1201 Vervoerkosten

Paritair (sub-)Comité nr.:
309.00.00-00.00

Bijwerking: 29/04/2016
Geldig vanaf: 01/02/2009
Geldig tot: 31/12/2015

CAO van 17 april 1972 - KB van 2 juni 1972 - BS van 1 september 1972.

Geldigheid: 1 januari 1972 - onbepaald.

Vervoermiddelen

Alle openbare vervoermiddelen. 

Bedragen

Zie de schaal van de N.A.R.

Uitzondering :

  • indien de prijs van het vervoer een éénheidsprijs is : 71,8% van de prijs die effectief betaald werd door de werknemer zonder de werkgeverstussenkomst volgens bovenvermelde schaal voor een afstand van 7 km te overschrijden.
  • voor het vervoer georganiseerd door de werkgever met financiële deelneming van de werknemer mag de deelneming niet meer bedragen dan het verschil tussen de prijs van een treinkaart 2° klas (sociaal abonnement) en het bedrag van de bijdrage van de werkgever volgens bovenvermelde schaal.

Afstand 

  • Vervoer per spoor : geen minimumafstand; 
  • Andere openbare vervoermiddelen  : vanaf 5 kilometer.

 

In het Paritair Comité voor de wisselagenten werd er op 17 april 1972 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten van de werknemers die gemeenschappelijke vervoermiddelen gebruiken.  Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 2 juni 1972, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 1 september 1972.

Deze CAO werd gewijzigd door de CAO nr. 19octies, gesloten op 20 februari 2009 in de Nationale Arbeidsraad.

Wij geven u hierna de bepalingen van deze CAO, gevolgd door een samenvatting en een paar praktische schikkingen.

Tekst van de CAO

I. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het Nationaal Paritair Comité voor de wisselagenten ressorteren.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de bedienden waarvan het loon de jaargrens van de brutolonen, vastgesteld door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen voor de toekenning van sociale abonnementen aan de bedienden, overschrijdt.  Deze grens bedraagt thans 225.000 BEF.

Commentaar:Voor 2000 bedraagt dit bedrag 1.200.000 BEF.

II. Vervoerkosten

Artikel 2

Betreffende de buurtspoorwegen en de autobusdiensten uitgebaat of in vergunning gegeven door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, is de werkgeversbijdrage in de prijs van de abonnementen geldig voor ten minste 5 kilometer, vastgesteld op een bedrag gelijk aan 50 % van de prijs van het sociaal abonnement van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen – tweede klasse – voor een overeenstemmende afstand.

Commentaar:Deze tussenkomst wordt door de CAO nr. 19octies opgetrokken tot gemiddeld 75%.

Artikel 3

Betreffende het stedelijk en voorstedelijk openbaar gemeenschappelijk vervoer uitgebaat, hetzij door de maatschappijen die lid zijn van de V.Z.W.D. « Belgische Vereniging der stedelijke gemeenschappelijke vervoeren », hetzij door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen of dat in vergunning werd gegeven door deze, is de werkgeversbijdrage ten gunste van de werknemers die deze vervoermiddelen over een afstand van ten minste 5 kilometer gebruiken vastgesteld :

a)    wanneer de vervoerskosten een eenheidsprijs zijn, ongeacht de afstand, op een forfaitair maandbedrag gelijk aan 132 BEF ;

Commentaar:Voor 2000 bedraagt dit bedrag 610 BEF.

b)  wanneer de vervoerskosten in verhouding tot de afstand staan, op een bedrag gelijk aan 50 % van de prijs van het sociaal abonnement van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen – tweede klasse – voor een overeenstemmende afstand.

Commentaar:Het percentage van 50 wordt door de CAO nr. 19octies vervangen door 71,8%.

Artikel 4

De tussenkomst, bedoeld in artikel 3, is ondergeschikt aan de voorwaarde dat de werknemer een verklaring op eer onderschrijft waarin verzekerd wordt dat hij geregeld – over een afstand van ten minste 5 kilometer – een stedelijk of voorstedelijk gemeenschappelijk vervoermiddel gebruikt om zich van zijn woonplaats naar zijn plaats van tewerkstelling of omgekeerd te begeven.  De werkgever mag op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

Artikel 5

De tussenkomst bepaald krachtens de artikelen 2 en 3, mag in geen geval 50 % van de effectief door de werknemer betaalde prijs overschrijden.

Artikel 6

Wanneer de werknemer verschillende openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen gebruikt die worden georganiseerd, hetzij door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, hetzij door de organismen beoogd in artikel 2 of 3, is de globale werkgeverstussenkomst vastgesteld op een bedrag gelijk aan 50 % van de prijs van het sociaal abonnement van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen – tweede klasse – dat overeenstemt met het totaal der kilometers die op de verschillende vervoertitels vermeld zijn.

Commentaar:Het percentage van 50 wordt door de CAO nr. 19octies vervangen door 75%.

Artikel 7

De werkgeverstussenkomst in de kosten van de vervoermiddelen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, wordt betaald op voorlegging van de transporttitel of –titels afgeleverd door de vervoermaatschappijen.

III. Slotbepalingen

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1972.

Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door een van de partijen, mits naleving van een opzeggingstermijn van drie maanden.

Deze opzegging wordt gericht aan de voorzitter van het Nationaal Paritair Comité voor de wisselagenten bij een ter post aangetekende brief.


Historiek
01/01/2016 31/12/2999 1201 Vervoerkosten
01/01/2016 31/12/2015 1201 Vervoerkosten
01/02/2009 31/12/2015 1201 Vervoerkosten
01/01/1972 31/01/2009 1201 Vervoerkosten