0701 Wekelijkse arbeidsduur

Paritair (sub-)Comité nr.:
311.00.00-00.00

Bijwerking: 19/05/2020
Geldig vanaf: 01/01/2016
Geldig tot: 31/12/2019

Wekelijkse arbeidsduur

De wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld op 35 uur gespreid over max. 5 dagen (of 36 u/week en 6 compensatiedagen).

Overloon

Overuren vanaf 9 uur/dag en/of 35 uur/week

Overloon: vanaf 36 uren per week

4- en 5-dagenweek

De wekelijkse arbeidsduur wordt gespreid over een maximum van 5 dagen per week. Voor de deeltijdsen met een contract van max. 24u/week: mogelijk 4-dagenweek

Flexibele arbeidsregimes

De wekelijkse arbeidsduur kan gedurende maximum drie maanden (splitsbaar per volledige maand) per jaar 40 uur/week bedragen ofwel voor het geheel, ofwel voor een gedeelte van de diensten van de onderneming.

Beurtrolverlof-zaterdagen-individueel recht op vrije weekends

Winkels met meer dan 5 personen

Elke individuele werknemer heeft het recht om aan zijn werkgever de vrijstelling van prestaties te vragen gedurende 8 weekends op een kalenderjaar.

Bij een onvolledig kalenderjaar (bv. jaar van indiensttreding) heeft de werknemer recht op een pro rata op basis van de periode van tewerkstelling in dat kalenderjaar.

Winkels tot en met 5 personen

  • voltijdse werknemer met COD: recht op 5 beurtrolverlofdagen op zaterdag /jaar;
  • deeltijdse werknemer met COD: recht op 3 beurtrolverlofdagen op zaterdag /jaar.

Dagelijkse arbeidsduur

individueel recht op een minimale dagelijkse arbeidsduur van 4 uur als 5 jaar anciënniteit.

In het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken werd op 21 september 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de wekelijkse arbeidsduur.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

HOOFDSTUK I - TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair comité voor de grote kleinhandelszaken.

HOOFDSTUK II - WEKELIJKSE ARBEIDSDUUR EN MODALITEITEN

Artikel 2 - Arbeidsduur

De wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld op 36 uur.

Vanaf 1 januari 2001 wordt de wekelijkse arbeidsduur op 35 uur gebracht. De arbeidsduurvermindering wordt naar keuze van de werkgever doorgevoerd, hetzij door de duur van de prestaties per week te verminderen tot 35 uur, hetzij door de arbeidsduur per jaar te verminderen.

Wanneer de werkgever kiest voor de vermindering van de prestaties per week, wordt het uur arbeidsduurvermindering op één dag in de week toegekend, en niet over meerdere dagen.

Wanneer de werkgever kiest voor een arbeidsduurvermindering per jaar, doet hij dit door 6 compensatiedagen per jaar toe te kennen. De vaststelling van de data voor deze compensatiedagen, gebeurt in onderling akkoord volgens de aanvraagmodaliteiten die gelden in de onderneming voor de extra-legale verlofdagen.

De contractuele arbeidsduur van de deeltijdse werknemers blijft op 1 januari 2001 ongewijzigd.

De arbeidsduurvermindering resulteert voor de deeltijdse werknemers op 1 januari 2001 in een proportionele loonsverhoging van 2,857%.

Artikel 3 - Overloon

De weekgrens vanaf dewelke er overloon dient betaald te worden, blijft behouden op 36 uren per week.

Artikel 4 - Spreiding van de prestaties

De wekelijkse arbeidsduur wordt gespreid over een maximum van 5 dagen per week.

Deeltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor ten hoogste 24 uren per week, hebben op hun schriftelijk verzoek het recht om hun prestaties te spreiden over vier dagen per week. Deze regeling treedt in voege vanaf 1 januari 2000.

Artikel 5

De grenzen van de wekelijkse arbeidsduur kunnen vastgesteld worden op basis van een gemiddelde, waarvan de periode en de modaliteiten ondernemingsgewijze dienen bepaald te worden in overleg met de Ondernemingsraad, bij ontstentenis van deze instelling het Comité voor preventie en bescherming op het werk, bij ontstentenis van deze instelling de vakbondsafvaardiging.

Artikel 6

In afwijking van de bepalingen van artikel 5 mag, gedurende maximum drie maand per jaar, de wekelijkse arbeidsduur als bepaald in artikel 2, 40 uur/week bedragen ofwel voor het geheel, ofwel voor een gedeelte van de diensten van de onderneming.

In dat geval, hebben de werknemers recht op een gegroepeerd compensatieverlof gelijk aan het aantal uren die worden gepresteerd boven de wekelijkse arbeidsduur als bepaald in artikel 2 tot een beloop van 40 uur.

Die periode van drie maand is splitsbaar per volledige maand. De praktische modaliteiten, met name die betreffende de bepaling van de periode gedurende dewelke de wekelijkse arbeidsduur 40 uur zal bedragen, de betrokken werknemers of diensten, de spreiding van de opgedeelde periode over het jaar, het stelsel van compensatieverlof, worden vastgelegd op het vlak van de onderneming in overleg met de Ondernemingsraad; of bij ontstentenis van deze instelling het Comité voor veiligheid en gezondheid; bij ontstentenis van deze instelling de vakbondsafvaardiging; bij ontstentenis van deze instelling de gewestelijke vakorganisaties.

Artikel 7 - Aankondiging van de uurroosters

De uurroosters van de deeltijdse werknemers tewerkgesteld met een variabel uurrooster moeten tenminste drie weken op voorhand voor de vierde week meegedeeld worden.

HOOFDSTUK III - DAGELIJKSE ARBEIDSDUUR

Artikel 8 - Spreiding van de prestaties

Behalve voor het schoonmaakpersoneel mogen de dagelijkse prestaties niet korter zijn dan 3 uur.

Artikel 9

De contractuele dagelijkse prestaties van deeltijdse werknemers dienen in de loop van de dag op ononderbroken basis te geschieden.

Artikel 10

Vanaf 1 januari 2012 hebben de werknemers met 5 jaar anciënniteit in de onderneming een individueel recht op een minimale dagelijkse arbeidsduur van 4 uur.

HOOFDSTUK IV - RUSTPERIODE

Artikel 11

Tussen twee arbeidsprestaties wordt een minimale rustperiode per dag van 12 uren voorzien (uitgezonderd bijzondere en occasionele situaties zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse inventariswerken), tenzij een andere regeling overeengekomen wordt bij ondernemingsovereenkomst.

HOOFDSTUK V - BEURTROLVERLOFDAG OP ZATERDAG - INDIVIDUEEL RECHT OP VRIJE WEEKENDS

5.1. Winkels met meer dan 5 personen

Artikel 12

§1. In de winkels met meer dan 5 medewerkers heeft elke individuele werknemer het recht om aan zijn werkgever de vrijstelling van prestaties te vragen gedurende 8 weekends op een kalenderjaar (bovenop de hoofdvakantie).

Bij een onvolledig kalenderjaar (bv. jaar van indiensttreding) heeft de werknemer recht op een pro rata op basis van de periode van tewerkstelling in dat kalenderjaar.

§2. De werknemer kan het vrije weekend niet cumuleren met een inactiviteitsdag in diezelfde week, onverminderd het recht om in die week een andere vrije dag te nemen, zoals bij voorbeeld een verlofdag, een recuperatiedag of klein verlet.

Het gaat dus om een verschuiving van zijn gebruikelijke inactiviteitsdag in de week naar het weekend.

§3. De opname van de vrije weekends gebeurt in onderling overleg met de directe hiërarchische overste, die niet willekeurig kan weigeren.

5.2. Winkels tot en met 5 personen

Artikel 13

De voltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in de winkels met 5 personen of minder hebben recht op 5 beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997.

De deeltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in de winkels met 5 personen of minder hebben recht op 3 beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997.

HOOFDSTUK VI - ANNUALISERING VAN DE ARBEIDSDUUR

Artikel 14

In de ondernemingen waarbinnen een syndicale delegatie werd samengesteld kan de annualisering van de wekelijkse arbeidsduur bij toepassing van het artikel 20 bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971 slechts ingevoerd worden bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van deze onderneming. In de bedrijven waarbinnen geen syndicale afvaardiging werd samengesteld, moeten de voorstellen tot wijziging van het arbeidsreglement die de annualisering van de arbeidsduur inhouden ter goedkeuring voorgelegd worden aan het Paritair comité alvorens in werking te kunnen treden.

HOOFDSTUK VII - SLOTBEPALING

Artikel 15

De collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2012 betreffende de wekelijkse arbeidsduur (108128/CO/311), wordt opgeheven op 1 januari 2016, behalve artikel 7 dat op 1 september 2015 wordt opgeheven.

Artikel 16

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016 behalve artikel 7 dat op 1 september 2015 uitwerking heeft.

Zij kan worden herzien of opgezegd op verzoek van de meest gerede partij, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair comité voor de grote kleinhandelszaken en aan de ondertekenende organisaties.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
21/09/2015
Registratienr
129827
Geldig van
01/01/2016
Geldig tot
31/12/2019
Neerleggingsdatum
28/09/2015
Registratiedatum
21/10/2015
Onderwerp
arbeidsduur
BS Bericht van neerlegging
29/10/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
16/08/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
28/09/2016
Keywords
ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURVERMINDERING, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, DEELTIJDSE ARBEID

Historiek
23/11/2021 31/12/2050 0701 Arbeidsduur
01/01/2020 22/11/2021 0701 Arbeidsduur
01/01/2016 31/12/2019 0701 Wekelijkse arbeidsduur
01/01/2012 31/12/2015 0701 07 Wekelijkse arbeidsduur
01/07/1999 31/12/2011 0701 07 Wekelijkse arbeidsduur