkeursmechanisme zal werken. Als er geen Ondernemingsraad is, wordt het geregeld door de werkgever in overleg met de vakbondsafvaardiging. Als de onderneming geen eigen mechanisme heeft, dan is er nog altijd het vervangende mechanisme voor planning en voorkeur bepaald in de CAO nr. 77 bis. Op het einde van elke maand wordt het plannings- en voorkeursmechnisme toegepast op de aanvragen die op de 15de schriftelijk ontvangen werden. Daarna zal de werkgever aan de werknemer uiterlijk op het einde van de maand die volgt op die van de kennisgeving, de datum meedelen van waarop hij zijn recht op tijdskrediet, loopbaanonderbreking of vermindering tot een halftijdse betrekking zal kunnen uitoefenen.

 

2.2. Afwijkende regeling in het PC  311

 

De CAO nr. 77bis laat toe dat de paritaire comités de drempel van 5 % veranderen met een CAO.

Het PC 311 heeft dat gedaan door te zeggen dat:

-          de werknemers van 50 jaar en ouder die hun prestaties tot halftijds of met een vijfde verminderen niet geteld worden voor de berekening van de drempel van 5% in het tijdskrediet. Zij mogen hun prestaties onbeperkt verminderen;

N.B. : het paritair comité begunstigt bovendien de werknemer van 50 jaar en ouder door de toekenning van een aanvullende vergoeding (zie infra).

-        de werknemers die reeds in loopbaanonderbreking zijn sedert 31 december 2001 (vooravond van de inwerkingtreding van het stelsel van tijdskrediet dat het stelsel van loopbaanonderbreking vervangt) worden evenmin geteld voor de berekening van de drempel van 5 % in tijdskrediet.

 

3. Verlenging van de maximumduur van het tijdskrediet in de strikte zin tot 5 jaar

3.1. Herhaling van het interprofessionele stelsel

 

De CAO nr.77 bis van de NAR bepaalt de duur van uitoefening door de werknemers van het recht op tijdskrediet in de strikte zin (dit wil zeggen hun arbeid volledig onderbreken of verminderen tot een halftijdse tewerkstelling).

Die duur bedraagt minimum 3 maand en maximum een jaar.

3.2. Afwijkend stelsel in het PC  311

 

De CAO nr. 77 bis laat aan de paritaire comités toe de maximumduur van het recht op tijdskrediet met een CAO te verlengen zonder 5 jaar over heel de loopbaan te mogen overschrijden.

Het PC 311 heeft van die mogelijkheid gebruik gemaakt door de maximumduur van het recht op het tijdskrediet in strikte zin (totale schorsing van de arbeid of vermindering ervan tot een halftijdse tewerkstelling) te verlengen tot 5 jaar over heel de loopbaan.

De verlengingen van de totale schorsing van de arbeid of van de vermindering tot halftijds na één jaar, moeten minstens 12 maanden duren. Op verzoek van de werknemer kunnen twee verlengingen van 6 maanden worden toegestaan in de 4 jaar die volgen op het eerste jaar tijdskrediet.

De aanvragen van verlenging van het tijdskrediet moeten minstens 3 maanden vooraf schriftelijk gedaan worden.

 

4. Bijkomende onderbrekingsuitkering

De werknemers van 50 jaar of ouder met een tijdskrediet die hun arbeid halveren hebben recht op een aanvullende onderbrekingsuitkering ten laste van het fonds.

Deze aanvullende uitkering bedraagt 148,74 EUR per maand in functie van de prestaties van de werknemer, volgens de onderstaande formule:

148,74 EUR. x (aantal werkuren per week bepaald in de arbeidsovereenkomst - 17,5)

17,5

Om recht te hebben op deze aanvulling moet de werknemer de volgende voorwaarden vervullen:

-        de werknemers moet minstens 5 jaar in de onderneming gewerkt hebben in een arbeidsregime van 27 uur per week of meer (waaronder de volledige periode van de twaalf maanden voorafgaand aan het begin van het tijdskrediet) ;

-        het tijdskrediet moet definitief zijn;

-        de werknemer moet een variabel uurrooster aanvaarden;

-        de werknemer moet zich ertoe verbinden zijn pensioen uiterlijk op de wettelijke minimumleeftijd te nemen.

-         de betrokken werknemer moet een variabel uurrooster aanvaarden.

 

5. Informatie over de tewerkstelling

Elk kwartaal deelt de werkgever aan de Ondernemigsraad mee:

-        het aantal werknemers met tijdskrediet en het aantal uren dat zulks globaal voor de onderneming vertegenwoordigt;

-        het aantal deeltijdse werknemers die de verhoging van het aantal uren genieten en het aantal uren dat zulks globaal voor de onderneming vertegenwoordigt. De deeltijdse werknemers die contractueel 18 uren per week hebben, zijn gerechtigd schriftelijk de verhoging van hun urenaantal tot 20 uren per week in een veranderlijke uurregeling aan te vragen. Deze deeltijdse werknemers kunnen dergelijke aanvraag doen vanaf 1 december 2002 voor zover zij al 5 jaar in de onderneming werken en vanaf 1 december 2003 als zij al 3 jaar in de onderneming werken (zie omzendbrief Hfdst 40 over de deeltijdse werk).

 

Deze twee getallen worden globaal en voor elke zetel afzonderlijk gegeven.


Historiek
01/07/2023 31/10/2025 2801 Tijdskrediet met motief
01/01/2022 30/06/2023 2801 Tijdskrediet met motief
01/07/2019 31/12/2021 2801 Tijdskrediet met motief
01/07/2017 30/06/2019 2801 Tijdskrediet met motief
01/07/2015 30/06/2017 2801 Tijdskrediet met motief
01/07/2013 30/06/2015 2801 Tijdskrediet met motief
30/06/2011 30/06/2013 2801 28 Tijdskrediet
01/04/2009 30/06/2011 2801 28 Tijdskrediet
01/04/2007 31/03/2009 2801 28 Tijdskrediet
01/04/2005 31/03/2007 2801 28 Tijdskrediet
01/07/2003 31/03/2005 2801 28 Tijdskrediet
01/01/2002 31/12/2004 2801 28 Tijdskrediet (loopbaanonderbreking)
01/01/2002 31/12/2001 2801 28 Tijdskrediet (loopbaanonderbreking)
01/01/1997 31/12/2001 2801 28 Loopbaanonderbreking