0401 Bezoldigingsvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
309.00.00-00.00

Bijwerking: 24/06/2008
Geldig vanaf: 01/01/2002
Geldig tot: 31/12/2004

In het Paritair Comité voor de wisselagenten werd op 15 maart en 25 juni 1985 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten bettreffende de arbeids- en loonvoorwaarden. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 16 oktober 1985 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 november 1985.

Zij werd ten laatste gewijzigd door een CAO van 18 februari 2002 (koninklijk besluit 21 januari 2003; Belgisch Staatsblad 2 april 2003). De nieuwe bepalingen zijn op 1 januari 2002 en voor een onbepaalde duur ingetreden.

Wij geven u hierna een algemeen overzicht van de bepalingen inzake de bezoldigingsvoorwaarden.

Toepassingsgebied

Deze bepalingen zijn van toepassing op de bedienden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor Beursvenootschappen (PC 309.00) en op hun werkgever.

(...)

Loon

Het maandelijks minimumaanvangsloon toepasselijk op het bediendenpersoneel, wordt vanaf 1 januari 2002 als volgt bepaald:

  1. 1.203,45 EUR voor de eerste categorie, op de leeftijd van 21 jaar;
  2. 1.271,87 EUR voor de tweede categorie, op de leeftijd van 22 jaar;
  3. 1.381,77 EUR voor de derde categorie, op de leeftijd van 24 jaar;
  4. 1.528,90 EUR voor de vierde categorie, op de leeftijd van 26 jaar.

Dit barema zal van toepassing zijn vanaf 1 januari 2002 en vervangt het barema dat van kracht was in december 2001.
De ondertekenende partijen komen eveneens overeen om, in de loop van het 1ste semester van 2003, opnieuw te onderhandelen over dit barema.

De opklimming in de loonschaal loopt voor al de opgesomde categoriën volgens het hiernavolgend schema: 

  1. voor de eerste categorie, vanaf de leeftijd van 21 jaar, 10 jaarlijkse verhogingen van 2% en 10 jaarlijkse verhogingen van 1% en een verhoging van 1,5% op 43, 45, 47, 49 en 52 jaar;
  2. voor de tweede categorie, vanaf de leeftijd van 22 jaar, 10 jaarlijkse verhogingen van 2,5% en 10 jaarlijkse verhogingen van 1,5% en een verhoging van 1,5% op 44, 46, 48, 50 en 53 jaar;
  3. voor de derde categorie, vanaf de leeftijd van 24 jaar, 10 jaarlijkse verhogingen van 3,5% en 10 jaarlijkse verhogingen van 1,5% en een verhoging van 1,5% op 46, 48, 50 en 53 jaar;
  4. voor de vierde categorie, vanaf de leeftijd van 26 jaar, 10 jaarlijkse verhogingen van 3,5% en 10 jaarlijkse verhogingen van 1,5% en een verhoging van 1,5% op 48, 50, 53 en 56 jaar.

Voor het personeel van 21 jaar en meer dat in dienst is voor de normale aanvangsleeftijd van de categorie, wordt het minimummaandloon verminderd met 3,5% per leeftijdsjaar.

Het barema van de minimummaandlonen van het personeel jonger dan 21 jaar wordt als volgt vastgesteld:

  • op de leeftijd van 20 jaar: 94 %;
  • op de leeftijd van 19 jaar: 88 %;
  • op de leeftijd van 18 jaar: 82 %;
  • op de leeftijd van 17 jaar: 76 %;
  • op de leeftijd van 16 jaar en minder: 70 %.

van het minimummaandloon dat volgens het barema wordt toegekend aan het personeelslid van dezelfde categorie op de leeftijd van 21 jaar.

De verhogingen in de loonschaal gaan in op één januari of op één juli volgende op de verjaardag van de belanghebbende bediende

Commentaar: voor de minimumbezoldigingen, zie onze sectorale documentatie Hfst. 0402.


Historiek
17/11/2017 31/12/2999 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2016 16/11/2017 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/07/2009 31/12/2015 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2009 30/06/2009 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2007 31/12/2008 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2005 31/12/2006 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2002 31/12/2004 0401 Bezoldigingsvoorwaarden