0701 07 Wekelijkse arbeidsduur

Paritair (sub-)Comité nr.:
311.00.00-00.00

Bijwerking: 09/07/2001
Geldig vanaf: 01/07/1999
Geldig tot: 31/12/2011

In het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken werd op 18 september 1997 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de wekelijkse arbeidsduur. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een Koninklijk besluit van 29 april 1999 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 november 1999.

Zij werd gewijzigd door een collectieve overeenkomst van 9 juni 1999 (nr.52508/CO/311, geregistreerd op 8/10/1999, B.S. 22/10/1999).

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken.

HOOFDSTUK II - Wekelijkse arbeidsduur en modaliteiten

Artikel 2

" Arbeidsduur - De wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld op 36 uur.

Vanaf 1 januari 2001 wordt de wekelijkse arbeidsduur tot 35 uur verminderd. De arbeidsduurverkorting wordt naar keuze van de werkgever toegepast door hetzij de prestaties tot 35 uur per week te verminderen, hetzij door de arbeidsduur over het jaar te verminderen.

Indien de werkgever kiest voor een vermindering van de prestaties per week dan wordt het uur van arbeidsduurvermindering toegekend op een dag van de week en niet over verschillende d agen.

Indien de werkgever kiest voor een vermindering van de arbeidstijd over het jaar dan kent hij zes inhaalrustdagen per jaar toe. De data van deze inhaalrustdagen worden in gemeen overleg bepaald volgens de modaliteiten die de onderneming volgt inzake extra-wettelijke vakantie.

De contractuele  arbeidsduur van de deeltijdse werknemers blijft onveranderd op 1 janauri 2001. De arbeidsduurverkorting voor de deeltijdse werknemers wordt doorgevoerd door een proportionele loonsverhoging van 2,857% op 1 janauri 2001."

Artikel 2bis

Overloon - De wekelijkse arbeidstijdgrens vanaf welke overloon moet worden betaald, blijft behouden op 36 uur per week.

Spreiding van de prestaties- Behalve voor het schoonmaakpersoneel , mogen de dagelijkse prestaties niet korter zijn dan 3 uur.

De wekelijkse arbeidsduur wordt over maximum vijf dagen per week gespreid.

De deeltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor maximum 24uur per week, hebben op hun schriftelijk verzoek het recht hun prestaties over vier dagen per week te spreiden. Deze maatregel gaat in op 1 januari 2000.

Bekendmaking van de uurregelingen - De uurregelingen van de werknemers met een arbeidsovereenkomst met veranderlijke uurregeling, moeten minstens twee weken op voorhand voor de derde week worden bekendgemaakt;

Artikel 3

De grenzen van de wekelijkse arbeidsduur kunnen vastgesteld worden op basis van een gemiddelde, waarvan de periode en de modaliteiten ondernemingsgewijze dienen bepaald te worden in overleg met de Ondernemingsraad, bij ontstentenis van deze instelling het Comité voor veiligheid en gezondheid, bij ontstentenis van deze instelling de vakbondsafvaardiging.

Artikel 4

De contractuele dagelijkse prestaties van deeltijdse werknemers dienen in de loop van de dag op ononderbroken basis te geschieden.

Artikel 5

In afwijking van de bepalingen van artikel 3 mag, gedurende maximum drie maand per jaar, de wekelijkse arbeidsduur als bepaald in artikel 2, 40 uur/week bedragen ofwel voor het geheel, ofwel voor een gedeelte van de diensten van de onderneming.

In dat geval, hebben de werknemers recht op een gegroepeerd compensatieverlof gelijk aan het aantal uren die worden gepresteerd boven de wekelijkse arbeidsduur als bepaald in artikel 2 tot een beloop van 40 uur.

Die periode van drie maand is splitsbaar per volledige maand. De praktische modaliteiten, met name die betreffende de bepaling van de periode gedurende dewelke de wekelijkse arbeidsduur 40 uur zal bedragen, de betrokken werknemers of diensten, de spreiding van de opgedeelde periode over het jaar, het stelsel van compensatieverlof, worden vastgelegd op het vlak van de onderneming in overleg met de Ondernemingsraad of bij ontstentenis van deze instelling het Comité voor bescherming en preventie op het werk ; bij ontstentenis van deze instelling de vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis van deze instelling de gewestelijke vakorganisaties.

HOOFDSTUK III - Beurtrolverlofdag op zaterdag

Artikel 6

De voltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in de winkels van meer dan 5 personen hebben recht op 7 beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997.

De deeltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in de winkels met meer dan 5 personen hebben recht op 4 beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997.

De voltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in de winkels met 5 personen of minder hebben recht op 5 beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997.

De deeltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in de winkels met 5 personen of minder hebben recht op 3 beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997.

HOOFDSTUK IV- Annualisering van de arbeidsduur

Artikel 7

In de ondernemingen waarbinnen een syndicale delegatie werd samengesteld kan de annualisering van de wekelijkse arbeidsduur bij toepassing van het artikel 20 bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971 slechts ingevoerd worden bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van deze onderneming. In de bedrijven waarbinnen geen syndicale afvaardiging werd samengesteld, moeten de voorstellen tot wijziging van het arbeidsreglement die de annualisering van de arbeidsduur inhouden ter goedkeuring voorgelegd worden aan het Paritair Comité alvorens in werking te kunnen treden.

HOOFDSTUK V - Rustperiode

Artikel 8

Tussen twee arbeidsprestaties wordt een minimale rustperiode per dag van 12 uren voorzien (uitgezonderd bijzondere en occasionele situaties zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse inventariswerken), tenzij een andere regeling overeengekomen wordt bij ondernemingsovereenkomst.

HOOFDSTUK VI - Slotbepaling

Artikel 9

De collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de wekelijkse arbeidsduur, gesloten op 28 januari 1986 in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken wordt opgeheven.

Artikel 10

De collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Zij kan worden herzien of opgezegd op verzoek van de meest gerede partij, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken en aan de ondertekenende organisaties.

Commentaar

Een collectieve overeenkomst van 9 juni 1999 gesloten in het P.C. 311 wijzigt als volgt de sectorale bepalingen inzake arbeidsduur :

  • principe :  de wekelijkse arbeidsduur (36u) wordt verminderd tot 35 uur. Deze verkorting is toepasselijk op alle werknemers die ressorteren onder het P.C. 311, zowel bedienden als arbeiders.

De wijze waarop deze verkorting wordt doorgevoerd verschilt volgens de onderstaande criteria.

* voor de voltijds werkende bedienden, moet de werkgever de verkortingsmodaliteiten kiezen, namelijk:

-     of door de wekelijkse arbeidsduur daadwerkelijk tot 35 uur te verkorten: in dat geval moet er op een bepaalde werkdag één uur minder worden gewerkt (bijvoorbeeld vrijdagnamiddag). Het maandloon blijft uiteraard onveranderd.

-     of door de wekelijkse arbeidsduur op 36 uur te houden en 6 (betaalde) inhaalrustdagen per jaar toe te kennen. Deze dagen  worden in gemeen overleg in de onderneming bepaald. Het maandloon blijft uiteraard hetzelfde.

* voor de deeltijds werkende bedienden, verandert de contractuele arbeidsduur niet (zij blijven bijv. 24u/week werken) maar hun referentieloon wordt met 2,857 % verhoogd. Deze verhoging kan op twee manieren gebeuren:

-        of, indien zij pro rata temporis van een voltijdse betrekking betaald worden, ontvangen zij voortaan elke maand 24/35 van het referentieloon van een voltijds werkende werknemer (i.p.v. 24/36),

-        of, indien zij met een uurloon betaald worden, dan moet het referentie-uurloon geperequateerd worden met 2,857 % en tenslotte vermenigvuldigd met het aantal gepresteerde uren.

* voor de arbeiders wordt hetzelfde onderscheid gemaakt als bij de bedienden:

-        voltijds werkende arbeiders: naar keuze van de werkgever: of daadwerkelijke verkorting tot 35 uren/week en perequatie van het referentie-uurloon (d.w.z. verhoging met 2,857 %) ; of behoud van de arbeidsduur op 36 uur (alsook van het "vroegere" uurloon, dus zonder perequatie) en toekenning van 6 (betaalde) inhaalrustdagen;

-        deeltijds werkende arbeiders: het referentie-uurloon moet geperequateerd worden, dit wil zeggen verhoogd met 2,857 % , en vervolgens vermenigvuldigd met het aantal gepresteerde uren.

·       bovendien bepaalt de CAO dat de weekgrens vanaf welk overloon verschuldigd is (art. 29 van de wet van 16.3.71) behouden blijft op 36 uur.

     Opgelet: deze bepaling is aanvechtbaar aangezien ze met de wet strijdig kan zijn. Indien de werkelijke arbeidsduur (van een voldtijdse) op 36 uur wordt gehouden (met toekenning van inhaalrust), dan is het overloon inderdaad slechts verschuldigd als er een 37ste uur wordt gewerkt (voor zover die overschrijding tot overloon noopt volgens de bepalingen van de arbeidswet van 16.3.71). Indien daarentegen de arbeidsduur werkelijk tot 35 uur verkort wordt dan is er, in geval van overschrijding, enkel overloon verschuldigd vanaf het 36ste uur (idem). 

Bovendien blijven de bepalingen van de vorige C.A.O. van 18 september 1997 betreffende de spreiding van de arbeidsdagen in de week, in het bijzonder voor de deeltijdsen, alsook de verplichtingen inzake bekendmaking van de veranderlijke uurregelingen, van kracht.  Hetzelfde geldt voor de andere bepalingen van deze CAO die niet veranderd worden door de CAO van 9 juni 1999.

Praktische schikkingen

De werkgever die betrokken is bij deze nieuwe arbeidstijdverkorting, wordt verzocht Groep S in kennis te stellen van de keuze die hij heeft gemaakt voor zijn werknemers.


Historiek
23/11/2021 31/12/2050 0701 Arbeidsduur
01/01/2020 22/11/2021 0701 Arbeidsduur
01/01/2016 31/12/2019 0701 Wekelijkse arbeidsduur
01/01/2012 31/12/2015 0701 07 Wekelijkse arbeidsduur
01/07/1999 31/12/2011 0701 07 Wekelijkse arbeidsduur