2201 2101 Conventioneel brugpensioen

Paritair (sub-)Comité nr.:
309.00.00-00.00

Bijwerking: 09/08/2002
Geldig vanaf: 26/10/2000
Geldig tot: 25/10/2003

In het Paritair Comité voor de beursvennootschappen werd op 16 november 1999 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het conventioneel brugpensioen.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 10 november 2001 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 april 2002.

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brug­pensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.  Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatie nr. 355.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

 

CAO van 16 november 1999

1. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen welke tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen behoren. Zij heeft tot doel de toegang tot het conventioneel brugpensioen mogelijk te maken voor de personeelsleden van de ondernemingen die beantwoorden aan de algemene voorwaarden bepaald door het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992), alsook aan de bijzondere bepaling genoemd in artikel 2 van deze overeenkomst.

2. Leeftijdsvoorwaarde

Artikel 2

Het conventioneel brugpensioen wordt in alle gevallen van ontslag, behalve het ontslag om ernstige reden, toegestaan aan de werknemers die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt. De bedienden die ontslagen werden vóór het afsluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst en waarvan de ontslagtermijn nog loopt, kunnen ook aanspraak maken op de regeling die bij deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt bepaald.

3. Toepassingsmodaliteiten

Artikel 3

De algemene toepassingsmodaliteiten van deze conventionele brugpensioenregeling zijn die welke bepaald zijn door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten voor onbepaalde duur op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling voor aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen verbinden verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975.

Het bedrag van de aanvullende vergoeding waarin wordt voorzien door artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 wordt op 65 % van het verschil tussen het netto referteloon en de werkloosheidsuitkering gebracht.

Artikel 4

De deeltijdse werknemers in het systeem van de vermindering van de arbeidsprestaties zoals bepaald in artikel 102 van de herstelwet van 22 januari 1985 zullen aanspraak kunnen maken op een aanvullende vergoeding berekend op voltijdse prestaties, indien zij worden ontslagen na 58 jaar.

Artikel 5

De werkgever zal verplicht zijn om de aanvullende vergoeding te betalen slecht voorzover de werknemer de opzeggingstermijn (of de verbrekingsvergoeding) heeft aanvaard die door de werkgever werd betekend en waarvan de duur werd berekend overeenkomstig de bepalingen van respectievelijk artikel 59 en artikel 82 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

5. Geldigheidsduur

Artikel 6

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur van drie jaar en treedt in werking op 26 oktober 2000.

 

Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een arbeider ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk een einde neemt. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk daags waarop de CAO aflopt. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na afloop van de CAO.

2. Anciënniteitsvoorwaarde

Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de arbeider die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 25 jaar loondienst.

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
16/11/1999
Registratienr
54460
Geldig van
-
Geldig tot
25/10/2003
Neerleggingsdatum
24/11/1999
Registratiedatum
03/04/2000
Onderwerp
brugpensioen op 58 jaar
BS Bericht van neerlegging
21/04/2000
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
10/11/2001
Gepubliceerd in het B.St. van
04/04/2002
Keywords
WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), BRUGPENSIOEN, OPZEGGING/ONTSLAG

Historiek
01/07/2014 31/12/2014 2201 Historiek SWT 58 jaar - kliksysteem
01/12/2011 30/06/2014 2201 2101 Conventioneel brugpensioen
01/12/2008 30/11/2011 2201 2101 Conventioneel brugpensioen
01/12/2005 30/11/2008 2201 2101 Conventioneel brugpensioen
26/10/2000 25/10/2003 2201 2101 Conventioneel brugpensioen
25/10/1997 25/10/2000 2201 2101 Conventioneel brugpensioen