1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
Paritair (sub-)Comité nr.:
311.00.00-00.00
Bijwerking: 17/02/2020
Geldig vanaf: 01/01/2020
Geldig tot: 31/12/2021
Openbaar vervoer:
- Loonplafond: neen.
- Minimale afstand: neen (vanaf 01/01/2020).
- Bedrag:
- trein: 80 % gemiddeld van de prijs van een treinkaart;
- andere:
- prijs in verhouding tot de afstand: volgens de intersectorale barema, zonder 80 % van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden;
- eenheidsprijs: 80 % van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder het bedrag van de intersectorale barema voor een afstand van 7 km te overschrijden.
Privé-vervoer:
- Loonplafond: 35.000 EUR.
- Minimale afstand: 2 km.
- Bedrag: 75 % gemiddeld van de prijs van een treinkaart.
Fiets:
- Loonplafond: neen.
- Minimale afstand: neen.
- Bedrag: 0,24 EUR/km (vanaf 01/01/2020).
In het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken werd op 23 september 2019 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers (nr. 154513/CO/311).
1. Gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen
Een tussenkomst van de werkgevers in de vervoerkosten wordt toegekend aan de werknemers die regelmatig een openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel gebruiken.
Wat het door de NMBS georganiseerde vervoer betreft, is de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten gelijk aan 80 % gemiddeld van de prijs van de treinkaart in 2de klasse voor een overeenstemmende afstand (bijlage 1).
Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, zal de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten:
-
wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, is de bijdrage van de werkgever gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een overeenstemmende afstand, zonder evenwel 80 % van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden;
-
wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 80 % van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een afstand van 7 km te overschrijden.
Ingeval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - zal de bijdrage van de werkgever gelijk zijn aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement, zoals hoger bepaald.
In elk ander geval, dat de werknemer meer dan één gemeenschappelijk vervoermiddel gebruikt dan voorzien in het vorige artikel, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend:
-
nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, waarvan de werknemer gebruik maakt, de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 2, 3 en 4 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen.
De bijdrage van de werkgever in de door de werknemers gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden, voor de werknemers met een maandabonnement of ter gelegenheid van de betaalperiode die in de onderneming gebruikelijk is voor de vervoerbewijzen voor een week geldig zijn.
De werknemers leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld een gemeenschappelijk openbaar vervoer benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; bovendien preciseren zij, indien mogelijk, het aantal effectief gereden kilometers. Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede te delen. De werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.
De tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten zal betaald worden op voorlegging van de vervoerbewijzen, uitgereikt door de NMBS en/of andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer.
2. Persoonlijk vervoermiddel
Een tussenkomst van de werkgevers in de vervoerkosten wordt toegekend aan de werklieden alsook aan de bedienden wier totale bruto jaarwedde niet hoger ligt dan 35.000 euro en die regelmatig een persoonlijk vervoermiddel gebruiken over een effectieve afstand van ten minste 2 km.
Vanaf 1 januari 2012 zal de tussenkomst van de werkgever gelijk zijn aan 75 % gemiddeld van de prijs van de treinkaart in 2de klasse voor een overeenstemmende afstand (bijlage 2).
Behalve in het geval van het door de werkgever georganiseerde vervoer, is bij het gebruik van een persoonlijk vervoermiddel de bijdrage van de werkgever niet verplicht wanneer deze reeds een bijdrage betaalt in de kostprijs van een abonnement of treinkaart.
Werknemers die gebruik maken van een persoonlijk vervoermiddel vermelden in hun verklaring op erewoord de afgelegde afstand met het persoonlijk voertuig (bijlage 3).
Overeenkomstig artikel 9 van de CAO nr. 19octies kan de werkgever op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.
Iedere onjuiste verklaring op erewoord leidt tot de terugbetaling van de bijdragen.
In geval van adresverandering maakt de begunstigde, binnen de acht dagen, een nieuwe verklaring op erewoord op, of brengt ter kennis dat hij niet meer voldoet aan de toekenningsvoorwaarden, op straffe van de terugbetaling van de bijdragen.
3. Fietsvergoeding
Vanaf 1 januari 2020 wordt er een vergoeding van 0,24 euro per kilometer ingesteld voor de verplaatsingen per fiets ten belope van de werkelijk afgelegde afstand tussen de woonplaats en het werk.
4. Vervoer georganiseerd door de werkgever
De werkgever die een vervoersdienst voor de werknemers organiseert, neemt slechts in de persoonlijke vervoerskosten deel voor zover de werknemer ten minste 2 km moet afleggen om zich te begeven naar de plaats waar hij het vervoermiddel kan nemen dat hem ter beschikking wordt gesteld. In dat geval wordt de financiële tussenkomst berekend volgens de bovenvermelde modaliteiten.
5. Cumulatie van diverse vervoermiddelen
Wanneer de werknemer meerdere vervoermiddelen gebruikt, zal de bijdrage van de werkgever berekend worden op basis van de bepalingen beschreven onder punt 1 voor het gemeenschappelijk openbaar vervoer met uitzondering van het treinvervoer.
6. Slotbepalingen
Gunstigere bepalingen die het gevolg zijn van bijzondere overeenkomsten blijven bestaan maar kunnen niet met de bepalingen van de CAO nr. 154513 gecumuleerd worden.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
23/09/2019 |
Registratienr
154513 |
Geldig van
01/01/2020 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
27/09/2019 |
Registratiedatum
17/10/2019 |
||
Onderwerp
terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers |
|||
BS Bericht van neerlegging
04/11/2019 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
07/01/2020 |
Gepubliceerd in het B.St. van
26/02/2020 |
||
Keywords
VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2022 | 31/12/2050 | 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels |
01/01/2020 | 31/12/2021 | 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels |
01/01/2014 | 31/12/2019 | 1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerkosten |
01/01/2012 | 31/12/2013 | 1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerkosten |
01/07/2009 | 31/12/2011 | 1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerkosten |
01/01/2002 | 30/06/2009 | 1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerkosten |
01/01/1993 | 31/12/2001 | 1201 12 Werkgeversbijdrage in de vervoerkosten |