0403 Gemiddeld minimum maandinkomen

Paritair (sub-)Comité nr.:
311.00.00-00.00

Bijwerking: 27/02/2012
Geldig vanaf: 01/01/2012
Geldig tot: 31/12/2013

In het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken werd op 11 januari 2012 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende het gemiddeld minimum maandinkomen, aangevuld met enige commentaar.

HOOFDSTUK I - TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken.

HOOFDSTUK II - WAARBORG VAN EEN GEMIDDELD MINIMUM MAANDINKOMEN

1. Begunstigden

Artikel 2

De werknemers genieten van de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen.

De werknemers die gewoonlijk zijn tewerkgesteld gedurende periodes welke minder dan een kalendermaand bedragen worden echter van deze waarborg uitgesloten.

2. Begrip

Artikel 3

Het gemiddeld minimum maandinkomen houdt in:

  • het maandloon gewaarborgd door de loonschalen vastgesteld door het paritair comité, de collectieve ondernemingsovereenkomsten of de individuele arbeidsovereenkomsten;
  • de tegenwaarde per maand van de commissies, premies en andere voordelen, eventueel in natura betaald, welke worden toegekend ingevolge een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair comité, een collectieve ondernemingsovereenkomst, de individuele arbeidsovereenkomst, het gebruik.

Worden evenwel uitgesloten voor de bepaling van het gemiddeld minimum maandinkomen:

  • de aanvullingen voor overwerk vastgesteld bij artikel 29 §1 van de Arbeidswet van 16 maart 1971;
  • de voordelen bedoeld door de bepalingen van artikel 19 §2 van het Koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders;
  • de premies of vergoedingen uitgekeerd wegens werkelijke kosten gedragen door de werknemers.

Commentaar:

De voordelen bedoeld in de bepalingen van artikel 19 §2 van het bovenvermelde koninklijk besluit van 28 november 1969 en die relevant zijn voor het onderhavige paritair comité zijn de volgende:

  1. de vergoedingen toegekend in geval van sluiting van ondernemingen;
  2. de aan de werknemers verschuldigde vergoedingen, wanneer de werkgever zijn wettelijke, contractuele of statutaire verplichtingen niet nakomt, met uitzondering nochtans van de vergoedingen, verschuldigd naar aanleiding van:
    a. de onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever;
    b. de eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor personeelsafgevaardigden;
    c. de eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor syndicale afgevaardigden;
    d. de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in gemeenschappelijk akkoord;
  3. de vergoeding wegens uitwinning van de handelsvertegenwoordigers bedoeld bij artikel 101 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
  4. de bedragen die gelden als terugbetaling van de kosten die de werknemer heeft verricht om zich van zijn woonplaats naar zijn werkplaats te begeven, alsook de kosten die ten laste van zijn werkgever vallen;
  5. de voordelen toegekend in de vorm van arbeidsgereedschap of werkkleding;
  6. de bedragen die de werkgever aan de werknemer betaalt ten einde zich te kwijten van zijn verplichting om arbeidsgereedschap of werkkleding te bezorgen of om te zorgen voor kost en inwoning, wanneer de werknemer ver van zijn woning tewerkgesteld is;
  7. de bedragen die aan de werknemer worden toegekend wegens hun aansluiting bij een vakorganisatie ten belope van het bedrag door de Minister van Sociale Voorzorg bepaald;
  8. (...)
  9. (...)
  10. de vergoeding voor de periode van arbeidsongeschiktheid met gewaarborgd loon tweede week, alsook de vergoeding verschuldigd voor de periode van arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 12bis en nr. 13bis;
  11. het verschaffen van eetmalen beneden de kostprijs in het bedrijfsrestaurant;
  12. (...)
  13. de vergoeding overeenstemmmend met het loon voor de feestdag of vervangingsdag tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid;
  14. de volgende geschenken:
    a. de geschenken in natura, in speciën of in de vorm van betaalbons, geschenkcheques genaamd, als ze een totaal bedrag van 35 EUR per jaar per werknemer en 35 EUR per jaar voor elk kind ten laste van deze werknemer niet overschrijden en toegekend worden naar aanleiding van het Sinterklaasfeest, Kerstmis of Nieuwjaar;
    b. de geschenken in speciën of in de vorm van geschenkcheques die aan de werknemer worden overhandigd wanneer hij een eervolle onderscheiding ontvangt als ze een totaal bedrag van 105 EUR per jaar per werknemer niet overschrijden;
    c. de geschenken in speciën of in de vorm van geschenkcheques die aan een werknemer worden overhandigd ter gelegenheid van zijn pensionering als ze een bedrag van 35 EUR niet overschrijden per volledig dienstjaar dat de werknemer bij de betrokken werkgever in dienst is en met een totaal bedrag van tenminste 105 EUR en maximum 875 EUR;
    d. de geschenken in natura, in speciën of in de vorm van betaalbons die aan een werknemer worden overhandigd ter gelegenheid van zijn huwelijk of van het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning, voor zover het toegekend bedrag geen 200 EUR per werknemer overschrijdt.
  15. het voordeel betreffende het persoonlijk en individueel gebruik van een voertuig ter beschikking gesteld door de werkgever;
  16. de kilometervergoeding toegekend door de werkgever aan de werknemer voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, voor een bedrag van maximaal 0,145 EUR per kilometer (bedrag op 01/01/2010);
  17. (...)
  18. het voordeel opgeleverd door opties op aandelen, zoals bepaald bij artikel 42 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, behalve indien de prijs van de uitoefening van de optie lager is dan de op het ogenblik van het aanbod geldende waarde van de aandelen waarop de optie betrekking heeft.
  19. de vermindering, ten laste van de werkgever, van de normale prijs van de gefabriceerde of verkochte producten, of diensten geleverd door de werkgever, op voorwaarde dat de hoeveelheid van de aan elke werknemer verkochte producten of geleverde diensten het normale verbruik van het gezin van de werknemer niet overschrijdt. De werkgever moet kunnen aantonen dat hij zijn werknemers op deze voorwaarde heeft gewezen.
  20. de tussenkomsten van de werkgever ten beloop van maximum 60 % van de aankoopprijs (exclusief BTW) die door de werknemers wordt betaald voor de aankoop van een geheel van persoonlijke computer. Randapparatuur en printer, internetaansluiting en internetabonnement, alsook de voor de bedrijfsvoering dienstige software in het kader van een door de werkgever georganiseerd plan, zonder dat die werkgever op enig ogenblik zelf eigenaar van de voormelde elementen mag zijn, in zover zij niet meer bedragen dan 1.250 EUR per aanbod en als de in het koninklijk besluit van 25 maart 2003 tot wijziging van het KB/WIB 92 en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 396 van de programmawet van 24 december 2002 voorwaarden vervuld zijn.
  21. de stortingen bedoeld in artikel 38, § 3ter, eerste lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, verricht door de werkgevers met het oog op de toekenning aan hun personeelsleden of aan hun rechtverkrijgende(n) van buitenwettelijke voordelen inzake ouderdom of vroegtijdig overlijden, de premies voor aanvullende hospitalisatieverzekering zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 april 1993 betreffende de bijdrage op de premies terzake van een aanvullende verzekering voor hospitalisatie, die door de werkgever in het voordeel van zijn personeel worden ten laste genomen, alsmede de premies voor aanvullende voordelen in geval van arbeidsongeschiktheid.

3. Bedrag

Artikel 4

De werknemers onder een voltijdse arbeidsovereenkomst genieten van een gemiddeld minimum maandinkomen, gelijk aan de volgende bedragen op 1 januari 2012, tegenover het indexcijfer 116,89, spilindex van de stabilisatieschijf 114,60 - 116,89 - 119,23

BEDIENDEN

  • 21 jaar en meer: 1.554,02 EUR;
  • 20 jaar: 1.502,09 EUR;
  • 19 jaar: 1.412,08 EUR;
  • 18 jaar: 1.323,48 EUR;
  • 17 jaar: 1.234,18 EUR;
  • 16 jaar: 1.131,16 EUR.

ARBEIDERS

  • 21 jaar en meer: 10,2465 EUR;
  • 20 jaar: 9,9040 EUR;
  • 19 jaar: 9,3105 EUR;
  • 18 jaar: 8,7265 EUR;
  • 17 jaar: 8,1375 EUR;
  • 16 jaar: 7,4580 EUR.

Op 1 januari 2012 werd het gemiddeld minimum maandinkomen verhoogd met 7,18 EUR na toepassing van de indexatie met 2% op 1 januari 2012.

Voor de werknemers met een onvolledige dienstbetrekking, wordt het gemiddeld minimum maandinkomen, zoals in het vorig lid bepaald, berekend in verhouding tot de wekelijkse duurtijd van de arbeidsprestaties.

Artikel 5

Onder volledige arbeidsprestaties wordt verstaan de werkelijk geleverde arbeid ten belope van de wekelijkse duur van de arbeid, zoals vastgesteld in hoofdstuk II van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de wekelijkse arbeidsduur gesloten op 18 september 1997 in het Paritair comité van de grote kleinhandelszaken en gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 1999.

Artikel 6

Voor de werknemers die met volledig of gedeeltelijk veranderlijke lonen worden betaald, wordt het gemiddeld minimum maandinkomen berekend op basis van het gemiddelde van de maandinkomens van de laatste twaalf maanden.

Voor de bepaling van het gemiddeld minimum maandinkomen wordt geen rekening gehouden met onvolledige werkmaanden.

Wanneer aan de arbeidsovereenkomst voor bedienden of werklieden een einde wordt gemaakt vóór het verstrijken van de twaalf maanden, wordt het gemiddeld minimum maandinkomen berekend op basis van de maanden tijdens dewelke de werknemer was tewerkgesteld.

4. Koppeling aan het indexajfer van de consumptieprijzen

(...)

Commentaar: voor de evolutie van het gemiddeld minimummaandinkomen : zie onze sectorale documentatie 040201 en  040202.

HOOFDSTUK III - SLOTBEPALINGEN

Artikel 10

De collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2007 tot vaststelling van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen wordt opgeheven op 1 januari 2012.

Artikel 11

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2012. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen opgezegd worden mits een opzeggingstermijn van drie maanden gegeven bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair comité voor de grote kleinhandelszaken.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
11/01/2012
Registratienr
108127
Geldig van
01/01/2012
Geldig tot
01/01/2014
Neerleggingsdatum
19/01/2012
Registratiedatum
31/01/2012
Onderwerp
gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
BS Bericht van neerlegging
13/02/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
20/02/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
11/06/2013
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN

Historiek
01/07/2015 31/12/2050 0403 Gemiddeld minimum maandinkomen
01/07/2015 30/06/2015 0403 Gemiddeld minimum maandinkomen
01/01/2015 30/06/2015 0403 Gemiddeld minimum maandinkomen
01/01/2014 31/12/2014 0403 Gemiddeld minimum maandinkomen
01/01/2012 31/12/2013 0403 Gemiddeld minimum maandinkomen
01/07/2007 31/12/2011 0403 Gemiddeld minimum maandinkomen
01/07/2005 30/06/2007 0403 Gemiddeld minimum maandinkomen
01/07/2003 30/06/2005 0403 Gemiddeld minimum maandinkomen
01/01/2002 30/06/2003 0403 Gemiddeld minimum maandinkomen
01/01/1997 31/12/2001 0403 Gemiddeld minimum maandinkomen